Tuinpad

Het pad dat van het terras naar de verre schuur in de achtertuin loopt bestaat uit 1 rij stoeptegels in het midden en 3 rijen baksteentjes aan elke zijkant. Heel veel kiertjes voor plantjes om zich uit te zaaien. Zo heb ik al een hele serie verbena bonariensis stekjes en verbena hastata zaailingen tussen de stenen vandaan gepeuterd. En plukjes majoraan en natuurlijk mini stipa tenuissima. Oh, had ik de kartuizer anjers al genoemd? En de donkerpaarsbladige ajuga reptans?

Vandaag ongeveer de helft van de lengte van het pad schoongemaakt. Heb nu wel een flinke bak met tientallen zaailingen in een laagje water over. Morgen oppotten? En ook weer tien potjes met kleine hebe stekken die uit de border op het pad hingen en daar begonnen te wortelen.

September tuin

Foto’s genomen om kwart voor acht ’s avonds op een prachtige zomerse 5 september. De ochtend was het nog lang mistig en bewolkt geweest, en na de lunch stralend blauw geworden. Je ziet nu per week meer warme kleuren in de tuin komen. De sedums, de roze achtige schermbloemen waren vorige week nog vrijwel wit, nu dus roze, en volgende week waarschijnlijk al donkerrood. De bijen zijn er dol op.

Zonnebloem

Ik had er twee, gezaaid in potten. Voordeel: ze zijn makkelijker buiten slakkenbereik te houden. Nadeel: ze worden niet zo groot. Dit exemplaar is ongeveer 70 centimeter hoog en staat nog in de pot.

De andere van dit formaat heb ik twee weken geleden in de voortuin gezet. Grotere kans dat hij aanslaat en zonnepitjes maakt, dacht ik, mooi om naar te kijken in de winter….
Of die zonnepitten er komen weet ik niet. In de voortuin staat inmiddels een kale stengel, alle bladeren weg, en het lijkt erop dat ook de bloemblaadjes nu opgegeten worden.

Wat doet …

Wat kom je doen?, vroeg Eddy, terwijl we kopje thee op ons terras dronken. Ik keek wat rond, tegen wie praatte hij nou. Het bleek een grote groene sprinkhaan te zijn die op zijn sweater was geland. Na een minuutje vloog/sprong ie weer weg. Eerst nog even poseren in de vensterbank, toen nog even rondhangen in de roos naast het terras.

Niet zo moeilijk te identificeren. De grote, groene sabelsprinkhaan. Tettigonia viridissima. Ze komen veel voor in ons land , je kunt ze overal horen in ruige kruidenbermen. Je ziet ze niet zo vaak vanwege hun schutkleur, omdat ze stoppen met zingen (ratelen) als je dichtbij komt en omdat ze dan ook vaak aan de achterkant van stengels gaan zitten. Een echt zomergeluid.

Floxenplan

Twee weken geleden was ik tijdens de “open tuinen” op bezoek bij Mieke D., en zij heeft zulke prachtige borders! Nu volop kleur van grote bossen floxen. Ik heb een plan, een floxenplanMijmerend vanaf het overdekte terras, terwijl de motregen over de tuin dwarrelt, probeer ik mij voor de geest te halen hoe dit stukje van de tuin er (bijna) net zo imposant kan laten uitzien. Vanaf volgend jaar. Met floxen. Zichtbaar vanaf het terras.

Moet er wel nog een heleboel verplant en verschoven (en geruild ) worden. Kan ik in komende weken een beetje mee beginnen en in voorjaar verder mee gaan. 

He, dit plan had ik vorig jaar ook al, zie hier.
Meer droom dan plan.
Nu toch al stap verder.
Heb paar floxen gekocht.
Aantal soorten nog wat teleurstellend, terwijl het de beste tijd is zo ongeveer (in bloei kopen dan kun je de kleur goed zien). Slechte aanvoer dit jaar, volgens de eigenaar van 1 van de drie (!) tuincentra waar ik vorige week ben geweest. De bovenste twee lijken nu een beetje verlept door de regen.

Foto waar het ongeveer moet komen, links van het pad. Maar ja, daar moet nog alles verplaatst worden.

Kleine vossen

Afgelopen week was het zeker begin van de week zonnig. perfect voor de vlinders die onze tuin bezoeken. Op de paarse budleija wemelde het van de vlinders. Een enkele citroenvlinder, een paar atalanta’s, maar dinsdag 24 augustus vooral kleine vossen. Minstens 5 telde ik er. Mooi, want afgelopen jaren waren het er beduidend minder. Met deze combinatie van grootte van de vlinder en de hoofdkleur oranje in een flits herkennen welke vlinder het is. Nou eigenlijk keuze uit twee: de distelvlinder of de kleine vos. Dan even van iets dichter bij bekijken om te bepalen welke van de twee het is: de rand van kleine lichtblauwe vlekjes aan de vleugels geeft onmiskenbaar aan dat het de kleine vos is.

Nog niet bewust gezien, maar wel een vlinder die sinds kort in Nederland voorkomt en op steeds meer plekken is waargenomen, is het scheefbloemwitje. Zie link voor informatie van de vlinderstichting over dit nieuwe ‘witje’. Ik ga er op letten. Altijd wel witjes in de tuin.

Kwekerij – buren

Stukje border buren

Volop kleur in de tuin van de buren (op de achtergrond linksboven een stukje van ons huis). Veel planten zijn afkomstig van onze tuin. Steeds als de planten te groot zijn in onze eigen tuin, levert dat materiaal om op te potten en te delen. Bijvoorbeeld met de buren. En het mooie is: op deze plek bij de buren hebben de planten (nog) niet zoveel concurrentie van elkaar. Dat betekent dat ik in het volgend voorjaar gewoon een stukje terug kan halen :-). In ieder geval een stukje van de enorme bos herfstaster, die nu bijna in bloei schiet. Die kan in het voorjaar een beetje ingetoomd worden, ga ik gewoon hiernaast een stukje afsteken.

Dat heb ik afgelopen voorjaar gedaan met de lichtroze bloeiende persicaria amplexicaulis ‘Rosea’. Van 1 plantje in een potje een paar jaar terug naar de buren, nu een grote pol in de voortuin van de buren EN een al redelijk grote pol in onze voortuin retour.

Mooie Combi – 2 – gepland

Stipa Tenuissima en rudbeckia hirta ‘cappucino’. Deze combinatie kwam ik tegen in een oud tijdschrift Home en Garden dat ik van de week meenam uit de minibief verderop bij ons in de straat. Een artikel met een aantal voorbeelden van mooie combi’s.

De foto hierboven met het rijtje stipa’s in onze voortuin.
De foto hieronder met het plaatje uit het tijdschrift.

Leuk hoor, om volgend jaar te proberen. De rudbeckia is een 1 jarige (meestal, kan als tweejarige worden gebruikt als je de planten ’s winters beschermt). Vraag me wel af hoe goed het gaat. Beiden planten houden weliswaar van een zonnige standplaats, maar….
Het grasje doet het erg goed in de kurkdroge plantenbak.
Terwijl de rudbeckia mag juist absoluut niet uitdrogen…
Toch proberen: zakje zaad op mijn verlanglijstje zetten.

Zaaien Februari – maart in potten in kamerkasje, maart – april in zaaibakje of potten onder glas. Kiemtijd 7-14 dagen. Na ontkiemen koeler zetten. Vroege zaaisels bloeien in juli. Ter plekke zaaien vanaf april. Uitdunnen op 30 cm. Bloei in augustus -september. Voor tweejarige teelt zaaien in juni de opgekweekte planten met enige bescherming de winter doorloodsen.

Hoogte even afwachten: op de ene site staat 40 cm, op een andere 80 cm.

Muizenissen

Al jaren hadden we, vooral in de winter, muizen onder de vloer.
We hoorden ze in de woonkamer, en in de gang.
Een enkele keer rende er een over het plafond van de eetkamer.
We zagen ze niet, hoorden ze wel.
En nog vervelender: we roken ze.
Wat kan een muis muf ruiken zeg!

Toen is Eddy op kierenjacht gegaan, en zijn alle gaten gedicht en ventilatiespleten met roostertjes afgedekt. Twee weken geleden hoorden we opeens weer muizengetrippel, nu boven het plafond van de woonkamer. Via de klimop aan de westzijde kunnen de muizen in de dakgoot komen en zo een rondje rond het huis en dan via een gat of spleet onder de goot van Eddy’s werkkamer naar binnen. Met een luik kunnen we op de ‘vliering’ van de werkkamer van Eddy komen.

Eddy kocht muizenvallen waarmee je de muizen levend kan vangen. Lokken met pindakaas of chocola of zo. Wij gingen voor de pindakaas. Eerste avond twee vallen gezet. Volgende ochtend. Raak, muis 1. Tweede ochtend geen muis in de andere val (maar die bleek dichtgeklapt te zijn zonder muis… ). Val weer op scherp en diezelfde avond: Raak, muis 2. Derde ochtend: Raak, muis 3. Die avond hoorden we niets ’s avonds dus geen val gezet, maar de volgende vond weer wat getrippel. Dag 5: Raak, muis 4. Op dag 6 geen muis, dus val weer weg gehaald (anders lokken we ze wellicht). Inmiddels hebben we ook de klimop fors gesnoeid, waardoor de ‘muizenwenteltrap’ naar de dakgoot niet meer gebruikt kan worden. En ook de klimroos die over de schuur groeit en overhangende takken naar de dakgoot van het huis had, teruggesnoeid. We wachten af.

In de instructie van de muizenval stond: laat de muis minstens 100 meter van je huis vrij. Dus ik wandelde steeds met de val (in een brown paper bag) naar het park een straat verderop om de beestjes vrij te laten.