Lezing: schaduwplanten

Afgelopen dinsdag was er een lezing van de lokale Groei&Bloei afdeling over schaduwplanten. Spreker was Coen Jansen, vaste planten kweker in Dalfsen. Al 32 jaar. Als je Coen al eerder hebt gezien, herken je hem meteen. Een grote (grijze) krullebol. Coen kweekt vast planten en is gespecialiseerd in meer bijzondere soorten. Deze lezing ging over schaduwplanten.

Coen begon meteen met de stelling dat het niet over schaduwplanten ging. Of niet helemaal. De meeste planten die we schaduwplanten noemen, zijn vroege bloeiers, die bloeien voordat struiken of bomen erom heen in het blad zitten. Als de ‘ schaduwplanten’ bloeien is er nog helemaal geen schaduw. En midden in de zomer, als ze uitgebloeid zijn, ja, dan is er wel schaduw.

Een rondje Euphorbia: de euphorbia robbiae is geschikt voor droge donkere schaduw en is een goede bodembedekker. Komt uit Turkije, groeit aan de kust van de Zwarte Zee. Is in hele strenge winters niet winterhard.
Via een euphorbia met grijs blad (dan weet je dat die van zon houdt) komt Coen op de euphorbia correlata, 1 meter hoog, witte hele kleine bloempjes, een prairieplant voor in de zon.
Met een uitweiding naar de Hermannshof in Weinheim. Een ‘must see’ park als je van prairiebeplanting houdt.

Vroege voorjaarsbolletjes kwamen langs. Er zijn 700 soorten sneeuwklokjes, 70 soorten winterakonieten en een heleboel hepatica’s, leverbloempjes. Daar zijn ze in Japan dol op, de nieuwste soorten worden voor 20.000 Euro verhandeld.

Coen was nog lang niet uitgepraat, maar tegen 22:15 toch maar gestopt. Groot deel van de meegebrachte planten verkocht.

Kijk, daar!

Zaterdag was het aardig weer en ook wat zon. Tijd om het terras van alle aangewaaide blaadjes en takjes te ontdoen. We hebben een olijfboom in een grote terracottapot, die een groot deel van het jaar net buiten de overkapping van het terras staat. En zo lekker zelf regen kan opvangen en het stof van blaadjes kan laten regenen. In de winter tillen we -met zijn tweeen lukt dat net- de olijf onder de overkapping. Droger en wat meer beschutting. Alleen bij meer dan 10 graden vorst schuiven we de olijf nog 1 etappe verder naar binnen, naar de serre. Daar vriest het dan ook, maar iets minder hard.

Wij stonden opgesteld aan weerszijden van de pot om in kleine stukje de paar meter af te leggen. Eddy stop, kijkt vol verbazing naar boven, en begint te wijzen. Daar! Daar!. Ik kijk ook omhoog, vliegen er ganzen over, of een bijzondere vogel? Nee daar, roept Eddy. Wat zie je dan, vraag ik. Kijk dan! Nog steeds wijzend. Uiteindelijk ga ik naast hem staan en kijk langs zijn gestrekte vingen omhoog. Ah, nu zie ik het ook.

1 olijf. Zo groot hebben we er nog nooit 1 gehad.

Laatste maaibeurt

Een week of drie geleden dachten we voor de laatste keer in 2017 het gras te maaien. Dat was half oktober. Het bleef zacht, en zo kon je op 4 november Eddy in de weer zien met onze elektrische maaier. Dit jaar aangeschaft en wel handig. Ook bij nat gras kun je maaien. Dat lukte met onze oude (niet al te scherpe) handmaaier absoluut niet. Ook de nog niet weggeharkte blaadjes werden mee genomen door de maaier. Toch nog zeker een halve opvangbak met gras eraf gehaald.

Maaier op de hoogste stand, voor even banen in het gras. Met rechts, in fraaie herfsttinten, van voor naar achter: botteltjes van de rosa multiflora, de uitgebloeide helianthus, en een grote bos miscanthus pluimen.
Aan het eind van een tuindag verzamel ik al het tuingereedschap weer in de buurt van de schuur. Als ik dat vergeet: aan de lege ophangplekken in de schuur zie ik of er nog een schepje of hark of snoeischaar ontbreekt.

Minder Beestjes?

In mei van dit jaar stonden er artikelen in de krant naar aanleiding van een wetenschappelijke publicatie in Science. In Duitse natuurgebieden rondom de Duitse plaats Krefeld is de insectenpopulatie in de afgelopen 25 jaar met 80% gedaald. Vorige week kwam dit opnieuw in het nieuws naar aanleiding van verder onderzoek. Niet alleen in Duitsland loopt de insectenstand sterk terug, ook in andere landen. Bijen, vlinders, krekels, steeds minder. Wat er precies aan de hand is is niet zeker. Wat wel zeker is: bestrijdingsmiddelen in de landbouw (neonicotinoiden) en hoge stikstofconcentraties uit de lucht en regen hebben sterk nadelige effecten.

In de natuurgebieden zou juist de grote stikstofhoeveelheid de grootste boosdoener kunnen zijn. Door de stikstof groeien de planten zo snel, dat ze vooral blad maken en geen bloemen. De rupsen en larven op de planten hebben dan misschien wel genoeg te eten, maar de vlinders en insecten verhongeren door een gebrek aan bloemen.

Help mee en zorg voor (wilde) bloemen in je tuin en wat rommelhoekjes. Winterklaar is lekker rommelig. Asters bloeien in de nazomer, mooi, en echte beestjeslokkers. Bijgaande vlinderfoto’s zijn van een zonnige septembermiddag, de 23ste.

 

van Tubergen

Bijna tegen de muur, onder het grote raam aan de voorkant van ons huis,  heb ik kleine rode tulpjes geplant. Tulipa praetens ‘van Tubergen’s variety’, heten ze. Ik heb ze neergezet tussen de cypreswolfsmelk. Kan mooi afsteken volgend voorjaar, de knalrode tulpjes tussen het geelgroen van de wolfsmelk. Meerder stengels en bloemen uit 1 bol, volgens diverse bronnen.

Ik ga er van uit dat het tulpje de naam heeft gekregen van de firma C.G. van Tubergen werd in 1868 opgericht door de gebroeders Cornelis en Marinus van Tubergen.

Cornelis Gerrit van Tubergen

Zij waren oorspronkelijk uit de tabakshandel in Amsterdam afkomstig en kochten samen met hun vader de hofstede ‘Zwanenburg’, waar ze een een bloembollen- en zaadhandel begonnen. De kwekerij organiseerde botanische zoektochten in Klein- en Centraal-Azië, met als doel zeldzame inheemse bol- en knolgewassen te vinden. De vondsten van de expedities werden op de kwekerij in Haarlem geteeld en gekruid. Zo ontstonden talloze nieuwe geslachten van fraaie bloemen. Vele bollen kwamen in Nederlandse tuinen, terecht, maar ook veel werd naar buitenland verhandeld, vooral Amerika en Engeland. Tegenwoordig zit van Tubergen in Heemstede.

Caramel

Nog moeilijke dan een wedstrijd waar je planten kunt raden vanaf foto’s lijkt het me om planten te raden door middel van hun geur. Aan de andere kant: als je ze ook kunt voelen en vastpakken, helpt dat misschien weer.

Pindakaas: clerodendron trichotomum
Chocola:  cosmos atrosanguinea
Caramel: Fazantenbes, leycestera formosa.

Bloem van fazantenbes, september
Fazantenbes-bes, oktober
Meerdere etages van bessen

We hebben op twee plekken in de tuin een fazantenbes staan, en dit jaar was een uitzonderlijk groeikrachtig jaar. De ene struik heeft grote groene stengels gemaakt van tegen de twee meter, de bloemen en later de bessen (zie foto 3) hangen hier in trossen van 5-6 ‘etages’.
Gister weer een (over)rijp besje geplukt, voorzichtig fijn geknepen, en snuffelen maar. Ja hoor, echt caramel.

Van origine groeit de fazantenbes als struikvegetatie in bossen en langs rivieren in de Himalaya, van Noord-Pakistan tot China. Sinds de 19e eeuw (ik kwam het jaartal 1824 tegen) wordt de fazantenbes ook in Europa gecultiveerd. Werd toen vooral in Engeland veel aangeplant.

Tuin apps: aankondiging van een serie

Als actief plantenweetjesverzamelaar en liefhebber van puzzels, besteed ik zeker in de winter als er weinig in de tuin te doen is, tijd aan het rondsnuffelen op internet. Op zoek naar leuke weetjes, verrassende feiten, mooie plaatjes en informatie. Met google, mooie websites als plantenvinder of flora van Nederland kom ik vaak een heel eind. In de komende maanden ben ik van plan een serie blogjes te schrijven over tuin-apps of planten apps, voor mobiel of computer.

De eerste drie heb ik al gedownload.

Wordt vervolgd.

Heb je zelf (goede) ervaringen met zo’n app, dan ben ik daarin zeker geinteresseerd.