Kwakende insecten?

We zaten op het terras en hoorden een gek geluid.
Het leek wel op eenden die in de verte kwaakten.
Toch klonk het dichterbij.
In de vijver dan?

Eddy ging op onderzoek uit, en kwam tot de conclusie dat het geluid van heel dichtbij kwam. Vanuit de insectenhotels die op twee meter van het terras hangen. Toen we van dichtbij gingen kijken, zagen we dat de afgelopen periode de nodige gangetjes waren dichtgemetseld. Het geluid kwam uit het zeshoekige kastje, in het andere kastje waren veel gangetjes ‘groen’ dichtgemetseld. De eerste foto’s en het geluidfragment zijn van 20 juli . Wel geluid, geen beweging te zien.

Zouden de metselbijtjes kwaken vlak voor ze uitkomen? In een bijenkast met honingbijen is dat namelijk wel zo. Als er een nieuwe koningin op het punt staat om uit te komen wordt er gekwaakt (en getuut trouwens).

Een paar dagen later (23 juli) hoorden we het kwaken weer. Toen ik nogmaals ging kijken zag ik dat de meeste groen-gemetselde gangetjes weer open waren. Of de metselbijtjes zijn uitgekomen? Dat zullen we nooit weten.
Kan ook zijn dat de koolmeesjes de gangetjes opengepeuterd hebben. En ook de wesp met de lange legboor die over het kastje liep beloofde niet veel goeds.

Pneumostome

Het gat had ik al eerder gezien, in naaktslakken. Aan de zijkant van het lijf zie je -soms- een gat. Niet altijd, want het valt alleen op als het gat open staat. Recent hoorde ik in een tuinprogramma op de BBC iemand enthousiast over slakken vertellen. Dat ze over het algemeen toch echt heel nuttig waren. Ook in je tuin. En dat het ook een bijzonder beest was: ze zijn asymmetrisch: het gat in de zijkant zit maar aan 1 kant en niet aan beide kanten.

Kijk, dat was me dus niet eerder opgevallen. Leuk weetje. Het gat heet een ‘pneumostome’ en de slak gebruikt deze opening om door te ademen. O ja, en ook om te poepen trouwens. Genoeg slakken in de tuin, dus ga vooral eens kijken of je ze ziet, met hun ademopening open.

Zelfde slak, van rechts en van links bekeken.

En let ook maar eens op aan welke kant het zit. Heb je altijd rechtsademende slakken, zoals deze op de foto, of zouden er ook linksademende zijn?

De slak op de foto was begin van de avond op weg naar de basilicumplant in pot, die ik elke avond op de tuintafel of een terrasstoel zet. Net als de dahlia’s in pot en de afrikaantjes…

Een wolk van gras

Nu op hun mooist : de sierlijke wolken van de bloeiwijzen van de pollen descampsia in onze tuin. Descampsia cepitosa voluit, of ruwe smele. Een inheems gras dat compacte donker groene pollen maakt. In juni komen de lange ijle aren uit de pol omhoog. En als elke aar zijn zijn bloeiwijze openvouwt…. dan is het een grote wolk, die boven de groene pollen lijkt te zweven. Nu is de wolk nog groenig, bruinig. Over een paar weken strogeel. De aartjes blijven lang mooi.

De wolk van bloeiende ruwe smele op de linkerhelft van de foto.

Meestal blijven de aren mooi overeind staan, maar een van de pollen heeft dit jaar (door het natte voorjaar?) extreem lange aren gemaakt, die met de regen vorige week zijn gaan liggen. Bij deze pol ligt de ‘wolk’ nu bijna op de grond. Die ga ik binnenkort een beetje terug knippen.

Helenium Paulien

Ze staan in bloei, op verschillende plekken in de tuin. De stekken die ik eerder dit jaar oppotte: losse rozetten. Nadat ik in het voorjaar een paar dikke pollen van Paulien verder op in de straat kreeg. Eerst een donkerbruin hartje, dan hele korte ‘stompjes’ van aankomende bladeren, geel met rood (foto 1 en 2). Als de bladeren zich ontvouwen zijn ze oranjig-geel gestreept. En dat donkere hart…. eerst een gele ring met meeldraden/stampertjes rond de basis van het donkerbruine hart (foto 3). En later is het hele donkerbruine hartje verandert in een gelig balletje (foto 4 en 5).

Mooi hoor. Welke het precies is? Moeilijk te zeggen. Als je op Helenium + afbeelding zoekt kom je tientallen foto’s tegen, allemaal verschillende namen. Zonder tegenbericht houdt ik het op Helenium Paulien.

Op verschillende sites kwam ik tegen dat je ze na de bloei terug knipt en dat er dan nieuwe bloemen komen…

Links:
Waarom helenium Sneeze weed heet.
Konijn en ree lusten ze niet.

Gouden eieren – vervolg

Vorige week schreef ik over mooie goudglinsterende eitjes aan de onderkant van een meidoornblad. Benieuwd welk rupsje daar uit zou komen. Ik dacht namelijk aan een vlinder. Nee hoor: het blijken wantseneitjes te zijn geweest. In het glazen potje waar ik de eitjes liet uitkomen wandelen nu een achttal kleine groen-met-zwarte wantsen. Ze zijn nu twee dagen oud en zitten nog in het potje met wat meidoornblaadjes en kunnen er uit als ze willen.

5 van de 8, 1 dag oud, 2 mm klein.
Zo’n babywantsje is vanaf het begin al een en al voelspriet en waakzaamheid.

Het is de nimf van de smalle randwants, Gonocerus acuteangulatus, een plantenetende wants. De volwassen wants is bruinig met wat stippels en makkelijke te herkennen aan de hoekige schouders. In het Verenigd Koninkrijk heette deze wants oorspronkelijk the Box bug: de buxus kever. Naar verluid omdat ie oorspronkelijk in Engeland alleen voorkwam in buxusstruiken op Box Hill (Surrey). De soort is algemeen in het Middellandse zee gebied, noordwest europa en delen van centraal asiel. Houdt van zonbeschenen (bedragende) struiken, waaronder meidoorn.

NB. Twee dagen later keek ik in het potje, waar een klein bodempje water in zit om de takjes meidoorn vers te houden. Ik schrok, het leek erop dat alle wantjes verdronken waren. Nog eens kijken…. het bleken de lege huidjes te zijn. Net als veel andere insecten gaan wantsen verschillende stadia van vervelling door. En dan blijft het lege huidje (de te kleine jas) over, inclusief de vervelde antennes!

Raadplaatje 4 juli 2021 – dansende elfjes

Uit een ooghoek zag ik witte bloempjes. 
Op een plek waar ik ze niet eerder zag, 
tevoorschijn piepend onder het blad van een grote vingerhoedskruid vandaan.
Hun eigen blad verborgen.

Eerst dacht ik dat de bloem al deels uitgebloeid was.
Een deel van de bloemblaadjes had laten vallen.
Maar dat zou te toevallig zijn. 
Als van elke bloem de onderste twee bloemblaadjes bleven zitten….

En van dichtbij bekeken zie je het meteen: dit is gewoon de bloeiwijze van dit plantje!
Onder twee lange witte blaadjes, boven drie korte meer roze blaadjes.
Als dansende elfjes.


Als je weet wat het is, of je hebt het plantje ook in je tuin, reageer gerust via de ‘reactie’ link.
Die vind je links naast dit blog.

Familie? Of Niet?

Twee planten nu in bier in de tuin.
Beide met witte bloemen met 5 bloemblaadjes.
Beide met diep ingesneden blad.
Beide 30-40 cm hoog.
Familie van elkaar? Of Niet?

Niet. 
De eerste is de witbloeiende variant van muskuskaasjeskruid. 
Hoofdgroep: primitieve asteriden.
Plantenfamilie: malvaceae of kaasjeskruidfamilie.

De tweede is de witbloeiende vorm van de bloedooievaarsbek, geranium sanguineum ‘album’
Uit Hoofdgroep Geranium-en vioolachtigen  (in de Flora van Nederland).
Plantenfamilie: geraniaceae; de ooievaarsbekfamilie.

Als ze uitgebloeid zijn zie je hele duidelijke verschillen in de vorm van de zaden en zaaddozen.

NB. Wist je dat er ook allerlei bomen tot de hoofdgroep primitieve asteriden behoren?
Onder andere de linde, de paardekastanje en esdoorns!

En in de hoofdgroep geranium- en vioolachtigen vinden we naast families van kruidachtige soorten, zoals de ooievaarsbekken, viooltjes en hertshooifamilies ook struiken en bomen uit de wijnstok-, wilgen – en kardinaalsmutsenfamilies…

Vaas multiflora

Bij het voorbereiden van het snoeien der heggen door Eddy loop ik altijd eerst een rondje er langs. En allerlei bloemen die half in of onder de heg snoeien haal ik vast weg. Die worden anders toch afgesnoeid.ook als na een dikke regenbui sommige bloemen omgevallen zijn en precies over een veelgebruikt looppad liggen: knip, knip.
Op het terras staat een dikbuikige rode vaas. Die vul ik eerst met water en een aantal bloemschermen van de vrouwenmantel. En gedurende de komende weken steek ik steeds de losse bloemen van onder de heg, of elders in de knel gekomen of geknakt, er tussen. Een vrolijke mengelmoes.