Geranium sylvaticum : wit wint

Aanvankelijk hadden we alleen paarsblauw bloeiende bosooievaarsbekken in de tuin. Een heel rijtje, bloeiend in mei en nog een beetje in juni. Magneet voor bijtjes. De geranium zaait zich wat uit, maar niet vervelend, blijven compacte planten, in bloei zo’n 50 cm hoog.

Bosooievaarsbek
De witbloeiende bosooievaarsbek wint terrein
Mooi in knop

Bij de zaailingen zat af en toe een wit exemplaar, meestal waren het de paarse. Maar als ik nu kijk zie ik op heel veel plekken de witte, geranium sylvaticum ‘Album’. Wit is aan de winnende hand! Bij deze geranium hangen de knoppen eerst in trosjes naar beneden, en als een bloem bijna opengaat richt de tros zich op en gaat omhoog staan.

Moestuintjes

Van de AH zijn er allemaal moestuintjes om te verzamelen. Mijn zus Mieke heeft de hele serie. Wel zaak om ze goed water te geven, die turfpotjes drogen supersnel uit.  Ook nodig om heel snel weer te verpotten, elke zaailing in zijn eigen potje. Alleen past het dan niet meer in dit moestuintjesdisplay.

Meikleuren

Vorig weekend waren de akeleien nog dicht, nu staan ze volop te bloeien. In allerlei tinten, van bijna wit, witgroen tot diep donker paars. En ook vele tinten roze, wat laf licht roze, maar ook stralend donkerroze kleuren.
Het weekend was er een van regen, loodgrijze hemel, dikke bui, en dan weer felle zon. Met de behoorlijk hoge temperatuur, tegen de 20 graden, ploft de tuin bijna uit elkaar van het groen. Na zo’n bui, met de zon op de nog natte planten, zijn de kleuren intens.

Azalea en Spaanse boshyacint

Afgeschraapt

Oprit juli 2016

Onze oprit is in de loop der jaren steeds smaller geworden door oprukkend groen. De brede strook tegen het huis aan in cypreswolfsmelk, ooit een plukje op de hoek van het huis, nu een brede zoom.

Oprit maart 2017, deel van de wolfsmelk verwijderd, let op het kleurverschil van het grind.

Tweede tuinklus deze week, een stukje van het grindpad, dat nogal begroeid en bemost was geraakt, afschrapen met een graafhappertje. OP de bovenste foto is dat de linkerkant van de oprit. Vrijdagochtend was ik begonnen met het weer vrijmaken, zichtbaar maken van de bielzen en keitjes die oorspronkelijk de scheiding tussen oprit en border vormden. Dat was flink graven en scheppen.
‘ s Middags kwam de graver, en toen heb ik gevraagd een wat breder stuk te schrapen, als ie er toch is. Met planten in het grind en al ging de bovenlaag eraf. In ongeveer een half uur.

Een smalle strook wolfsmelk laten staan
Schraapsel meteen in de bak en afvoeren (naar de bult bij Gerd)
Tja

En nu ligt het kaal te wezen voor een week. Volgende week komt het grind. Dit weekend zo veel mogelijk egaliseren.
NB. Eddy heeft proefondervindelijk aangetoond dat de wortels van de kleine Japanse duizendknoop sterker zijn dan de hark van Gardena.

Krijgertjes

Langzamerhand zijn er heel wat planten uit onze tuin, naar andere tuinen verhuisd. En omgekeerd hebben wij krijgertjes te kust en te keur.

Bij het naarstig harken van onze oprit (egaliseren voordat het nieuwe grind volgende week komt) brak de hark. In het lokale tuincentrum Tubantia ging ik een nieuwe halen, zo’n blauwe Gardena. En zoals meestal raakte ik even aan de praat met de mevrouw van de Tubantia. Niet over sneeuwklokjes deze keer, die zijn al uit beeld, maar wel over andere bollen. Dat het een goed bollenjaar was geweest (niet te warm, dan zijn ze zo snel uitgebloeid). Of ik nog een plekje in de tuin had, vroeg ze. Nou is wel even zoeken, zei ik. Ze gaf me twee bakjes kleine botanische narcisjes mee. Vrijwel uitgebloeid, maar aan de laatste bloempjes kun je nog zien hoe ze eruit zien. Echt piepkleine bloempjes, het trompetje niet gefranjerd, maar meer een geel ballonrokje, hoepelrokje. De bloemblaadjes heel zacht wit geel.

Ik heb ze in de voortuin, naast de biels geplant. Op een plek waar ik niet in de loop van het jaar opeens wat anders neerzet. Dus volgend voorjaar, als je langs onze tuin wandelt: kijk naar de mini narcisjes in volle bloei.

Bazuin

Kort geleden schreef ik een blogje over een documentaire die me op het idee bracht om heleniums te kopen. Dat heb ik nu gedaan. Drie heleniums ‘Rubinzwerg’. Donkerrood moeten ze zijn, 60 cm hoog (of laag, zo je wilt, veel heleniums zijn hoger).

Veel websites van tuincentra ind ebuurt, tuinland, florahof geven wel het assortiment van spullen (hout, ornamenten, schuttingen, tuingereedschap), maar niet het plantenassortiment. Beetje verder gezocht en toen kwam ik bij Bazuin, vaste planten kwekerij in Eelde, familiebedrijf. Al 100 jaar op deze plek, kijk maar op hun website voor een paar historische foto’s. Op deze website staat wel het assortiment oaan planten. Zeker 5 soorten helenium, waaronder de Rubinzwerg.

Zie bordje
Verkoopgedeelte
Paar plantjes in eigen tuin, om bezoekers van de kwekerij te laten zien hoe de plantjes voluit groeien.

Met fietskar er naar toe, en snuffelen tussen de planten in het verkoopgedeelte. Nul heleniums. Toen kwam de eigenaresse, Anke Bazuin, eraan. Ja hoor, heleniums hadden ze wel, maar die stonden nog op het kwekerijgedeelte. Ze had al wel de kaartjes opgezocht, want de heleniums waren aan de beurt om naar het verkoopgedeelte te brengen. Ik wandelde mee, door een grote kas vol lavendels, naar stuk land er achter met heel veel planten. In een hoek stonden de heleniums. Nog wel even zoeken want ze stonden bij elkaar en niet in elk potje zat een kaartje. Gevonden.
Genoeglijk staan praten met Anke.

  • Over de potjesvulmachine (op 1 dag met drie man heel hard werken kunnen ze daarmee 10.000 stekken in potjes zetten!).
  • Over de meneer van de schaduwplantjeskwekerij die een paar speciale bontbladige lelietjes van dalen had gebracht.
  • Over de goede verkoop op de plantjesmarkt in de hortus 23 april.
  • Over de schade van de late nachtvorst in april aan de jonge rode pierisblaadjes.

Citaat: Bloemetjes-onderjurk

Het boek heet: Elizabeth en haar Duitse tuin, uit 1898, geschreven door Elizabeth von Arnim (1866-1941).
Volgens de boekenflap: Een sfeervol portret van de jaren die Elizabeth met haar eerste echtgenoot graaf von Arnim, doorbracht op Nassenheide, het landgoed van de familie in Pommeren. Er is zelfs een Elizabeth von Arnim Society.

Het boek heb ik vorig jaar al geleend van Jitske, en toen in de winter gelezen. Het is in dagboekvorm geschreven. Hieronder een citaat uit het boek, dat ik al in een conceptblogje opnam op 6november 2016. Met de bedoeling om het stukje rond 18 april van dit jaar dan te publiceren. Het is ietsje later, maar door het koude voorjaar klopt de timing wel ongeveer.

18 april: sinds Irais en Minora weg zijn, heb ik het zo druk gehad dat ik bijna niet kan geloven dat het al lente is, en dat de tuin al haastig haar groene bloemetjesonderjurk aantrekt, alleen haar onderjurk voorlopig, want hoewel het kreupelhout een sprookjesland is van tere blaadjes, zijn de bomen erboven nog helemaal kaal.

Lichtblauw met witte bloemetjes onderjurk
Roze met wittte bloemetjes onderjurk

Rugby doel

Gerd de hovenier kwam langs. Ik had om advies gevraagd mbt een roos, een zer enthousiaste groeier, Pauls Himalayan Musk. Deze heb ik ooit eens bij Gerd gekocht, en hij (=de roos) groeit in en over een aantal heesters op ongeveer twee meter van de vijver. Nu is een van de heesters, een rode kornoelje, vorig jaar weggehaald, en is de roos inmiddels zo uit de kluiten gewassen, dat ie zo ongeveer in de vijver hangt. En het nog maar het begin van het groeiseizoen. Vorig jaar kwam de roos zelfs over de vijver heen.

Dus Gerd gebeld. Wat doe ik met de roos? vroeg ik hem. We stonden bij de vijver te kijken, drie latjes stutten de roos een beetje zodat ie niet helemaal in de vijver lag. De roos gaat in juni zo mooi bloeien, zei ik, jammer om hem nu helemaal terug te snoeien.
Advies van Gerd was: je kunt een soort rugby doel maken, twee verticale palen en daartussen een horizontale. Dat is stevig genoeg voor de roos om tegen aan te liggen. Zo gezegd, zo gedaan.

Dinsdagmiddag kwam ik thuis van het werk, en ik zag het meteen. Gerd was langs geweest. Ik zag opeens weer de hele vijver. Met aan de overkant het rugbydoel. En ook weer een stukje border waar ik iets kan neerzetten. Ahh, wat zal ik daar voor kiezen.

10 kuikentjes

Toen ik 25 april s avonds via de webcam het koolmeestjes bekeek, zag ik 3 kuikens, zie filmpje. En de volgende ochtend, nul eitjes en een gewriemel in het nest van 10 kuikentjes. Afke en Wim voeren de kleintjes allebei, het broeden deed Afke alleen, overdag zit zij regelmatig op de kuikens om ze warm te houden, en ook ’s nachts blijft zij op het nest.

Drie uit …
Ook al tel ik maar 9 snaveltjes, het zijn er 10.

Dit is het vierde jaar dat er koolmezen in deze kast broeden, en aangezien koolmezen in goede leefomstandigheden een gemiddelde leeftijd bereiken van zo’n 10 jaar, ga ik er voor het gemak van uit dat het nog steeds hetzelfde vrouwtje, Afke, is. In het eerste broedjaar is Pa koolmees verdwenen. Verder blijven koolmeespaartjes meestal 1-2 nestjes bij elkaar. Voor het gemak ga ik er van uit dat er dus elk jaar een nieuw mannetje is, dit jaar noem ik hem Wim.

Voorjaarsplantenruil 2017: tuin in het landschap

Zaterdag op een plantjesruilochtend geweest. Bij Henk en Eleen H. te H.
Ik ben Henk en Eleen al vaak tegen gekomen op allerlei plantenruilen of excursies, maar was nog nooit bij ze in de tuin geweest. Hemelsbreed een paar 100 meter bij ons vandaan. Vandaag wel, dus een mooie gelegenheid om rond te kijken.

Aan het eind van de tuin doorkijkje naar ….
… nog een deel van de tuin, later aangekocht van de buren.
Geleend landschap, over de hondsrug naar het westen kijkend.
Een stukje houtsingel, ook geleend.
En opzij, door het hek, naar de buren. Wat een mooi plekje.