De Pauw en de Hinde

Aan de ene kant van het park woonden de herten. Ze hadden daar hun voederbak en konden schuilen bij een paar bomen. Het grote hert was de baas. Hij had een paar vrouwtjes, die elk weer een paar jongen kregen.
Een van de jonge vrouwtjes, een hinde, was bijzonder nieuwsgierig. Ze bleef niet aan de ene kant van het park, waar de herten woonden. Maar ze ging steeds verder wandelen, tot helemaal aan de andere kant van het park.

Aan de andere kant van het park woonden de pauwen. Een prachtig blauwgroene mannetjespauw en zijn bruine vrouwtje. Zij woonden aan de andere kant van het park, vlak bij de vijver waar de eenden en zwanen zwommen. Er was een groot grasveld waar ze konden zonnen, en als het slecht weer was gingen ze achter de schuur staan, onder de dakrand. Daar was ook beschutting. De pauwen kwamen nooit aan de ene kant van het park.

Op een dag kwam de jonge hinde van de ene kant naar de andere kant van het park. Het pauwenmannetje was helemaal overweldigd. Wat een prachtige vrouw zag hij daar lopen, lichtbruin, net zoals pauwenvrouwtjes altijd zijn, maar veel groter en met prachtige bruine ogen. Helemaal verlief was de pauw, en hij vergat zijn eigen vrouwtje en begon achter de hinde aan te lopen. En even later ging de pauw naast de hinde lopen, van links, naar rechts. Overal waar zij ging, volgde de pauw. Zo trots als een pauw kan zijn, stapte hij voort naast met zijn nieuwe geliefde.

hert-en-pauw

Klik hier voor een filmpje. Met als dramatische slotscene het treurige pauwenvrouwtje dat achter de schuur blijft zitten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *