Blauwogengras

Sisyrinchium striatum is de wetenschappelijke naam. De Nederlandse naam is bieslelie of blauwogengras. Ik heb deze zachtgeel bloeiende veel gezien op tuinreizen in Engeland. Bij de laatste reis nam ik een stekje mee, maar die overleefde de eerste winter niet. Te nat?

Vorig jaar in een tuin hier in de buurt, stonden de planten wat verhoogd, een tuin waar allerlei (sub) tropische planten groeiden. De bieslelie zaaide zich daar prima uit. Nieuwe kans: stekje mee en nu in de tuin langs een tuinpad gezet (beetje warmte, en ook wat verhoogd en met fijn grid door de grond. Het blad is blauwachtig groen, langwerpig, beetje als irissen. Is ook van de familie iris-achtigen.
Jitske, hij doet het!
Vorige week zag ik een paar bloeistengels ontstaan, een beetje als een ’telescopische’ aanwijsstok in elkaar geschoven. En vandaag de eerste bloem. Waar de naam blauwogengras vandaan komt? Dat heb ik nog niet kunnen achterhalen.

Op de ene plek op internet staat dat ie goed winterhard is, op een andere dat je de plant bij strenge winters moet afdekken. Dat ie vochthoudende grond wil hebben, of juist s winters niet nat. Dat ie zich soms erg uitzaait…
Bij een beschrijving op internet zie ik net staan dat de plant wintergroen is (klopt), van normale of vochtige bodem houdt (dus niet te droog), in zon – of halfschaduw kan staan en in neutrale of kalkrijke grond wil staan.
Oei! Daar een beetje op letten: kalkrijk…. wij hebben zure veengrond.

Tuinbezoek Eef 16 mei

Afgelopen maandag op de fiets naar Noordlaren, tuinbezoekje bij Eef. Al vaker bij haar in de tuin geweest, in verschillende seizoenen. De kaatste keer was het koud en mistig en motregen. Deze keer prima weer, kopje koffie in de tuin (met zonnebril op). En uiteraard een wandeling door de tuin: het achterdeel is inmiddels een stuk bos geworden, alleen door de omringende weilanden gescheiden van het Noordlaarderbos. En dat is te merken ook. Eef had een aantal maanden geleden steeds allemaal putjes in de graspaden, soms een wat groter gat. Ze leende een infrarood camera, en de gatengraver werd op beeld vastgelegd: het bleken dassen te zijn, die uit het bos komen en lekker in de grond graven naar slakken en wormen.

Voor de pergola groeit een flinke gebied met de zonnekroon, later in het jaar worden de planten met de zonnebloemachtige bloemen zo hoog dat je de dwarsbalk van de pergola helemaal niet meer ziet. Een paar jaar terug nam ik een flinke stek van de zonnekroon mee, de eerste twee jaar nioet erg goed aangeslagen, de slakken bleken ze te lusten. Maar dit jaar ziet het er goed uit. (Alhoewel, afgelopen week paar forse regenbuiken, dus slakkenvriendjes kunnen weer overal naar toe glijden…)

De brug: dat is een draaibrug geworden. Eef vertelt: met de vele regen vroeg in het jaar stond het water in de vijver ruim een halve meter hoger. De brug die oorspronkelijk dwars op de vijver lag, werd opgetild en draaide zich zelf 90 graden. Nu het water weer gezakt is ligt de brug in de lengte van de vijver, midden in het water. Meer een soort steiger.

Van het parelgras en de bijzondere persicaria nam ik een stukje mee, die staan inmiddels bij ons in de tuin. De persicaria wordt 90 cm hoog, groeit breed uit en bloeit van augustus tot oktober, net als twee andere perscaria’s microcephala die we al in de tuin hebben. Wit , dacht ik.

Plantenmarkt Zuid-Groningen

Samen de wereld wat mooier maken.
Deze uitnodiging kreeg ik toegestuurd door Michiel.
Michiel is hovenier en ik ken hem van de Wilde Planten Tuin Kring – Haren (nu IVN werkgroep).

Op zondagmiddag 5 juni organiseert hij een plantjes markt.
Woon je in de buurt van Groningen en wil je stekjes delen , ruilen, kopen of verkopen of tuin- en kamerplanten kopen. Je kunt luisteren naar een verhalenverteller en naar live muziek. Of mee gaan met de rondleiding door de ecotuin. Heb je zin om een handje te helpen, met koffie en thee, welkom op de Goeman Borgesiuslaan 245 in Groningen. Neem dan even contact op met Michiel. Zijn email staat op de fleurige uitnodigingposter.

Erika

Pok, pok, pok. Het houten dekseltje van het eekhoornkastje klapperde. Vast Erik weer, dachten we. Nee, deze keer was het niet Erik, maarErika. Rode staart, en stukje kleiner. Het voederkastje is vanaf het terras gezien, aan de achterkant van een van de stammen van de hazelaar. Voordeel is dat ik heel langzaam de achtertuin in kan lopen richting de hazelaar. Ik zie de eekhoorn eerst niet, en omgekeerd geldt hetzelfde. Gistermiddag langzaam naar achter lopen en heeeel langzaam om het hoekje van de stam kijken. Rode staart! Het is niet Erik, maar Erika.

Nog een beetje verder: achtereind van een eekhoorn te zien; kop en voorpoten hangen in het voederkastje om een pinda te scoren. De eerste paar pinda’s eet ze met rug naar me toe, staart over haar rug gekruld, dan draait ze zich om. Lichte paniek. Daar sta ik, op ongeveer 2 meter afstand, heel stil. Kwetterende fluitgeluidjes. Ze vindt het niet pluis, en kijkt me alert aan. Schuift een paar meter omhoog de hazelaar in. Maar komt een paar minuten later nog weer terug. Nu heb ik mijn telefoon bij me, voor foto’s en een filmpje-met-geluid.

Volgende keer de grote camera met mooie lens.

Primula’s verhuisd

De primula’s die ik 1 mei plantte zijn deels al weer verhuisd. Toen ik ze begin vorige week bekeek, degenen die aan de zuidrand van de vijver stonden, bleken de ‘Miller’s crimsons’ slap van de warmte en was een bloemstengel afgeknaagd door slakken volk. De twee appleblossoms waren nog niet in bloei, wel waren er knoppen te zien. Maar … de bladeren waren behoorlijk aangeknaagd. Een grote bloempot voor de appleblossoms gezet voor een beetje schaduw. En een grote pepermuntgeurgeranium in pot voor de Millers geplaatst. Beetje schaduw, terwijl ik nadacht over een definitieve oplossing.

De volgende ochtend lag de bloempot, terracotta, bovenop een van de primula’s, waarschijnlijk een rondstuiterende (buur)poes. De bloemstengel was nog maar heel kort en leek niet afgebroken, alleen platgebogen.

Ondertussen had ik – midden in de nacht- bedacht dat een plek waar de grond altijd vochtig is, maar de plantjes nooit echt in het water staan, het voormalige rietmoerasje is. Dat is een ronde gemetselde bak die ‘binnen’ het vijverfolie is opgenomen. Ooit stond daar riet in, totdat dat deze de muur begon te ontwrichten door de groeikracht. Toen vervangen door onder andere gele lis. En inmiddels ook diverse aangewaaide varens en andere planten. Vrijdag flink hakken en wrikken met de spade om enkele gele lissen (wist je dat die knalroze wortelknollen maken?) en varens uit te scheppen. En daar hebben de Miller’s crimsons en appleblossoms een nieuw plekje gevonden. In de schaduw van een varen, en met altijd vochtige voeten. Wat ik alleen niet kan beïnvloeden is de slakken. Toen ik de foto’s voor dit stukje aan het uitzoeken was, zag ik opeens een naaktslak (foto x) op een bloem. Het is nu half 9 ’s avonds. Ik rende nog even naar buiten om evt (naakt) slakken te verwijderen. Zaten er toch weer twee bij…. potverdikkie.

Ik had 1 plantje van de derde soort, de carminea gekocht. Er zaten drie rozetjes in het potje, die ik iets uit elkaar zette. Grappig dat twee echt hardroze zijn, en de derde juist heel zacht roze. Met een soort bloem bepoederd.

Plan voor de toekomst: op termijn alle gele lissen op deze plek weghalen, zodat het een veldje primula’s wordt … Hopelijk zoveel dat de slakken het niet opkrijgen.

Twee kleuren paardenkastanje

Paardenkastanjes in volle bloei zijn altijd imposant met hun kaarsen van bloemen. Meestal bloeien ze wit (vanuit de verte gezien dan), maar soms heb je roodbloeiende exemplaren. Vorig weekend waren we met vrienden in een huisje met een enorme tuin, waarin ook monumentale bomen. Grote hoge dennen, een treurbeuk en ook kastanjes. OP de foto lijken het twee bomen, links een witte (gewone) en rechts een rode. Maar…. het blijkt 1 boom te zijn. Waarschijnlijk is de rode vorm ge-ent op een onderstam van een gewone paardenkastanje, en onder de ent is een tak van de oorspronkelijke onderstam uitgelopen, en gegroeid, en gegroeid. De hoofdtak van het witte deel is inmiddels al 40 cm in doorsnee, vlak bij de sta, van de boom. Het witte deel is wel groeikrachtiger, dikkere kaarsjes ook. Op termijn zal de hele boom teruglopen naar de wilde vorm.

Tomaten van Hilde

5 verschillende tomatenplantjes kreeg ik van Hilde, met een sateprikkertje ernaast voor de steun. En naambordjes. Ze had een pakketje met zaad van maar liefst 12 soorten tomaten van Holly gekregen, en drie zaden van elke soort gezaaid. En ze kwamen allemaal op. Dan zit je wel opeens met ruim 30 planten. Een paar daarvan zijn dus naar hier verhuisd.

21 april, verrassing op het terras

Vorige week heb ik ze elk in een grote pot gezet. Ik ga ze op het terras verder opkweken. Hoe hoog worden ze, appte ik, dan weet ik hoe lang de stok moet zijn die ik erbij zet. Antwoord kwam snel: Neem maar een lange stok, ze worden allemaal tussen de 1 en 2 meter….

Hmmm, nog maar eens nadenken hoe ik dat doe. Zulke lange stokken blijven nooit een heel seizoen recht staan in een pot. Misschien per tomaten plant een touwtje naar de bovenkant van de serre?

Ik zal eerst de poot van de parasol weer buiten zetten en daar de tomatenplanten achter opstellen.

Oranje met rozerood

Niet meteen de meest voor de handliggende kleuren om te combineren. Toch werkt het goed, oranje en donkerroze rozen in een bos. Die kreeg ik van Luda, bij een etentje dat we organiseerden zaterdagavond. Vegetarische rijsttafel: vrijdag middag en zaterdagmiddag staan koken.

Lekker gegeten, maar bleek veel te veel. Dus vanavond (met extra fleece) op terras buiten: rijsttafel revisited. Ennuh, nog niet op: paar gerechten bewaard voor morgen.