Antwoord raadplaatje 11 februari 2018: kalanchoe daigremontiana

Deze oudroze klokjes zijn de bloemen van een vetplant. Kalanchoe daigremontiana, groeit van nature in Madagaskar. Hier in Nederland kom je hem tegen als kamerplant, en ik denk dat vrijwel iedereen er wel eens een exemplaar van heeft gehad.

Bloeiwijze Kalanchoe daigremontiana
Blad met broedplantjes
Zijaanzicht broedplantjes

Deze kalanchoe is namelijk super makkelijk te vermeerderen. Het is een zogenaamde ‘broedplant’. Dat betekent dat er miniplantjes groeien aan de randen van de bladeren van de plant. Met worteltjes en al. Het het minste tikje  tegen de plant is genoeg om de miniplantjes eraf te laten vallen. Waar ze op kale grond vallen, in eigen bloempot, of naburige bloempot, beginnen ze gewoon een nieuwe plant te maken. Net als andere kalanchoes is het een korte dag plant, de bloei begint als de dagen op hun kortst zijn. Als het tenminste niet te warm is, in je woonkamer bijvoorbeeld. Dan meestal geen bloei. Dit exemplaar kreeg ik van Hilde, een centimeter of 20 hoog. Keurig kleine plantjes langs de bladranden. Hij staat bij ons in de bijkeuken, daar is het vrij koel. Een paar weken geleden, zag ik uit mijn ooghoek opeens iets geks, een lange bloemstengel kwam uit de kalanchoe omhoog. In nog geen twee weken bijna een halve meter hoog. En die klokjes nu dus. Al wekenlang.

Weetjes
– Engelse namen: devil’s backbone, mother of thousands, alligator plant, Mexican hat plant
– alle plantdelen giftig, bevatten een stof daigremontianine. Wordt van oudsher in bepaalde medicijnen gebruikt.
– chemische formule van het stofje

Zee of meer?

Wandeling langs de waddenzee.

Eenden in de waddenzee?

Of toch niet?
Het is een meer.
Het Paterswoldse meer.
Half uurtje wandelen vanaf ons huis.

Het ijs is nog niet gesmolten.
Niet meer te betreden door mensen.
Vogels lopen er over heen.
En in een groot wak zitten alle eenden bij elkaar.

Een heel fluitconcert , de smienten, als we in de buurt komen.
Ze zwemmen zo ver mogelijk van ons vandaan.
Als we stil staan verstomt het gefluit.
Als we weer bewegen, vliegt een deel op, fluitend en wel.

Naast de smienten, ook wel fluiteenden genoemd, ook de nodige bergeenden.
Wintergasten uit Skandinavie en Siberie.

Voor de muur

Achterin de tuin en onder de heg zijn  de sneeuwklokjes nog niet open. Wel volop witte bloempjes, de meest nog rechtop, een enkeling al omlaag geknikt. Nu de vorst weer bijna over is zal het niet lang meer duren voor ze open gaan. Feest, op een zonnige winterdag.

Dit drietal staat in de voortuin, op het zuiden, tegen een bakstenen muurtje. Het zal niet lang meer duren

Rode kornoelje

Dit is het jaargetijde van de rode kornoelje. Geen blad aan de struiken, kale takken. Daar gaat het net om, de kale takken van deze struiken. De jonge takken zijn glanzend donkerrood. Helemaal mooi als ze op een plek in de tuin staan, waar ze vrij staan en waar de lage winterzon lang kan schijnen.
In onze tuin hebben we er een paar die niet helemaal vrij staan. De ene zie je niet meer, is een klimroos doorheen gegroeid. De ander staat een beetje verstopt bij een boom, en niet zichtbaar vanuit de woonkamer waar we in de winter vaak zijn. Zou het een idee zijn een nieuw struik in de zijtuin te zetten, direct in het zicht vanuit de bank. En dan elke 2-3 jaar goed snoeien, dan wordt de struik niet te groot en blijft mooi rood. Makkelijk te stekken trouwens: men neme een stuk van een jonge tak, snijde hem af onder een knoop, en duwe hem in de grond.

Kornoelje komt ook voor in het (park) landschap in Nederland, vaak de gele kornoelje, maar ook de rode. Daar groeien ze uit tot struiken van een meter of 2-3 hoog, als ze ruimte hebben ook als groep, via afleggers.

Rode kornoelje, westzijde Paterswoldse meer
Halverwege wandelrondje Paterswoldse meer, kopje thee in de Paalkoepel, zuidkant meer.

Sneeuwklokjesrondleiding

Vanmiddag was er in Hortus Haren een sneeuwklokjesrondleiding. Leuk! Behalve dat ik niet goed op het tijdstip had gelet. Om kwart voor 2 wandelden we thuis weg, en toen we tegen 2 uur de hortus inliepen kwamen we de groep-met-rondleidster tegen. Ze waren net klaar !

Een elegante, gevulde galanthus
Als een witgehandschoend handje…

Maar daarom niet getreurd, het hemdje opgebeurd, en vrolijk rondgesprongen. We gingen zelf op sneeuwklokjestocht. Geen velden vol, zoal bij sommige landgoederen, maar her en der een plukje, en op sommige plekken wat meer. De precieze namen zul je er zelf bij moeten verzinnen.

Enkele sneeuwklok, met breed blauwgroen blad
Een veldje lenteklokjes, de bloem vooraan stond nog een beetje omhoog. De excursiegroep had haar vast onder het rokje gekeken.

Wintertuin

Rust in de tuin, want het is winter. Na een paar dagen vorst met overdag zon, zijn er nog een paar snippers sneeuw te zien. In de schaduw van een schuur, in de richels van de dakpannen. Met de bus naar Annen op vrijdagochtend, ga ik. Buiten het dorp door het open gebied waar de wind snijdt, loop ik.

Na de wandeling.
Welkom, kom binnen, koffie.
Fauteuils voor het raam.

Goed gesprek, over toen
en nu. Over nu en straks.
Blik over de tuin.

Achtertuin van Wim

Geborduurde anemonen

In de tuin bloeit nog niet zo veel begin februari.
Binnen kom ik bij het opruimen een borduursel van mijn moeder tegen van bloeiende bloemen. Een daarvan deze met anemoontjes.

In april, mei zijn ze weer te koop bij de bloemist. Meestal de anemone coronaria.  Als knolletje een onooglijk bruin, hoekig ‘dingetje’. Als je ze voor het eerst ziet best lastig om te bepalen welke kant de bovenkant is….
Ze komen voor in diverse kleuren, de mooiste vind ik de intense rode en de diep warm paarse. Met een opvallend zwart hart en meeldraden.
Van nature groeien ze in het oostelijke middellandse zee gebied. Ik heb ze wel eens proberen te planten, maar niet met heel veel succes. Te nat en te weinig zon, denk ik. Misschien nog een keer proberen in volle zon en droge plek?

Al googelend kwam ik een prachtige foto tegen van Zachi Evenor Adembenemend. Als je op de link klikt en na het bekijken van de foto op het pijltje naar rechts, zie je een filmpje en nog veel meer foto’s.

In ’t zonnetje

Na de koffie vanmorgen nog eventjes de tuin in. De zon scheen, de tuin had nog een fijn wit laagje hageltjes. Op de vijver lag nog een vliesje ijs, en aan de overkant van de vijver zat buurtpoes Suzanne.

Suzanne aan de vijverrand
Welke is de echte ?
Toen ik dichterbijkwam, twee suzeannen, een op de oever, de ander weerspiegeld.
Ahh, nu is het helder.

5 tips: wilde bijen habitat

Paar jaar terug schreef ik een stukje over wilde bijen.
Met mooie namen.
Vandaag een paar tips over fijne bijenplekjes.
Om te wonen, te schuilen, te overwinteren.

Tip 1. Laat in het najaar een stukje hoog gras staan in de tuin en maai het niet voor juni het daaropvolgende jaar. Perfecte overwinterplek voor poppen, rupsen en ook vlinders. Je kunt ook elk jaar een ander stukje hoog laten worden.

Tip 2. Laat bundels oude bramenstengels staan, of bind ze in een bosje. De holle stengels zijn mooie schuilplaatsen.

Tip 3. Zet een homp vochtige klein in een bakje water (om de klei vochtig te houden) op een verstopt plekje in de tuin. Als bouwmateriaal voor de metselbijen.

Tip 4. Een homp/dikke schijf van een boomstam kan prima als bijenhotel gebruikt worden. Neem een schijf van goed 20 cm  boomstam, en boor gaten aan de kopse kant. Niet helemaal doorboren, maar de achterkant van elk gat dichtlaten. Zorg dat de gangetjes splintervrij zijn. Helemaal ideaal is als je het stuk boomstam een smalle taartpunt kunt verwijderen, hoorde ik ooit. Dan werkt het hout minder en krijg je minder last van scheuren overal dwars doorheen.

Tip 5. Als je nog een oude zandbak hebt, van kinderen of kleinkinderen, dan deze tip. Maak steile randen/ wanden van zo’n 2o cm hoog, gericht op het zuiden. Voor je het weet heb je daar zandbijtjes en pluimvoetbijtjes in.

Hommels zijn ook wilde bijen