Zweden : Rozentuin

In het centrum van Göteborg ligt een mooi park, aangelegd door de Garden Society van Gothenburg, Trädgårdsföreningen, vanaf 1850.Met een fraaie kas, palm house, nagebouwd van de Crystal Palace kas in Hydepark in Londen. De onderdelen zijn in Schotland gemaakt, naar Zweden verscheept, en ter plekke in elkaar gezet. Vanaf 1878 konden de inwoners van Göteborg de tropische planten en palmen in de kas bewonderen. Veel nieuwe is de rozentuin. Het rosarium is on 1987 aangelegd, met hulp van plant donaties van ene Gote Haglund, die een enorme rozencollectie had.
Ik was wel wat verbaasd dat er, ook half augustus, nog zo veel rozen in bloei waren. Uiteraard steeds even snuiven, in hoeverre de rozen ook geuren. DE neus wil ook wat.
De rozentuin bestaat uit drie delen, een deel met moderne rozen, vaak doorbloeiend, een deel met oude rozen. En tot slot het ‘rozen-acrchief’, een verzameling rozen die in het westen van Zweden groeien. Deze laatste tuin is onderdeel van een programma voor instandhouding van plant0diversiteit. Met meer dan 1200 soorten rozen is dit een van de grootste rosariums in Noord-Europa.

Moderne rozen

Zweden: publiek groen

In de meeste Zweedse plaatstjes die we bezochten waren zeer kleurrijke openbare plantenbakken, hangmanden, of miniparkjes te bewonderen. Met duidelijk veel aandacht. Alles keurig gewaterd en geen dood bloemetje te zien.

Miniparkje in Falbenberg
Bloembakken op de wandelpromenade in Helsingborg
Linnaeus parkje in Haga, Göteborg

In Zweden was de zomer van 2018 ook extreem heet en droog (tot aan de week dat wij er waren). Op allerlei beboste heuvels waren er hele stukken bruin. Van dichterbij bleken dat de eikenbomen te zijn. Die hadden massaal de watertoevoer naar hun blaadjes stopgezet. Resultaat: geen afgevallen blad, maar ingedroogde knisperige blaadjes aan alle bomen. In de dorpen en steden hadden alle laanbomen in de straten een soort ring van grote plastic tassen om de stam, gevuld met water, en met hele kleine gaatjes onderin. Langzaam gaven ze water af aan de bodem.

Zweden: rosa rugosa

Al fietsend door west Zweden, langs het Kattegat, is er een plant die veel indruk heeft gemaakt. De rosa rugosa of rimpelroos. Half augustus is de plant al uitgebloeid. De opvallende kleur zit hem in deze tijd van het jaar in de overvloed aan grote oranje bottels. In dit gebied – in Skane en Halland – wordt de heester heel veel gebruikt als erfafscheiding. Maar ook in de Botanische Tuin kwamen we hem veel tegen in gemengde borders. En ook gewoon in de natuur en natuurgebieden waar we doorheenfietsen. Een  feestje.

Langs het tuinhek
Aan zee, net rechts van de foto staat de vuurtoren van Glommen, Halland, Zweden.

Kopje koffie

Op de voorgrond de grote Afrikaan, vorig jaar zaad van verzameld, bij een gezamenlijk tuinbezoekje. Bij ons in een pot, bij Jitske in de volle grond. Dan blijkt ie een stuk voller te worden.

Woensdagochtend, kopje koffie in de tuin bij Jitske.
Er zijn al heel wat planten die we geruild hebben.
Een vaste judaspenning, een calamagrostis verhuisde naar Jitske.
Een euphorbia, een siergrasje, een fuchsia verhuisden naar onze tuin.

Op de achtergrond mijn fiets

Theemuseum

Etappe Pronkjewail-wandelroute van Zoutkamp naar Wehe den Hoorn.
Rond lunchtijd waren we in Houwerzijl. Daar heb je een theemuseum, met theehuis en theetuin. Het museum bezochten we niet, wel een kopje thee op het terras van het theehuis. In de schaduw van dakplatanen, heel genoeglijk.

Na de thee schoven we op naar een bankje in de theetuin. En daar aten we onze boterhammetjes op. Met uitzicht op een rechthoekige vijver met een grote theepot als ‘water feature’.

Vanaf het lunch bankje
Theepot met straaltje water uit de tuit

Onweersbeestjes

De wandeletappe van 22 juli ging (voor ons) van Wehe den Hoorn naar Winsum. In Eenrum sloten Pieter en Mirjam aan. Na het halen van een stempeltje bij cafe Bulthuis (” We zijn heel zuinig op onze kerk“, zei de cafebaas, wachtte even en vervolgde “we gebruiken hem nooit“), op naar de Kleine Plantage. De planten stonden er prachtig bij, en de kleuren knalden ons tegemoet. Toen we de kwekerij opliepen, en ook de rest van de dag,  waren er tientallen minikleinebeestjes in de lucht en op ons. Kriebelig, volgens Mirjam. Onweersbeestjes, zei de man van de Kleine Plantage. Hij hoopte vurig op onweer, eigenlijk regen, want het water geven van de planten de afgelopen periode op de kwekerij was inmiddels een dagtaak geworden.

Kleur bij de entree
Planten voor de verkoop, ook hier volop kleur
Een stukje tuin bij de Kleine Plantage
Wandelen tussen de geschoren heggen

Begin mei waren Eddy en ik ook al in Eenrum, toen op de fiets en rhodondendrons kijken in de Notaristoen, en ook even langs de Kleine Plantage. Daar hadden we het eerste stukje Pronkjewailpad gelopen, de route gaat namelijk over het terrein van de kwekerij.

Later en bij elkaar

Al jaren pot ik in voorjaar de commelinawortelstokken apart op. Het worden er steeds meer, dus steeds meer potten. Een paar jaar terug gaf ik een paar wortelstokken aan de buren. Die  hebben ze een aantal weken later pas opgepot, en ze ook allemaal bij elkaar gezet in een grote witte pot. En in het hoekje bij de deur gezet, voor een witgepleisterde muur.
Afgelopen week kwam iik s morgens langs en stond perplex van de enorme bos blauw. Bij ons zijn ze allang uitgebloeid.

Commelina Tuberosa, spinkruid, dagbloem
Intens blauw, elke ochtend nieuwe blauwe bloemen, in de middag gaan ze dicht

Kloostertuin in Kloosterburen

Kloosterburen heet natuurlijk niet zomaar Kloosterburen. Is genoemd naar het klooster. De monniken in het klooster konden niet alleen heel goed dijken bouwen (daarom waren ze ook naar het noorden gekomen), maar ook tuinen onderhouden. Daar teelden ze allerlei medicinale planten, en eten natuurlijk.

De tuin is weer in ere hersteld, en opvallend is dat er steeds grote perken van ongeveer 4 x 4 meter met een en dezelfde plant waren beplant. Hier een oranje veld van goudsbloemen op de voorgrond, en een perk oostindische kers het bed erachter.

Als je heel goed kijkt is er ook nog iets vreemds op de foto te zien….
Gevonden?

Domies Toen

De tuin van de dominee, Domies Toen, in Pieterburen stond al een tijd op mijn wensenlijstje om eens te gaan kijken. En toen we afgelopen vrijdag weer een stukje gingen wandelen, deze keer vanuit Pieterburen, was het moment aangebroken. De tuin is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan als een burgerinitiatief. De oude pastorie werd afgebroken en er ‘dreigden’ huizen gebouwd te gaan worden. Tine Clevering- Meyer was een van de iniatiefneemsters en ontwierp een groot deel van de tuinen. Het oudste stukje is een dobbe, vlak bij het theehuis uit 1300! De oude gemetselde muur is uit 1600. Heel wat historie zo bij elkaar.

We dronken eerst een kopje cappuccino in het thee- en koffie-huisje, toen de tuin in. Een stichtelijk gebouwtje als entree. Op de plek waar vroeger de deel van het huis van de dominee/ de pastorie stond is nu op mergelgrond een mooi arm biotoop ontstaan. Met allerlei planten die je in Zuid LImburg tegen komt, maar niet echt verwacht in Noord Groningen. Tegen een gemetselde muur is een -naar Engelse stijl- lange brede border beplant. In  het voorjaar moet het in de oude voortuin prachtig zijn met de vele stinzenplanten.  Een kruidentuin, en er wordt gewerkt aan de vlinder- en bijentuin. Het kerkje vormt een mooie achtergrond voor de tuin.

Entreegebouwtje waar nu een thee- en koffiehuisje is
The long border
Met op de achtergrond het kerkje
De mergelvallei. De kleien muurtjes op de achtergrond zijn gestapeld van kloostermoppen.

Stempelpost Saaxumhuizen

De stempelpost van de Pronkjewailroute in Saaxumhuizen is te vinden bij de  bloemenboerderij een stukje buiten het dorp.  Met een straffe westenwind wandelen we van Warffum naar Pieterburen. Via Breede , Den Andel (leuk dorpje), Saaxumhuizen. Bij de bloemenboerderij is een enorme pluktuin, waar heel veel bloeit. Iets later in het seizoen is er een maisdoolhof. Nu steekt het verhoogde plateau van waaruit je over het doolhof  heen kunt kijken nog een beetje mal boven de kleine mais uit. Voor alle seizoen is er een palendoolhof. Huh? Van een afstandje zie je alleen ‘woud’ van 2 meter hoge palen, op een raster van 1 x 1 meter uit elkaar. Als je dichterbijkomt blijkt er op ongeveer 1 meter hoog een touw te zijn gespannen waarmee de gangen van het doolhof worden aangegeven. Transparant is het wel.

Op het terrein wijst een bordje ons naar rechts voor de stempelpost. Dat is bluf. We lopen wel het hele terrein over, zien de mooie bloemen tuin en de klompengolf en frisbeegolf routes en het palendoolhof. Geen stempelpost. Op de terugweg naar de uitgang een nieuw bordje, dat geeft aan dat de stempelpost in het winkeltje en rustpunt is,  vanaf de ingang naar links…

 

Een van de forse pluktuinbedden
Groepje stokrozen, dat heeft toch wel wat
Toortsen, ezelsoren, margrieten

Ik denk dat het express is om de wandelaars even verder op het terrein te lokken. Slimme truc.