Ongeluk zit in klein gaatje

Vorige week, volop zon en ik deed de ramen van de logeerkamer open om eens goed door te laten waaien. Toen kwam ik dit bizarre schouwspel tegen. Kijk maar eens goed. Een arme hommelkoningin, in deze tijd van het jaar op zoek naar een holletje, waar ze een nest kan starten, kwam ongelukkig klem te zitten in een gaatje van het raamuitzetijzer. En ze kwam er niet meer uit….

Toen ik haar vond was ze niet meer in leven. Ze zat stevig klem. Een vleugeltje vrij, de andere vast en langs haar lijfje in het gaatje. Ze was al dood, en toch wilde ik niet zo hard trekken dat ze in tweeen zou breken. Niet dat ze het zou merken… maar ik wel. Heel voorzichtig trekken en een beetje wrikken. Ik kreeg haar los. Haar laatste vlucht was naar beneden, in de voortuin, bij de taxus.

P&P bloesem

Extreem zonnige maart, dit jaar.
En afgelopen week ook lenteachtige temperaturen.
Vrijdag in de tuin bezig, al snel jasje uit
en zelfs een tijdje fleece uit.
Gewoon in T shirt buiten.

Je knippert even met je ogen
en de aanblik van de tuin is al weer veranderd.

Weg krokussen en sneeuwklokken.
En overal bosanemoon en speenkruid.
Ook de bloesem van de vroege fruitbomen komt er aan.
Knipper, knipper.

De bloesem van de pruim (1-3) en sierpeer (4-6) is uit!

Yin yang huo

Dit is de Chinese naam voor elfenbloemblaadjes. Kijk maar op wikipedia om te lezen wat de letterlijke vertaling van yin yang huo is. Iets met geiten.

Het epimedium geslacht bestaat uit ongeveer 25 soorten overblijvende kruidachtige planten. De Nederlandse naam is elfenbloem, en ze horen tot de berberis familie. De planten komen van nature voor in Zuid- Eurpa en Midden-, Zuid- en Oost-Aziƫ.

De bladeren en bladsteeltjes zijn taai; de bloemetjes zien er teer uit. Ze bloeien in het voorjaar of de vroege zomer. Er zijn veel hybriden en cultivars die voor hun decoratieve waarde worden gekweekt. Epimedium kan als bodembedekker in de halfschaduw worden gebruikt. En in droge schaduw zou het ook moeten kunnen, als de grond voldoende humus bevat.

Hmmm, de nieuwe plek onder de conifeer… kan ik zeker droge schaduw noemen, maar humus? Is de kruiwagen compost die ik daar strooide genoeg?

Blauwe Druifjes

Beetje slordige lange slierten van blaadjes, die wat warrig door elkaar groeien.
Maar daarboven leuke paarsblauwe torentjes van kleine ballonbloemetjes.

Wat een kleurverschil maakt de camera ervan.
De eerste foto nam ik rond een uur of twee vanmiddag, druifjes in de volle zon. De tweede foto, bijna hetzelfde beeld zie de groene gras spriet rechts, en de derde foto zijn rond 6 uur ’s avonds gemaakt, zon al achter de huizen.

Laatst zag ik bij de bloemist ook de witte vorm, witte druifjes. Was van plan er een paar te kopen. Toch weer vergeten. Wie heeft ervaring met de witte druifjes. Aanrader?

Henk

Afgelopen maandagochtend liep ik naar de bijkeuken om koffieapparaat aan te zetten. He, wat een gek vogeltje. Nee dus. Voor de eerste keer dit seizoen weer een muis op de pindasilo gespot. Met uitgestrekt pootje zat ie minuten lang pinda’s tussen het gaas vandaan te peuteren. Heel eventjes kwam er een koolmees aan, maar ging snel weer weg. De eerste foto snel met telefoon gemaakt. Niet superscherp, maar je ziet wel vogel en muis.

Mees en muis

Omdat de muis zo lang bleef zitten had ik tijd genoeg om de Nikon met grote lens te gaan halen. Ondertussen kwam onze ochtend visite binnen, en we lieten ze de muis zien. Gevieren bleven we een tijdje kijken en lieten de muis toen maar alleen. HIj hing maar door, met steeds dikkere wangzakken (een beetje hamsteren?).

Naam van de muis is ook helder: Henk, omdat die met op bezoek kwam. Tja en als het een vrouwtjesmuis is, dan heet ze Pauline.

March

MARCH comes at last, the labouring lands to free.
Rude blusterer, with thy cloud-compelling blast,
The pining plains from cark of Winter past          
That clear’st and carpetest each bush and tree
With daffodil and wood-anemone,
A voice from the illimitable Vast
Of dreams thou art, the tale that doth forecast
Of hope yet live and happiness to be.
And hark, the robin fluting on the bough
The rough breeze tangling on his tender breast
The ruddy plumes! Yet sings he, unopprest,
The awakening year, the blessed burgeoning
In wood and weald, the Then becoming Now
And all the pleasant presage of the Spring.

Gedicht van John Payne

1842-1916, dichter en vertaler van ‘Duizend en een nacht’ en ‘Alladin en de Wonderlamp’.

Voor en na – conifeer

De overbuurman was zo druk bezig in zijn tuin … coniferen weg in de voortuin en heel veel oud hout uit de achtertuin. Dat is nu metershoog in zijn voortuin opgestapeld. Om stukje bij beetje afgevoerd te worden. Tussen ons en buurman Jan staan ook coniferen, hele oude, dus hoog en breed, Veel te hoog om te snoeien, dat doen we alleen met het lage stuk aan de kant van het grasveld. Dit is ook het steeds kleiner wordende grasveldje waar we zitten als het zomers erg heet is. Dan is hier in de middag schaduw van de coniferen en huis buurman Jan.

Al een tijdje over gedacht, en gister middag gedaan. Een deel van de laagste takken van de conifeer die meters ver over de grond lopen afgezaagd. En dan krijg je dit.

Na het opruimen: nu zie je pas hoe smal het gras-mosveldje is geworden. Na het snoeiwerk ziet het er een stuk ‘ruimtelijker’ uit. Wel is de grond onder de weggehaalde takken gortdroog en uitgeput. Eerst een centimeter of 10 van coniferenstrooisellaag (van de afgelopen 30-40 jaar) weghalen en flink wat compost inwerken. En zo krijgt het deel van de liguster haag die onder de steeds verder uitbuikende conifeer wegkwijnde ook weer meer kans.