Viooltjes

Lunch buiten op het terras Herberg van Es, Roderesch, 10 maart

Deze vrolijke oranje viooltjes zette ik vorige week op de foto toen we van Norg naar Roden wandelden (stuk van etappe 6 en 7 Drenthepad), en halverwege van een pannenkoek genoten op het terras buiten (uit de wind en met een dekentje over de benen).

En nu, naast me op de bank ligt het lentenummer van het tuintijdschrift ‘Onze Eigen Tuin’. Met op de voorpagina viooltjes in binnenin een uitgebreid artikel van Brian Kabbes.

Ze mogen dan klein zijn, onopvallend zijn viooltjes beslist niet. Hun bloemen stemmen vrolijk , hun pretentieloze karakter maakt ze tot geliefde tuinplanten.

Violen in allerlei kleuren. Maar wat hun kleur ook is, aldus Brian, alle viooltjes hebben een contrasterend geel oogje.Als ik naar de plaatjes in het artikel kijk (zeer lezenswaardig en met humor geschreven), lijken de oranje viooltjes wel op de Viola cornuta ‘Chantreyland’.


Kegels assorti

Vanmorgen bij de koffie keken we elkaar aan. Zullen we nog een stukje van het Drenthepad gaan wandelen? Ja, doen we. Brood smeren, rugzakje inpakken, schoenen aan en bus uitzoeken. Van Zuidlaren naar Gieten deze keer. Drenthepad etappe 10, ruim 18 km. Langs fraaie Drentse landschappen, hunebedden, heideschapen in het bos, glooiingen in het landschap, veel bos, van allerlei soort. Ook deze keer weer mooie , soms heel smalle, bospaadjes. Alleen in het begin nog her en der mountainbikers daarna hadden we het bos bijna voor ons alleen. Halverwege in Anloo, precies lunchtijd. Kwam mooi uit: kopje snert in restaurant Koningsherberg. Daar kwamen we -toeval!- twee bekenden tegen, Tjerk en Nynke, die rondje Anloo wandelden.

Vanuit Anloo wandelden we langs het pinetum, en ook nog een paar zigzagjes er door heen. De enorme rhododendronstruiken stonden nog niet in bloei, over een paar weken vast mooi. Een fraaie collectie met ook veel heel breed uitgroeiende jeneverbessen, wel 4 x 5 meter breed, en maar een halve meter hoog. Dat is nog eens een bodembedekker. Vanuit de verte zag ik een kleine conifeer die ik uit de Hortus ken: de wollemia. Hier staat ie al een paar jaar in de volle grond, wel heel beschut door grote bomen en struiken. In de Hortus staat ie in een kuip, en op dit moment nog binnen in de publiekskas. We namen een paar dennenappeltjes mee. Eens kijken wat Erik, onze eekhoorn, daarmee kan. Allerlei vormen kegels en appels, kan je best een verzameling van beginnen. Dan is het een goed plan ze eerst wel goed te drogen. Deze kegels hadden we van de grond opgeraapt, vochtig. Toen ik ze in een bakje op het aanrecht in de bijkeuken had liggen, kwamen er nog allerlei gedierte uit: pissebedden, kleine kriebelbeestjes. Die wandelen nu in onze tuin.

Mikado bos

Eind vorig jaar een lezing bijgewoond van landschapsprofessor Theo Spek van de Rijksuniversiteit Groningen Hij had geadviseerd om in de Kleibosch te gaan kijken in het voorjaar. ‘Als de bosanemonen bloeien’. Gisteren met forse wind in de rug richting Foxwolde, een kilometer of 10 naar het westen (oei, straks tegen de wind in), via Peize . Met behulp van de kaarten app op de telefoon het bosje gevonden.

De Kleibosch is een oud verwaarloosd bosje, met kriskras omgevallen bomen, als een soort reuzenmikado. Daardoor komen er weinig mensen in het bosje en is de ondergroei van bosanemonen onverstoord. De bordjes ‘pad gesloten vanwege vallende takken’ hebben we maar even genegeerd. Toch even het (natte) bos is, en al staand onze lunch boterhammetjes opgegeten.

De Kleibosch is een van de rijkste loofbossen in Drenthe. Dat komt door de potklei die hier direct op het niveau van het maaiveld ligt, soms iets dieper. Potklei is erg zware klei die hier drie ijstijden geleden is afgezet, ruim 400.000 jaar geleden. De donkergrijze tot bruinzwarte klei werd gebruikt om potten en aardewerk van te maken. Ook werden er kloostermoppen van gebakken. Voor de bosanemonen bleek het nog te vroeg. In onze tuin al volop in bloei, hier in de Kleibosch nog maar een klein beetje. De eerste paar bloempjes waren open. Over twee weken weer terug?

De laatste twee foto’s zijn gemaakt vanaf de westrand van stad Groningen, bij de wijk Ter Borch. Daar aten we de laatste druifjes op. Naar het westen uitkijkend over de Onlanden , een waterrijk natuurgebied met riet. Beetje avontuurlijk fietsen hier (bordje pad onbegaanbaar genegeerd), met her en der grote modderplassen. Maar het kon wél, rustig aan.

Kasteel Hackfort

Volop stinzenplanten tijd. Ga vooral eens kijken bij oude landgoederen. Wij waren vorig weekend bij Kasteel Hackfort, een rijksmonument, beheerd door Natuurmonumenten. Met heel veel landerijen, een watermolen, een parkachtig bos, heel veel stinzenplanten. Het kasteel wordt het eerst genoemd in 1392. Latere bouwfases in 1598 en 1788. Je kunt er ook overnachten.

Er is een grote ‘kitchengarden’, een moestuin. De grote moestuin dateert in eerste aanleg van circa 1790 en heeft zijn huidige vorm gekregen rond 1850. In deze kasteelmoestuin ‘Hof van Hackfort’ worden al ruim twee eeuwen groenten, fruit, bloemen en kruiden voor eigen gebruik geteeld. Ook vergeten groenten als kardoen, een enorm grijsgroene distelachtige plant. Nu nog niet, de moestuin is nog bijna in winterstand. Het Hof van Hackfort wordt door vrijwilligers onderhouden. De oogst is voor het restaurant ‘De Keuken van Hackfort’. Met extreem lekkere zelfgemaakte taartjes bij de koffie of thee, hebben we vastgesteld.

Of ga net als Edwin kijken in Amelisweerd bij Utrecht.

De Baander, boerderijtje in De Baak

Vorig weekend waren we met vrienden een lang weekend op pad, in een klein boerderijtje, km of 10 vanaf Zutphen, en ongeveer 1 km buiten het gehucht De Baak. Een karrenspoor leidde er naar toe, zo klein dat de aanstaande bewoners van een boerderij aan het begin van dat wegje aangaven dat je daar niet verder het pad op kon. Wel hoor! Gelukkig had de eigenaren het supermodderige karrenspoor recent voorzien van een verse lading steengruis. Zo was het prima begaanbaar, zelfs in het donker, gewoon heel rustig rijden. Midden in de weilanden, in een eilandje van hoge bomen (tegen de wind), met heel veel sneeuwklokjes, krokussen en -helaas net uitgebloeide- winterakonieten .

We hadden enorme bof met het weer, volop zon in het weekend en bijna 15 graden. Zaterdag lunchen op een bankje uitkijkend over heidevelden en een vennetje omsloten door bos; zondag in Lochem, op een terrasje in de zon, buiten en zonder jas. Fijn om te wandelen, mooi landschap, ook hier op plekken extreem nat. De wandeling over het vlonderpad, werd een heen en weertje; het vlonderpad verdween halverwege onder het water-oppervlak.

Maandag terug via Zutphen, met een wandeling door de historische binnenstad. We moeten nog maar eens terugkomen om de wandeling af te maken. Na de lunch huiswaarts, naar Groningen.

Bos – art en Street – art

Soms kom je een hoog omgezaagde boom tegen waar iemand kunstig een uil of roofvogel in heeft uitgezaagd. In het bos kwamen we deze boom tegen waar iemand een ‘venstertje’ in had gezaagd.

Wees niet bang, het was niet een levende boom, je ziet een stuk van de afgezaagde stam er naast liggen. Aan de achterkant van de stam was de hele boom hol. Helemaal leuk als hier nog een kleurrijk figuurtje bij was getekend.

Ik zocht op internet naar een leuk plaatje van street art en kwam deze site tegen streetartutopia.com met allerlei -op de natuur geïnspireerde- voorbeelden. Zo’n figuurtje van David Zinn, zie foto hieronder, zou mooi bij deze boom passen.

Quintusbos excursie

Midden in de winter gaan we op excursie in het Quintusbos. De winter is een moeilijke tijd voor planten en bomen. Ze hebben elk hun eigen, vaak ingenieuze strategie ontwikkeld om deze tijd te doorstaan. We gaan onderzoeken hoe ze dit doen.

Het Quintusbos is een oud parkbos bij de monumentale buitenplaats Huis te Glimmen. De oude beuken en eiken geven het bos een prachtig aanzien, met vreemd kronkelende bomen en wortels. Vooral het overal aanwezige dode hout zorgt voor een grote biodiversiteit.

Bovenstaande tekst was de aankondiging van de excursie waar we afgelopen zaterdag aan meededen. Middan in de winter ‘op papier’, niet wat betreft temperatuur. Ruim 13 graden, droog en behoorlijk wat zon.

De middag ervoor was ik bij Ernst voor een vergadering rond het jaarprogramma van de Wilde Planten Tuinen werkgroep van IVN. Ik vertelde dat ik zaterdag met de IVN excursie mee zou gaan. “Ik ook“, zei ie, “ik ben de gids“. Ernst is een wandelende kennisbank, die heel veel weet van planten, beestjes, bomen, insecten. En passant leerden we ook nog een en andere over het waterbedrijf waar hij ooit werkte, over gele stippen op de bomen, over bosvarkens (de mens die rommel achterlaat), over kerosinevinken en uiteraard over knoppen , bladval en andere trucks van bomen om de winter door te komen.

Nieuwe route

De afgelopen 5 jaar hebben we vier lange routes, in etappes, door de provincie Groningen gewandeld. De Pronkjewailroute Noord, Zuid, Oost en West. Meer dan 1000 km weggetjes , paadjes, dijken en een stukje een bootje. Nu tijd voor een andere provincie. We gaan het Drenthepad wandelen en dat begint heel dichtbij. We wonen tegen de grens van Drenthe aan.

We begonnen met etappe 9 : Zuidlaren – Glimmen, 15 km.

Roest in de boom

Vorige week wandelden we in de buurt van Zeegse. En zagen daar twee mensen omhoog kijken in een boom. Met verrekijker en met een camera op statief met enorme telelens. Toch maar eens kijken waar zij naar keken. Kijk eens goed naar de twee foto’s van de dennenboom. Zie je ze zitten?

OK. Heel goed is het niet te zien.
Toch zitten er maar lieft zeven ransuilen in deze boom!
Op de linkse foto linksboven (1/3 van links, 1/4 van boven); op de rechter foto: de wittige plek net boven het midden rechts. De vogelaars vertelden dat deze familie van ransuilen een vast roestplek heeft in de dennenboom.