Uit een ooghoek zag ik wat fladderen, een klein vlindertje, een motje. Wittig met een oranje lijfje. Het beestje verdween onder een hortensia blad, en toen ik dat oplichhte, vloog ie weer weg. Ging onder een ander blad zitten. Toen dat zich twee keer herhaalde en ik nog geen goede blik op het nachtvlindertje had kunnen werpen, pakte ik fototoestel, en zonder blad om te draaien.
Klik, ik heb je.
Fraai getekend vlindertje, aan de lange sprieten achterover, zie ik dat het een nachtvlinder is. Dus google ik ‘nachtvlinder’ en zoek op ‘ afbeeldingen’ en ben er snel achter. Het is de bonte brandnetelmot, door Linnaeus in 1758 benoemd als eurrhypara hortulata. Ik kom ook de naam anania hortulata tegen.
Dan heeft de ene brandnetel, die ik eerder dit jaar onder de pruimenboom heb gezet, en in droge tijden goed watergegeven heb, toch zijn nut gehad. Een brandnetelmot, ik ben helemaal blij dat ik een nieuw beestje gezien heb.
Maakt me dan ook helemaal niet uit dat ik lees dat het een heel algemeen motje is, en ik weet de rups best dat ie best van een andere brandnetel gekomen kan zijn. Voor mij is ie nieuw, en ik vind het leuk om te denken dat ik hem zelf in de tuin gelokt heb.