Paar jaar terug schreef ik een stukje over wilde bijen.
Met mooie namen.
Vandaag een paar tips over fijne bijenplekjes.
Om te wonen, te schuilen, te overwinteren.
Tip 1. Laat in het najaar een stukje hoog gras staan in de tuin en maai het niet voor juni het daaropvolgende jaar. Perfecte overwinterplek voor poppen, rupsen en ook vlinders. Je kunt ook elk jaar een ander stukje hoog laten worden.
Tip 2. Laat bundels oude bramenstengels staan, of bind ze in een bosje. De holle stengels zijn mooie schuilplaatsen.
Tip 3. Zet een homp vochtige klein in een bakje water (om de klei vochtig te houden) op een verstopt plekje in de tuin. Als bouwmateriaal voor de metselbijen.
Tip 4. Een homp/dikke schijf van een boomstam kan prima als bijenhotel gebruikt worden. Neem een schijf van goed 20 cm boomstam, en boor gaten aan de kopse kant. Niet helemaal doorboren, maar de achterkant van elk gat dichtlaten. Zorg dat de gangetjes splintervrij zijn. Helemaal ideaal is als je het stuk boomstam een smalle taartpunt kunt verwijderen, hoorde ik ooit. Dan werkt het hout minder en krijg je minder last van scheuren overal dwars doorheen.
Tip 5. Als je nog een oude zandbak hebt, van kinderen of kleinkinderen, dan deze tip. Maak steile randen/ wanden van zo’n 2o cm hoog, gericht op het zuiden. Voor je het weet heb je daar zandbijtjes en pluimvoetbijtjes in.