Geheime tuin

Het tuintijdschrift Onze Eigen Tuin (OET) verschijnt 4 maal per jaar. Elk kwartaal een nieuw nummer met steeds een thema. Het winter nummer van 2022 heeft als thema ‘Geheim’. Geheim schrift, familiegeheimen, geheime tuin. Heb je wel een gehoord van het Voynich manuscript? Het ziet er uit als een oud wetenschappelijk document over planten. Maar is geschreven in een onbeschrijfelijke taal. En als je goed naar de plaatjes kijkt zijn het geen bestaande planten, maar een soort fantasieplanten. Het ‘geheimschrift’ is na 5 eeuwen nog steeds niet ontcijferd.

Een leuk artikel is van Wim Meulenkamp die schrijft over in de vergetelheid geraakte tuinen. Hoe hij tijdens zijn studie met een medestudent zo’n vergeten tuin in Engeland in kaart bracht. En ook dat het jammer is als de tuin herontdekt wordt door het publiek en helemaal opgeknapt wordt. “Want tot die tijd was die tuin van jou, en van jou alleen”.

Daar moest ik aan denken toen we bij een van onze ommetjes een voor ons onbekend stukje verwilderde tuin in de buurt ontdekten. Met een bloemenschat: een prachtig plekje met cyclaampjes. Ik ga niet vertellen waar dit is. Laat het een geheim stukje blijven, voor een paar mensen die het toevallig ontdekken.

Hortus kunst

Bij ons laatste bezoekje aan de Hortus, op loopafstand van ons huis, dus vaak onderdeel van een wandelingetje, bezochten we weer eens de kas. Een kas op dit moment met wanden en dak van plastic. Waar de kuipplanten overwinteren, en een heleboel bianten – ondanks de verwarming- nog een extra fleece jasje hebben in de winter. Het ziet er bijna uit als een soort kunstwerk, een ‘installatie’. In een omgeving van tropische planten. Zou mooi zijn als er ooit weer een echte grote kas in de Hortus kan komen, een energieneutrale.

Op een doordeweekse dag is het rustig in de Hortus. In de chinese tuin deze keer behoorlijke activiteit. De koekarpers hadden last van parasieten en worden nu ergens behandeld en zitten in quarantaine. Mooi moment om de grote vijver schoon te maken. Bijna al het water was leeggepompt, man met grote lieslaarzen aan blubber van de bodem aan het scheppen. Vrijwilligers van de Hortus reden vele kruiwagens vol modder weg. Ook werd volop geschuurd en geschaafd. Het houtwerk (bamboewerk) van de Chinese tuin heeft hoognodig onderhoud nodig, er wordt volop gewerkt.

Groen in groen nestje

Her en der in de tuin begin ik voorzichtig schoon te maken voor het nieuwe seizoen. Alleen op plekken waar bijvoorbeeld hele vroege bloeiers koemen. Of op plekken waar ik even niet te veel blad wil laten liggen als schuilplek voor de slakken die dat ene bijzondere plantje dan aanknabbelen. Tegelijkertijd goed opletten, want allerlei beestjes schuilen lekker tussen al dat oude plantmateriaal. En soms ook nieuw plantenmateriaal, zoals het verse blad van de boshyacinten. Bij het weghalen van het blad kwam ik deze kleine groene tegen. Snel weer een blaadje over heen gelegd.

Momfers tellen

11 en 12 februari werd de mollentelling 2023 gehouden. Georganiseerd door de zoogdierenvereniging. Gelukkig mocht je ook molshopen tellen, die zijn een stuk makkelijker. Mollen zelf zie je zelden. En om hoeveel mollen het dan gaat? Dat is niet zeker, want mollen maken per individu een groot aantal molshopen. Elke mol heeft een eigen gangenstelsel, indringers niet gewenst. Dat kan wel 100 meter lang zijn en afhankelijk van grondsoort, regenval e.d. kan er meer of minder onderhoudswerk aan de gangen zijn, en dus meer of minder molshopen per mol.

Ik telde steeds ‘conglomeraties’ van hopen, plekken in het weiland waar vrij veel hopen bij elkaar lagen omringd door delen met geen/ weinig hopen. Mijn veronderstelling is dat zo’n conglomeratie van molshopen bij 1 mol hoort. Geen idee of dat zo is, maar telt makkelijker. In totaal telde ik in een kleinen twee uur 96 conglomeraties: ongeveer 15 kleine (van ca 30 hopen), ongeveer 65 grote (van ca 50 hopen) en nog ongeveer 20 hele grote (van 80-100 hopen). Bij het invoeren van de mollentelling kun je met een klik op de kaart aangeven waar je geteld hebt: de website maakt er dan automatisch een telgebied van. Totaal 500 hopen doorgegeven. Ik bedenk me net dat dat een factor 10 te laag is … Bijna 100 groepen van 50 hopen elk is toch echt 5000 ipv 500 … Kijken of ik dat nog kan corrigeren.

Tekening 11: Delphinium blauw

Tekening van bloeiende delphiniums in februari?
Hoe dat zo?
Gister hebben Jitske en ik besloten weer een tuinreisje te gaan maken.
Dat wordt onze derde.
In het najaar pas, naar Kent en Sussex.

En een van de tuinen waar we dan op dag 1 langs komen is Godinton Gardens.
Die hebben we als eerste tuin op onze eerste reis ook bezocht.
Dat was in de zomer, in juni.
En ik vergeet het onbeschrijflijke blauw van de riddersporen in die tuin nooit meer.

Vandaar.

Winterbloeiende lentebloem

De wetenschappelijke naam van de winterakoniet is eranthis hyemalis. DE naam geeft meteen een goede beschrijving: eranthis betekent zoiets als  lentebloemen; en hyemalis betekent in de winter bloeiend. De winterakoniet komt oorspronkelijk uit de Balkan en Zuid-Europa komt en wordt in Nederland al eeuwenlang toegepast is als stinzenplant op landgoederen. Soms verwilderd te vinden in voedselrijke bossen en graslanden. Vooral in Groningen, Zuid-Limburg, het rivierengebied, en in het noordwesten van Friesland. Hoe meer bij elkaar, des te mooier.

Bij ons in de tuin hebben we er maar een handjevol, die ik zorgvuldig in de gaten houd. Ook met een of twee bloempjes ben ik elk jaar weer blij. Hier de eerste twee op de foto. En als ik goed kijk lijken er nog minstens drie bij te komen. En ook een robertskruidblaadje te zien en knolle tjes en blad (onderaan) van speenkruid.

Winterakonieten kunnen in lichte schaduw staan, en mooi gecombineerd worden met bladverliezende bomen of struiken. Luchtige voedzame en humusrijke grond. Als dat ook nog kalkhoudend is kan de akoniet zich uitzaaien. Dat gebeurt bij ons zeer beperkt (zure veengrond). Maar ze zijn er nog steeds.

WeekendWandelbelevenissen

Zag er niet naar uit met de grijze nattigheid zondagmorgen, dat het ’s middags zo’n mooi weer zou worden. Mooi voor een wandeling. En de zaterdag middag was het ook al zo mooi.

Het begin – en eindstuk was gelijk, vanuit huis naar het zuiden, bijna meteen het Nationaal Park Drentse Aa in. Zaterdag langs de bijtjes van Doeke, via de tuin van het gebouw van Groninger landschap. Zondag een grotere lus, via de Appelbergen (Paviljoen Appelbergen was bommetje vol, zo op een zonnige zondagmiddag). Resp. 10 duizend en 18 duizend stappen.

Vooruit lopend op de krokussen…

Knip

In de zijborder aan de westkant van onze tuin komen binnenkort grote aantallen krokussen. Om de krokussen mooier uit te laten komen knip ik de grote bossen siergras waar ze omheen staan dan ook nu al af. Ook al hebben ze nog pluis aan hun pluimen. Het blad is wel grotendeels afgevallen en ligt als een paar cm dikke deken rond de pollen.

Iep

Iep wandelt langs en vraagt over de heg: Moeten die nu al afgeknipt? Ik heb ook van die grassen in de tuin. Nee Iep, eigenlijk is eind maart / begin april beter. Om risico dat de groeipuntjes van de nieuwe halmen bij een latere vorst bevriezen. Het hele jaar zie je dan die bruine puntjes.
Keuzes, keuzes.

Zijborder waar de krokussen komen

Veldkers, zuring en gras

Op de foto zie je de twee afgeknipte pollen siergras. En op de voorgrond een stukje van de border waar ik zoveel mogelijk het gras (deels kweekgras) verwijderd heb, en een aantal rozetjes van de kleine veldkers (met de eerste bloempjes) en zaailingen van zuring. Nu nog heel klein en makkelijk weg te halen, maar later in het jaar een stuk lastiger. Als doende natuurlijk ook een paar krokussen onthoofd. Dat gebeurt jullie vast ook wel eens. Eigenlijk wil je dan de groeineus van de krokus liefst weer aan het bolletje vastplakken. Maar helaas. Voor dat specifieke bolletje dit jaar geen bloem.

Zonnebloemen- tauge

Onze eekhoorns houden niet van groente. In het eekhoorn-voederkastje in de hazelaar ligt een laagje kleine noten en zaden waaronder zonnebloempitten. Ze krijgen elke dag twee walnoten in dop. De walnoten zijn elke dag weg; vaak zien we een eekhoorn binnen 5 minuten nadat Eddy de walnoten in het kastje uit de bomen afdalen. Vanochtend was het Erika.

De pitten en zaden worden wel gegeten, maar niet zo snel. En met relatief warm en vochtig weer zijn de pitten weer gaan ontkiemen. Een soort tauge.
Dit blieven Erik en Erika niet.
Om te voorkomen dat de boel gaat schimmelen hebben we de uitgelopen zaden nu uit het kastje gehaald. Misschien schiet er nog wel een wortel.

Tekening 10 – Knobbelzwanen

Aan de Moarweg op 5 minuten lopen is een kleinen naast waar vorige week twee jonge zwanen zwommen. Nog niet helemaal wit. Een paar dagen later, en vandaag ook weer, zagen we nog maar 1 jonge zwaan. Waar de ander gebleven is, en de ouders?

Een klein stukje verderop, nog geen 100 meter, waar het vaartje overgaat in een meertje zag ik twee volwassen zwanen, misschien wel de ouders. Het werd al een beetje donker: prachtig beeld van de twee zwanen met hun spiegelbeeld.