Afgelopen woensdag tussen de buien door, felle opklaringen. Prachtige herfstkleuren tegen de soms donkergrijze lucht in Hortus Botanicus Haren.
Het was herfstvakantie. Twee moeders kwamen met hun kinderen naar de Hortus om naar de vissen in de vijver van de Chinese tuin te kijken. Daar kwamen ze niet aan. De kinderen stappen de greppel rond de tuin in en bleken volleerde kikkervangers te zijn.
“Sommige kinderen houden hun kleren schoon als ze ergens naar toe gaan“, zei een van moeders met een lach, “die van ons niet.“
De aangekondigde storm ‘Benjamin’ bleek niet meer dan stevige wind te zijn met af en toe een forse vlaag. Mooi, dan zitten de herfstbladeren nog iets langer aan de bomen. Deze week weer even kijken.
De wintertijd is ingegaan. Het is vroeg(er) donker.
De dagen worden korter, en het waait en stuimt.
Kortedag bloeiers vinden het prima. Als ze maar binnen staan.
Hier een van onze graslelies. Deze chlorophytum kreeg ik als stek van Hilde. Met de oorspronkelijke stek op de kast, de ‘kinderen’ halverwege de kast. En nu de ‘kleinkinderen’ net boven de grond. Een fraaie bloem in al haar eenvoud. Naast deze soort hebben we ook een bonte vorm met iets smallere bladeren en een egaal groene. Van de meeste hoge kasten bij ons thuis, en van de schoorsteenmantel, bungelen de kindplantjes van chlorophytums omlaag. Chlorophytums komen van oorsprong uit Zuidelijk Afrika.
Lang weekend in Nunspeet, in huisje Huismus op een kleinschalig vakantiepark. Vlakbij, kwartiertje lopen de Zandenplas. En net aan de andere kant van de snelweg het Zandenbos, en verder naar het oosten heidevelden, bos en een ENORME HOEVEELHEID paddenstoelen. Aantallen en soorten. Een aardster (foto 1) is altijd leuk. De oranjebruinen grote paddenstoelen op foto 2 en 3 (er stond een grote kring van midden tussen bramen en brandnetels, beetje gedoe om er dicht bij te komen), hadden fluweelzachte hoeden. Het lijkt de goudhoed te zijn, een zeldzame paddenstoel. En onderaan maakt Ingrid een foto van de omgekrulde hoed van de gewone heksenboleet, foto 4 en 5.
Rariteit, en tegelijkertijd geinig. Het kabouterpad, door een strookje bos vlakbij Vierhouten. Kabouters en ander klein bosleven in hun natuurlijke omgeving: het bos.
We hadden geluk met het weer, droog, af en toe zon. Op een nachtelijke wandeling, met zaklantaren, fotostatieven en reuzenverrekijker zochten we de eerste avond een pikdonkere open plek in het bos. Op jacht naar de komeet Lemmon, die vlak onder de Grote Beer moest staan. Grote Beer laag boven e bomen, melkweg, plejaden, dubbele open sterrenhoop, Andromeda nevel. Van alles te zien wat hoger aan de hemel.Helaas trokken er al snel lage wolken over. De komeet hebben we niet gezien. Wel zagen (eerst hoorden) we een kat, die door het bos struinde en het reuze gezellig vond dat we daar met zijn vijven stonden te kijken op het veldje. Hij kwam er gezellig bij zitten. De andere avonden helemaal geen wolkenloze plekken. Dus deze komeet is niet gelukt. Precies een jaar geleden op 20 oktober zagen we er wél een, zie hier.
En hier onze bijdrage aan het gastenboek van huisje Huismus.
Vorig (lang) weekend waren we met vrienden in een huisje in Nunspeet. Met op de eerste dag een excursie naar de Marker Wadden. We. waren er nog niet eerder geweest. Met de boot vanuit Lelystad. Het was zonnig, en later wat meer sluierbewolking, bijna windstil. Een perfecte dag, vertelde ook onze excursie gids van Natuurmonumenten. Over het zoetwatermeer, het Markermeer, kijkend, zagen we de skyline van Almere, bijna over de horizon een paar gebouwen van Amsterdam, en naar het Noorden Enkhuizen.
De eilanden, soms niet meer dan een reep zand, zijn 10 jaar geleden in het Markermeer aangelegd. Een groepje eilanden met een doel: het water van het Markermeer, zoet water, verbeteren. Hoe? Door dat de wind het water tussen de eilandjes heen en weer doet stromen (geen echte getijden, maar wel stromende watermassa’s bij verschillende windrichtingen). In de slenken tussen de eilanden kan het slib dan neerdalen. En zo wordt het water schoner. De effecten beginnen al merkbaar te worden.
Geen vaste bewoning om de Marker wadden, wel vier vakantie huisjes, en 2 x per dag een boot. Voor onderzoekers een walhalla, genoeg studieonderwerpen. Met verschillende gebouwen voor studenten en onderzoekers om op het hoofdeiland (het enige met gebouwen) te verblijven. Onderzoek aan de beplanting, insecten, waterstromen, waterkwaliteit, vogels en ook al de eerste paddenstoelen. Veel watervogels (ook lepelaars), en het ‘speenvarkengeluid’ van de waterral. Ik wil zo graag een keer live baardmannetjes zien, maar kwam nog niet verder dan de twee op de foto hieronder, gefotografeerd in de winkel van het eilandpaviljoen. Misschien in mei nog eens terugkomen, dan staan ook alle bloemen in bloei. Ik zag foto’s van een eiland geel van de bloeiende waterandijvie.
Op mijn vraag waar het zand vandaan kwam: van een aantal gaten in de bodem van het markermeer zelf, zandafzettingen die dateren van de voorlaatste ijstijd. De eerste jaren na het opspuiten (en na een flinke storm) werden er regelmatig artefacten gevonden van de Neanderthalers en allerlei zwerfstenen. Ik vond deze steen. Een vuistbijl ?
Afgelopen nacht is de wintertijd ingegaan. De amberboom kleurt fraai. Te wisselvallig om wat in de tuin te doen. Hoeft ook niet. We laten de tuin grotendeels de tuin. Rustig de herfst, en straks de winter inglijdend.
Afgelopen woensdag ochtend was ik vroeg in de Hortus. Een delegatie van de gemeenteraad van Groningen kwam op bezoek. Uit een ooghoek zag ik Tuinbaas Walter, met allemaal kratten die hij bij de dahliatuin neerzette. Er was nog volop bloei, en toch zou alles gerooid worden. Snel knipte ik nog twee emmers vol met bloemen, om in de entreehal te zetten voor bezoekers. Gratis zum mitnimmen.
Rond het middaguur liep ik langs de bollentuin, waar vrijwilliger Frans al een flinke berg dahlia’s had gerooid. Er moeten juist nog bloemen aan zitten, om het goede kleurlabel bij de knollen te kunnen doen. Als je wacht tot na de eerste vorst zijn alle bloemen weg. Bovendien moet het veldje leeg om de voorjaarsbollen te gaan planten.
Ik was met de fiets deze keer, met fietstassen. Arm vol dahlia’s in de tas. Een hommelkoningin kwam nog even foerageren op een bloem in de fietstas – linksboven. En thuis in twee vazen. Fleurig!
Afgelopen week kwam ik her en der beestjes tegen doe mijn aandacht trokken.
Midden op straat in het dorp zag ik een geelgroen ‘dingetje’. Van dicht bij bleek het een harige rups. Voorzichtig met blaadje opgepakt en in de berm gezet.
Rups Meriamsborstel
Wandeling zaterdag van Gasteren via Balloerveld naar Rolde en vervolgens Assen. Ongeveer halverwege deze kever. Herken je hem? Ja, er lag een aardappelveld naast.
Coloradokever
De derde kwam ik zaterdag tegen Ik ben begonnen de niet-winterharde geurgeraniums te schonen: dooie blaadjes er af, stukje snoeien, spinrag en evt. beestjes verwijderen. Toen ik langs de onderkant van een bloempot streek voel opeens deze zwarte spin eruit.
Grote steatode, vrouwtje
Een pikzwarte, glanzende kogelspin. Ze schijnt stevig te kunnen bijten, maar dat gebeurt zelden. De steatode zit meestal ergens verscholen in een spleetje, of onder een bloempot. De kans dat je haar treft is klein. De grote steatode is familie van de zwarte weduwe en de Australische redback spider. Beiden supergiftig. Hier in Nederland kwam de spin al lang voor, vrijwel uitsluitend in kassen. Maar de laatste jaren wordt ze steeds vaker gezien in huizen en andere gebouwen. Eerst vooral in Zuid Nederland. maar nu ook in het noorden.
Lichte motregen is ideaal om de pluimen van diamantgras of lampepoetsergras nog mooier te maken. Met honderden minidruppeltjes tussen de fijne aartjes van de pluim. De pluimen omlaaghalend van het gewicht.
Tussen de kiertjes van het terras groeit van alles. Een maal per jaar zijn alle spleetjes leeg, stukje bij beetje schoongemaakt. Dat is een najaarsklusje (of zomers als het te nat is om op het gras of in de borders te lopen). Op een krukje, krabbertje in de hand, en rustig schrapen en trekken. Het stukje op de foto is inmiddels geschoond. Paar foto’s gemaakt vooraf om eens te kijken hoeveel soorten er zich in de loopt van een jaar vestigen.
Canadese fijnstraal
Hypericum
Biggekruid
Bosaardbei
Vlasleeuwebekje
Glanzende ooievaarsbek
Geranium himalayense
Wilde marjolein
Teunisbloem
Paardbloem
Klaver, diverse soorten
Els
Berk
Trilgras
Carex buchanii
Straatjesgras
Div. mossen
Virginische ereprijs
en nog enkele die ik niet zo snel kan thuisbrengen.