Eremurus of Naald van Cleopatra heet deze plant. De knol is een heel raar spinachtig ding, met lange uitlopers. Mag absoluut niet uitdrogen, en is ook nog eens breekbaar. Natte voeten in de winter is uit den boze. Kortom: gedoe. Of niet?
Vorig jaar kreeg ik een knol van Jitske, die ik in een grote pot gezet heb. Twee groeipunten eraan. Eerst een heuveltje gemaakt van de potgrond. Daar de knol opgezet, met de ‘kroon’ boven op de heuvel, en de pot verder opgevuld met potgrond. Bovenop een laagje fijn (aquarium) grind gestrooid, om onze of buur-katten ervan te weerhouden deze schijnbaar lege pot als kattebak te gebruiken. De hele winter buiten gebleven, wel op het overdekte terras. De aarde werd dus niet (erg) nat.
En dit voorjaar kwamen eerst twee blauwgroene knobbels te voorschijn, die zich inmiddels ontwikkeld hebben tot lange bloeiwijzen, de ene ongeveer 160 cm hoog, de andere 150 centimeter. Sinds een paar dagen zijn de individuele bloemetjes open, eerst de onderste, en de bloei verspreid zich langzaam naar boven. Net als bij vingerhoedskruid. De kleur is geeloranje, wonderschoon als het zonlicht er door heen schijnt.
Wel lastig om als geheel op de foto te krijgen. Eigenlijk moet je ze daarvoor op een plek zetten waar je een mooie effen achtergrond hebt.