Allerlei in de tuin

Of ie de paadjes precies zo moest rechtdagen als ze lagen, had de stratenmaker gevraagd. Ja doen maar, zei ik. Drie tegels breed bij het bankje links, en vlak daarna nog maar twee. Bij nader inzien mooier als er nog een paar tegels bij komen… Gaan we zelf maar aanvullen. We hebben nog een beetje zand over.
Terras, net ‘herleid’, met zand erop om in de kiertjes te vegen
Uitgebloeide sneeuwklokken, perfecte tijd om de pollen op te nemen en in kleinere kluitjes weer iets verder uit elkaar terug te zetten.
Hypericum calysinum, flink ingevroren met de miniwinter in februari. Mooie tijd om tot vlak boven een paar knoppen af te knippen. Loopt prima geelgroen weer uit.

Beginnen met potten

Rond het begin van de lente is een mooi tijdstip om de bollen en knollen die in de kelder overwinteren weer te voorschijn te halen en op te potten. Vorige week al een zak potgrond van 40 liter gehaald. Zaterdag 20 maart – met fietskar- nog 100 liter gehaald. Heb ik voorraadje.

Want met grote potten vliegen de liters potgrond erdoor heen. In de grootste pot de gloriosa knollen, in de op een na grootste de begoniaknollen; 1 knol was helemaal verdwenen, van binnen uit opgegeten door iemand (?), er was alleen nog een droog leeg vliesje in de turf waar de knollen overwinteren. Dan een paar potten met die ontzettend lekker ruikende Abbesijnse gladiolen. De rest van de gladiolenknolletjes gaan straks de volle grond in. Tot slot nog de gekke spinachtige wortelknollen van de commelina. Daar waren al groene puntjes van een centimeter of 2 te zien. Ik heb er een hele stel bij elkaar gedaan in een pot (afgekeken van de buren). Al deze potten staan voorlopig nog even in de serre. Vorstvrij.
Dahlia’s heb ik niet meer. Die heb ik vorig jaar allemaal bij de buren in de tuin gezet. Zij hadden plek. En hebben daar prima gebloeid. Toen idd e buurman er aan herinnerde, snelde hij naar de garage, om een kartonnen door te voorschijn te halen, waarin de knollen keurig bewaard waren. Die kan hij binnenkort oppotten.

De tomaten van paar weken geleden waren groot genoeg om te verspenen: ze staan elk in hun eigen 9×9 potje. Ik hoop dat ze het niet te koud vonden toen ik ze aan het verspenen was; buiten was het maar 5 graden en een koude wind. Deze staan nu ook in de serre.

Tot slot ook alvast was buiten planten in potten. Lichtroze persicaria’s. Een pol bij de buren uit de voortuin gespit. Nakomelingen van een plantje dat ooit bij ons vandaan kwam; had ik er maar 1 van en di had ik opgepot om te vermeerderen. Maar ja, als je geen naambordjes bij de plantjes stopt…. Aan de bladeren kon ik prima zien welke plant het was (persicaria amplexicaulis), maar niet welke kleur. En zo belandde de lichtroze versie, samen met allerlei andere plantjes bij de buren in de tuin. Maar nu dus wat nakomelingen weer terug. Ze krijgen er de donkerrode voor terug.

Trollen onder dak

Vrijdag was het mooi weer, en we besloten een stukje te fietsen en daar dan een rondje te wandelen. Iets verder van huis. Flinke noordenwind, bepaalde de richting: eerst naar het noorden (noordoosten. Rode om de borgmeren bij Harkstede.

Niet de ‘mooiste wandeling ooit’, aan zuidkant van het grootste meer keek je steeds tegen alle hutje mutje nieuwbouwhuizen aan ’t water, aan de oostkant een avontuurlijk pad blak langs het water (en af en toe een sprong over een blubberstrook), aan de noordkant langs de oude hoofdweg, door het oude dorp (wat verder van het water, en aan de westkant weer omlaag.
Mooi doorkijkjes, dat wel.

Zondag middag een wandeling naar het Sterrebos in Zuid-Groningen. Bij de entree een groepje houten trollen, die uitleg geven over de beplanting in het oude bosje. Deze trollengroep staat (zit) er sinds 2009. Ze hebben een dakje boven hun hoofd om ze te beschermen tegen de regen. De eerste groep was langzaam weggerot. Op de achtergrond een grasheuvel met duizenden krokussen. Het was grijs en winderig, de meeste krokussen waren dicht. En dan ziet het er ook de foto een stuk minder indrukwekkend uit dan als je er naast staat. Ga even kijke, als je in de buurt woont. Gewoon vanaf de Hereweg te zien, net voor je (vanuit Haren) onder de ringweg doorgaat.

Boek: Vogels als huisgenoten

Eerder las ik het boek Vogelhuis van Eva Meijer, over Len Howard een Britse naturalist en musicus. Ze gaf muzieklessen en speelde alt-viool in het London Symphonic Orchestra. In 1938 kocht ze een stuk grond buiten het dorp Ditchling en nam intrek in het huisje dat ze ‘Bird Cottage’ noemde. In 1949 zegde ze de muziek vaarwel en richtte zich volledig op haar grootste passie: het onderzoeken en waarnemen van de vogels in haar tuin. Ze zette de ramen van haar huis open en veel van de vogels kwamen binnen: op bezoek, om te schuilen en natuurlijk om lekkere hapjes te halen. Het boek van Eva Meijer ging over Len Howard (roman), met een paar stukjes uit eigen boeken van Len Howard.

Een koolmees bekijkt de tekening van Len Howard van dichtbij

Dit boek dat ik nu lees ‘Vogels als Huisgenoten’ is van Len Howard zelf. Erg leuk om de korte verhaaltjes te lezen. Over de individuele karakters die Len beschrijft, de namen van de vogeitjes, en de lange relatie die er soms bestond. In deze tijd van het jaar zijn ook de mezen in onze tuinen superactief. Leuk om iets dat je net gelezen hebt, dan min of meer live in eigen tuin mee te maken.

Goudhaantje

Voederhuisje Moldau hangt aan de westkant van het huis, op nog geen twee meter van de erker. Beschutte plek met veel begroeiing. Er komt van alles langs. Paartje staartmezen, zwartkoppen, meestal vrouwtje, soms man. Uiteraard pimpelmezen en koolmezen. Vaak ook roodborst. ER vlak bij staat een geelachtige conifeer, vrij open van binnen met horizontale kaalgesnoeide takken. Daar zitten steeds vogeltjes op verschillende takken, als traptreden van een (open) wenteltrap. Mooie wacht- en uitrustplekken.

Vandaag heb ik weer een halfuurtje op de poef in de erker gezeten. Deze keer met grote camera en telelens om het goudhaantje goed op de foto te zetten. Da’s nog niet gelukt. Dus eerst maar het filmpje van vorige week. Met de telefoon, het was grijs, dus niet zo scherp.

Met geluid



De laatste week heb ik elke dag al goudhaantjes gezien. Het zijn er in ieder geval twee, een mannetje en een vrouwtje. En wat zijn ze klein! Maar een cm of 8 kop tot staart, en tussen de 4 en 7 gram. Daar hoeft maar een half postzegeltje voor op de envelop. Lang niet ieder jaar zien we goudhaantjes in de tuin. Ze houden van sparren en lariksen. Deze winter -las ik- zijn er wat meer in Nederland. In ieder geval hangen ze hier al een tijdje rond. Hele druk bewegende vogeltjes, niet erg schuw.

Alles is relatief. Als ik een tijdje naar het goudhaantje heb gekeken, dan lijkt een koolmees wel een olifant zo groot.

Kikkerdriltelling

Elke keer weer nieuwe natuurtellingen waar je aan kunt mee doen. Deze keer vond ik via de IVN site de kikkerdriltelling Tussen 8 maart en 4 april kun je doorgeven hoeveel kikkerdril je in de vijver in je tuin vindt. Gelukkig gaat dat per blob of homp. Die tel je als ‘1 ei’, terwijl het in werkelijkheid tussen de 1000 en 2500 eieren per blob zijn.

Foto van IVN site: kikkerdril (de blobs) en paddensnoeren. op 1 foto. Paddensnoeren heb ik nog nooit bij ons in de vijvers gezien. Wat zou dat mooi zijn.

Woensdag zag ik de eerste bruine kikkers bewegen in de vijver. Afgelopen vrijdag en zaterdag, was het zo nat en stormachtig dat ik niet tot aan de vijver ben gekomen. Zondag even gaan kijken. Ik zag geen kikkers bij elkaar in het ondiepe stuk. Maar ik hoorde wel een paar bruine kikkers knorren. Tussen de dichte begroeiing in het diepe deel van de vijver. Nog eventjes.

De kikkerdriltelling is een zogenaamde ‘event-telling’: korte tijd. Via dezelfde site www.tuintelling.nl kun je je ook aanmelden om jaarrond met verschillende tellingen mee te doen. Ga ik me toch maar registreren. Je heb ook een tuincategorie die ’tuinreservaat’ heet. Daar voldoet onze tuin vast aan.

Stratenmaker in de regen

Ons overdekte terras was in de loop der jaren een beetje verzakt op sommige plekken. En de paadjes rondom het terras stonden bijnat weer (zoals nu) blank, als kleine kanaaltjes. Tijd om een en andere recht te laten leggen en op te hogen. Via Werkspot kwamen we uit bij William.

Busje met gereedschap, aanhangwagen met zand, eigen senseo-apparaat mee. Hij schepte en klopte en veegde. Met laser apparaat om de tegels mooi op afschot te leggen en een trilplaat om era aan te stampen. Dat gaat toch een stuk makkelijker dan als je het zelf doet. Wij hebben nooit een cursus stratenmaken gevolgd. Er waren twee stoeptegels te weinig (hoe dat kan?), dus ik ging op strooptocht door de tuin. Nog twee gevonden: een achter de verre schuur, een uit een (verzopen) stapstenen-paadje richting de vijver.

Er ligt nu allemaal zand op de paden om in de kieren te vegen. Maar ja, dat moet eigenlijk als het zand droog is. Dat kan nog wel een week duren…