Detailz

Vanmorgen bij het plukken van de wijnbesjes voor in het ontbijt, scheen de vroege zon prachtig door de doorschijnende bessen. Mooi moment. 

Zo ook de knoppen van de herfstanemoon , net voor ze opengaan. Bolletjes met een klein puntje en fijnbehaard. Bijna nog mooier dan de bloemen zelf.

In een pot op het terras, een begonia met grote gele dubbele bloemen. Langbloeiend. En dan opeens vallen de bloemen af. Dreivend in een ondiep bakje met water zijn ze nog zeker een week mooi. Vorige week zag ik opeens dat waar de bloem was afgevallen, nog een stukje van de bloem achterbleef. Een enkele bloem leek het wel, me een hartje. Of zijn het gewoon gele schutblaadjes. De zaaddoos begon zich er vlak achter al te vormen.

Blauw en wit

Op verschillende plekken in de tuin staat de Virginische lobelia’s te bloeien. Diep blauwpaars. In een steeds langer wordende aar beginnen de individuele bloemen te bloeien. De plant wordt zo’n 60-80 cm hoog. Bloemen met een forse lip en een ragfijn lijntje op de naar beneden wijzende bloemblaadjes. Ook deze plant is blij met de niet al te droge zomer. Bij ons staan de lobelia’s op een paar plekken, ze zaaien zich een klein beetje uit, alleen maar mooi om iets grotere groepen te krijgen. Verversing is ook nodig want elke afzonderlijke plant leeft maar een paar jaar: een kortlevende vaste plant.

Volgens een website (tuinen appeltern) kan de plant ook in een vijvermand! Houdt dus echt van natte voeten.  Er is ook een witte variant, maar of die net zo mooi is als de blauwe….

Hommelz

Ik meende een steenhommel te zien, pikzwart met een oranje kontje.
Vloog rond de knalpaarsbloeiende kattenstaart en lilabloeiende ereprijs.
Maar toen ik dichterbij ging kijken zag ik dat dit exemplaar een gele band op het voorlijf had.
Dus niet helemaal zwart.
Vaag meende ik mij te herinneren dat het een akkerhommel kon zijn.
Of was het nou weidehommel.
Dat zoeken we even op.

Niks akkerhommel of weidehommel.
Gewoon een steenhommel!.
Maar dan wel een man.
De koninginnen en vrouwtjes zijn wel helemaal zwart van voren.
En oranje van achter.

En die andere hommelsoort, waarvan er een paar rond de zelfde plant zoemden?
Dat is dan wel weer de akkerhommel.

Ook nog even in de app ObsIdentify getest.
Geen twijfel mogelijk.

Citroen

De flinke bos met kattenstaart rond de vijver, en op een paar andere plekken in de tuin, is als een magneet voor de blauwtjes en citroenvlinders. Vrijdagmiddag zag ik maar liefst vier mannetjes-citroenvlinders tegelijk. En een vijfde een eindje verderop op de buddleija.

Citroenvlinders zijn de eerste vlinders die je in het vroege voorjaar op een mooie dag kunt zien vliegen, al in februari soms. En de laatste kun je tot in oktober zien. Twee generaties per jaar, de vlinders van afgelopen week zijn net ‘vers’. Mannetje is citroengeel (foto), vrouwtje minder opvallend, groenig-wittig. Wel goed te onderscheiden van de koolwitjes, door de opvallende punt aan de vleugels.

Gonepteryx rhamni is de wetenschappelijke naam. Gonia betekent hoek en pteron betekent vleugel: hoekige vleugel. En rhamnus is de wetenschappelijke naam van een wegedoorn, een van de waardplanten van de citroenvlinder.

De citroenvlinder is een standvlinder, die als jonge vlinder overwintert in dicht struikgewas: bramen, hulst, klimop. We hebben het allemaal in de tuin. Om rupsen te zien moeten we wegedoorn of sporkehout in de tuin zetten. Kleine groene rupsjes.

Uit eigen tuin

We hebben geen moestuin. Wel eens geprobeerd om een stukje van de achtertuin vrij te maken voor wat groenten en fruit, maar dat is mislukt. Halverwege de zomer was alles overgroeid met de omringende planten. Slak-technisch ook niet helemaal jofel.

Fruitstruiken kan wel. Zoals de wijnbes, zwarte bes en -binnenkort te oogsten – blauwe bes.
Zo leuk om even naar buiten te lopen met de schaar om wat bieslook of oregano (majoraan) af te knippen. Op het terras staat een bak met gemengde kruiden: peterselie, tijm en rozemarijn. En een zestal tomaten in potten. Lekker bij de lunch in plakjes op de boterham met kaas.

Voor het ontbijt: met de slippers aan naar buiten en een handje wijnbessen voor in de muesli.
Ze zwemmen heel decoratief in de melk.

Hortensia stekken

Juli – augustus is niet alleen de tijd dat de meeste hortensia’s bloeien, maar ook een prima tijd om ze te stekken. Vandaag van vijf verschillende hortensia’s stekken opgepot. 1-3 stekken per soort. En bij elke pot een labeltje: HBA = hortensia buren achtertuin, HBV = hortensia buren voortuin. Dat zijn twee lacecaps, zie foto’s . Verder heb ik nog een HM112 = hortensia meerweg 112, een donkerpaarse boerenhortensia.
Ze blijven tot minstens volgend jaar voorjaar in pot (en misschien haal ik ze in de winter wel even binnen in de serre.

Je kunt de stekken ook prima in een glaasje water laten wortelen en later oppotten. Of , zoals ik vandaag gedaan heb, direct in de pot en dan een plastic zak erover heen tegen het uitdrogen de eerste paar weken.
Alhoewel… uitdrogen. Deze zomer krijgen ze daar geen kans toe. Wat een buien en buitjes. De hortensia’s varen er wel bij. Staan er veel mooier bij dan afgelopen twee droge zomers.

Vorig jaar heb ik ook al een aantal stekken genomen. Een paar in de volle grond gezet eerder deze zomer, die zijn nu ruim een halve meter. Een drietal staan nog in pot, die zijn kleiner gebleven. Een er van is al wel in bloei: lichtroze. Zo grappig, de plant waar dit een stek van is is veel meer lichtblauw (laatste foto).

Planten voor rupsen

Als je vlinders in de tuin wilt, dan is het goed om naast vlinderplanten ook planten voor rupsen neer te zetten. Hier een link naar een pagina van de vlinderstichting met voorbeelden van rupsenplanten.
De Vlinderstichting | Planten voor rupsen

Welke hebben jullie al in de tuin staan?

Deze hebben wij:
Damastbloem, look zonder look , pinksterbloem
Judaspenning, aalbes
klimop, heide , hulst, kattestaart, vlinderstruik
diverse distelsoorten (grote en kleine kaardebol, kogeldistel), kaasjeskruid.
En Vooral brandnetels!

Van de meest rupsvriendelijke planten in de link van de vlinderstichting hebben we eigenlijk alleen de vuilboom (wegedoorn) niet in de tuin. Dat is een belangrijke waardplant voor citroenvlinders. Er moeten hier wel ergens vuilbomen in de buurt staan, want we zien vaak citroentjes in de tuin.

Halve oogst

Een leuke vruchtdragende plant, de japanse wijnbes. Maakt elk jaar nieuwe uitlopers tot bijna drie meter lang. Rode takken met veel stekels en haartjes en felgroene bladeren die er mooi tegen afsteken. De onderkant van het blad is lichtgrijs tot wit. Trossen met vruchtjes vormen zich het tweede jaar aan de takken. Heel decoratief als de vruchten nog in hun ride, harige omhulsel zitten. Pas als de vruchten bijna rijp zijn worden ze zichtbaar (de bescherming van het omhulsel zorgt er voor dat er geen insecten/ larfjes in de vruchten komen, zoals bij (zomer) frambozen vaak het geval is. De vruchten kleuren van licht rood, naar hel rood naar diep donker rood, en worden steeds een beetje zoeter. Niet zo zoet als frambozen, erg mooi van kleur. Ze zijn niet allemaal tegelijk rijp. Vandaag plukte ik de eerste lading (nu in zakje in diepvries, basis voor toekomstige jam). Als ze net geplukt zijn blijft het minnewerkje als een oranje puntje aan de struik zitten. Over een paar dagen volgt de rest (minus een paar vruchtjes die elke keer als ik er langs loop worden opgegeten).


De Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius) is een plant uit de rozenfamilie, net als de gewone braam (R. fruticosus) en de framboos (R. idaeus). De Japanse wijnbes komt van nature voor in Japan (duhh), Korea en China. In Europa en Noord Amerika geïntroduceerd als fruitdragende heester. De plant is uit tuinen ontsnapt en komt nu op verschillende plaatsen in de natuur voor. In sommige staten van de US is de plant zelfs verboden, is daar een invasieve exoot geworden, die met zijn sterke groeikracht alles overwoekert.

Net als bij een braam kan een lange stengel die zich naar de grond buigt daar wortel schieten. Voordeel: jaar er na heb je een nieuwe plant. Nadeel (als je dit onbeheerst door laat gaan): alles wordt overgroeid.