In het lokale krantje las ik de jaarlijkse oproep van het waterschap, om voor 1 november de greppels en slootkanten ‘winterklaar’ te maken. Aan de achterkant van onze tuin ligt een greppel, ’s zomers droog, ’s winters een laagje water. Jarenlang wachtte ik tot na de bladval, ergens in november, maar dat betekende dat ik de sloot moest schonen met laarzen aan en wadend door het water. Ook het blad in de greppel was zwaar van het water.
De laatste jaren doe ik dat anders: nog voor de najaarsregens komen, de sloot schoonmaken. Gevallen takken eruit, de halfvergane bladerlaag van vorig jaar op de oever.
Bundelzwammetjes kwam ik tegen, en ook deze frivole koraal(?)zwammetjes. Gezelschap had ik ook. Een roodborstje zat te zingen op een boomstompje, en vloog steeds even naar een vers stukje schoongemaakte greppelbodem, om een wormpje mee te pikken.
Dit jaar heb ik ook de klimop die vanuit onze tuin in grote slingers sierlijk de greppel inbuigt forms teruggesnoeid. De meterslange slierten gooide ik in grote bulten op de greppel-oever aan de overkant. Van de flat achter ons. Die kant van de sloot wordt onderhouden door de gemeente, en die kwamen vandaag langs om al het spul dat ik uit de greppel gevist had, netjes mee te nemen. Dat is mooi op tijd, en nog net voor 1 november.