Dikke druppels druipen
omlaag langs de tak.
Grijs is de morgen.
—
Het laatste blad hangt
-en valt- uit de walnootboom
die kaal en leeg is.
—
De fontein van gras
ligt ’s winters stil en zakt in
tot een klein hoopje.
—
Af en aan vliegen
vogels voor het winterraam.
De vetbol wordt klein.