Er zitten de laatste tijd heel veel vogels in de conifeer, zei mijn moeder vanaf de ipad. Ze kon ze niet zien, in de reusachtige conifeer, net in de tuin van de buren, maar wel horen. Tegen de avond kwamen ze er onder luid gekwetter in zitten.
Misschien wel honderd, zei ze.
Dat is overdreven, dacht ik, we zullen wel zien. Met de kerstdagen waren we op bezoek bij mijn moeder, en op eerste kerstdag tegen vier uur, begon er van alles te vliegen. Het waren spreeuwen! In steeds grotere wolken vlogen ze boven het dorp. We renden naar boven, om vanuit de slaapkamers op zolder beter zicht te hebben op de vluchten spreeuwen.
Zijn het er duizenden of tienduizenden?
Onwaarschijnlijke aantallen. Een dansspektakel van een minuut of 20, en een heleboel telefoonfilmpjes en oohhs en aahhs later, begonnen de spreeuwen zich -en masse- uit de lucht te laten vallen. In de dennenboom een paar tuinen verderop, en ook de conifeer direct naast mijn moeders tuin. Het gekwetter was imposant. De vogels zelf inderdaad niet te zien, het was inmiddels ook bijna donker, en de vogels zaten lekker in het groen.
Tweede kerstdag tegen vieren weer naar boven gerend, en wederom met open mond naar de dans van de spreeuwen gekeken.
Nog eentje dan, nog een van de filmpjes die ik maakte op tweede kerstdag, vanuit het zolderraam, bij mijn moeder. En mocht je in Bunnik wonen, of in de buurt ervan: ga een half uur voor zonsondergang naar buiten (of naar zolder) en geniet.