Zuurbes of berberis vulgaris is een struikje met vervaarlijke stekels. Als prikkelstruik kom je hem vaak tegen in gemeenteperkjes. De donkerrode vorm wordt ook vaag als heg gesnoeid. Wij hebben een vrijuit groeiend exemplaar in de tuin. Ongeveer een meter hoog en nog iets breder. En nu staat ie in bloei. Als je niet oplet valt het misschien niet op, licht geel groene bloempjes. Heb je de struik vlak bij een pad staan, dan merk je het wel. Vooral als de zon schijnt. Dan wijst het gezoem van de insecten je op de bloeiende bloempjes. Juweeltjes in zacht geel. Berberis heeft ook een fraaie herfstkleur en grappige rode (en ja zure) besjes.
Leuk weetje van een Engelse website, zou best wel eens waar kunnen zijn: Linnaeus gaf de zuurbes als soortnaam berberis naar het Noord-Afrikaansenomadenvolk de berbers. Linnaeus dacht dat de plant uit Afrika kwam.
Of toch deze uitleg: De monnik Constantinus Africanus gebruikte al in de 11e eeuw de naam Berberis in zijn boek over planten. In dit geval zou de naam afkomstig zijn van ‘barbarian’; de Romeinen noemden de Germanen ook wel Barbarians.
Hoi Tineke,
bedankt voor de zaadjes van de zuurbes. Ik ga ze straks meteen in de grond stoppen.
Andre
Hoi Andre, het zijn zaden van de Japanse Mispel, niet de zuurbes 🙂
Hoi Tineke,
de slakken spelen heel blij in de vijver, eentje doet aan frequent opdekopzwemmen.
Ook de blaadjes van de berberis smaken trouwens heel zuur. Dineke en ik maakten vroeger roosjes door de blaadjes tussen een paar vingers van een tak te ritsen, en gooiden die vervolgens in de lucht voor confetti als we ze genoeg bewonderd hadden. Daarna smaakten onze handen zuur.
Margriet