Elke ochtend is de eerste klus om een opening te maken in het ijs van de vijvers. Dat wordt steeds lastiger bij de kleine vijver, waar helemaal geen zon komt. Onder een stuk piepschuim is een plek waar ik elke dag nog door heen gekomen ben. Dan vis ik de losse ijsstukjes eruit. De grote vijver gaat makkelijker. Onder de brug blijft het ijs lang dun. De afgelopen dagen heb ik steeds grote ijsscherven uit het oppervlak gevist en op de kant gelegd. De volgende ochtend steevast weer dicht gevroren, zo’n 1-1,5 cm. Het stuk waar ik niet bij kom, aan de overkant is veel dikker. Vrijdag kraakte het nog toen Poes er over heen liep.
Dat is anders op het Paterswoldse meer, een kleine wandeling bij ons vandaan. Geen krakend ijs vandaag, maar zingend ijs. Een enkele schaatser te zien, en te horen. Goed kijken, net rechts van de paal die middenin staat. Aan de kant moppert een toeschouwer: ” Als ie door het ijs zakt verpest ie het ijs voor de anderen” .