Vliegende aardappels

Zaterdag nog bezig geweest met voorbereidingen voor openstelling tuin op zondag. Ga je nog een tuin bezoeken?, vroeg Jitske. Ja, appte ik, In ieder geval 1, de tuin van Mieke, en als er nog tijd is een tweede.
Ik ben al heel wat keren in Mieke’s tuin geweest en in deze tijd van het jaar is die heeel mooi. We werden niet teleurgesteld: weer onder de indruk van het spektakel van veel floxen. 

Ook nu weer keurig verzorgde instructies door de kleinkinderen (op de foto Iris en Derk) én een opdracht : tel het aantal vliegende aardappels. Wij kwamen tot 10 ( een van de 10 was al ‘geland’ op een landingsbaan) en dat bleek goed te zijn.

De ‘net niet kaalgevreten‘ buxuswolk, zoals Mieke het omschreef in haar korte tuinbeschrijving, zat nog behoorlijk in het blad. Vergelijk foto 6 met de foto in het vlogje van 2016.

De tweede tuin kwam er niet meer van, volgend jaar weer.

Beessies

Tussen de potjes met plantjes gaan vaak huisjesslakken zitten. Eens in de zoveel tijd pak ik de potjes op om ze van de slakken te ontdoen. Deze keer trof ik naast de huisjesslakken ook twee verschillende harige rupsen aan. Met de potjes naar Eddy, die met de ObsIdentify app, mij snel kon vertellen welke beestjes het waren. Ook handig voor het determineren van (nacht)vlinders, ‘motten’, die regelmatig ergens op een raam zitten en die allemaal op elkaar lijken.

Goudgele plooiparasol

De eerste paddestoelen verschijnen al weer, vochtig genoeg. En soms op bijzondere plaatsen. Zoals dit leuke gele paddenstoeltje, prachtig geel en niet groter dan een centimeter of twee. Waar te zien?

Deze stonden gewoon in mijn werkkamer. In de potgrond van een kamerplant, een spatiphyllum. Deze goudgele plooiparasol (als ie iets verder groeit gaat het hoedje open als een soort plooirokje) komt vaak binnenshuis voor. De sporen zitten in potgrond waar bijvoorbeeld kokosresten in verwerkt zijn.

Fruitvliegjes

Het is de tijd van het jaar dat ze overal verschijnen. De fruitvliegjes. We hebben zo’n elektrische zapper in de keuken liggen, maar de vliegjes vliegen gewoon ‘door de tralies’ heen lijkt het.

Toen vond Eddy een link met een tip hoe de vliegjes te vangen. Dat gingen we natuurlijk meteen proberen. Eerste potje met honing opgelost is beetje warm water. Toen een tweede potje met een bodempje kefir. Als we weer een keer bier drinken proberen we dat ook. Ook daar schijnen de vliegjes dol op te zijn. Ze zijn nog niet allemaal weg, maar er zijn al heel wat vliegjes de trechter ingevlogen (en niet meer eruit).

Mooie tip.

Kozijnrood

Voor het huis, op het hoekje tegen de muur hebben we twee stokrozen staan. Zaadjes van de buren gezaaid. Die zijn nu in bloei. Prachtig donkerrood. Mooi als het licht erlangs, of erdoor schijnt. En de kleine regendruppeltjes erop parelen. Grappig is dat de bloemen van de ene stokroos gladde randen hebben, terwijl de bloemen van de andere wat kartels hebben. Natuurlijke variatie. Beide kleuren mooi bij het donkerrood van onze kozijnen. 

Meestal tweejarig, soms eenjarig of vast. Er zijn verschillende soorten.
Aan de zaaddoosjes kun je zien dat het familie van de malva is.
Heeft soms last van slakkenvraat, daarom mooi in plekje in grind vlak bij muur op het zuiden. Lekker warm, snel warm, snel droog. Minder slakvriendelijk.
Engels Hollyhock
Frans Rose trémière of Rose à batons;
Duits Stockrose

Detailz

Vanmorgen bij het plukken van de wijnbesjes voor in het ontbijt, scheen de vroege zon prachtig door de doorschijnende bessen. Mooi moment. 

Zo ook de knoppen van de herfstanemoon , net voor ze opengaan. Bolletjes met een klein puntje en fijnbehaard. Bijna nog mooier dan de bloemen zelf.

In een pot op het terras, een begonia met grote gele dubbele bloemen. Langbloeiend. En dan opeens vallen de bloemen af. Dreivend in een ondiep bakje met water zijn ze nog zeker een week mooi. Vorige week zag ik opeens dat waar de bloem was afgevallen, nog een stukje van de bloem achterbleef. Een enkele bloem leek het wel, me een hartje. Of zijn het gewoon gele schutblaadjes. De zaaddoos begon zich er vlak achter al te vormen.

Blauw en wit

Op verschillende plekken in de tuin staat de Virginische lobelia’s te bloeien. Diep blauwpaars. In een steeds langer wordende aar beginnen de individuele bloemen te bloeien. De plant wordt zo’n 60-80 cm hoog. Bloemen met een forse lip en een ragfijn lijntje op de naar beneden wijzende bloemblaadjes. Ook deze plant is blij met de niet al te droge zomer. Bij ons staan de lobelia’s op een paar plekken, ze zaaien zich een klein beetje uit, alleen maar mooi om iets grotere groepen te krijgen. Verversing is ook nodig want elke afzonderlijke plant leeft maar een paar jaar: een kortlevende vaste plant.

Volgens een website (tuinen appeltern) kan de plant ook in een vijvermand! Houdt dus echt van natte voeten.  Er is ook een witte variant, maar of die net zo mooi is als de blauwe….

Pruimen voor en pruimen na

Dit jaar is de pruimenoogst veel beter dan afgelopen jaren. Veel fruit en grote dikke pruimen. Zaterdag aan de pluk gegaan, twee grote bakken vol, samen goed voor bijna 4 kilo. Dat was van de onderste 2,5 meter van de boom. Het bovenstuk, daar kan ik met de kleine trap niet bij. Ik zou natuurlijk met de zak-op-een-stok ok nog wat van de hogere pruimen kunnen plukken. Denk dat ik ze lekker laat hangen, voor de vogels en de eekhoorn. Die hebben we namelijk weer gesignaleerd. Houdt van pruimen uit het vuistje. En van hazelnoten, voor de wintervoorraad.

Zaterdag avond eerste deel van pruimen schoongemaakt en 1250 gram met de geleisuiker al even laten trekken. Zondagochtend potjes met soda gewassen en dekseltjes gekookt. En toen de pruimenjam, met een handjevol wijnbessen voor de extra kleur gemaakt. Zondagavond de rest van de pruimen schoongemaakt en in een paar zakken in de diepvries. Later in het jaar, op een regenachtige dag of zo, nog meer jam, of chutney maken. Op de website van Diana vond ik een nieuw recept, dat ik eens ga proberen. 

Welke hommel is dit?

Die vraag kreeg ik via Jitske binnen van Sjoerdtje. Met deze mooie foto van de hommel op een zonnehoed. Uhhm, een gewone sachembij?, opperde ik. En toen ik een paar dagen later een andere hommel aan het opzoeken was, dacht ik: welnee, het is de akkerhommel. Bij de beschrijving van de hommel (toevallig een Belgische website) stond ook een app genoemd: ObsIdentify. Zoiets als de app PlantNet waar mee je vanaf een foto een plant kunt identificeren, maar dan ook voor beestjes. Je kunt een bestaande foto gebruiken of ter plekke een foto maken in de app. Meteen ObsIdentify gedownload en uitgeprobeerd op deze foto.
Driemaal is scheepsrecht. De app zegt dat het een veldhommel is (93% zekerheid.) Daar ga ik nu maar van uit.

Voor de gein heb ik de foto groot uitvergroot op het bureaublad van mijn computer gezet en met de app ObsIdentify ook een foto gemaakt van het kleine insect linksonder op de foto. Nu weet ik ook wat dat is. Geen wesp maar een vliegje, een wenkvliegje: Sepsis fulgens. Het weekvliegje wordt ook wel wappervliegje genoemd, zit vaak met de vleugels uitgespreid op een plant, en beweegt zijn vleugels continu. Daar ga ik op letten!