De nachten worden langer.
Over een week begint de herfst,
volgens de kalender dan.
De weervrouw zegt van niet: nog even zomer.
Asters en grassen zijn de sterren
van de najaarstuin.
Samen met de bessen dan.
Die zijn ook prachtig.
Alles in en om onze tuin
De nachten worden langer.
Over een week begint de herfst,
volgens de kalender dan.
De weervrouw zegt van niet: nog even zomer.
Asters en grassen zijn de sterren
van de najaarstuin.
Samen met de bessen dan.
Die zijn ook prachtig.
Geen tuin, maar landschap. Vandaag liepen we de laatste etappe van de Pronkjewailwandelroute (noord). 250 kilometer door het Noord Groningse landschap. Met juweeltjes van dorpjes, verstilde kerkjes, bos (meer dan je denkt) en prachtige open en ruige landschappen. Vandaag van Kolham naar Stad gewandeld. Duidelijk merkbaar dat we weer dichter bij de bewoonde wereld komen. Flinke delen van de weg over fietspad langs de oude provinciale weg (en een halve kilometer verderop de snelweg).
We waren niet erg onder de indruk van Scharmer en de borgmeren. Meerstad, zag er beter uit, veel water, eilandjes, zonnepanelen op veel van de nieuwe huizen. En ook een paar huizen waar de lelijkheid van af spatte. Nou ja, ieder zijn meug.
Vlak ten noorden van de stad, in Noorddijk, de laatste pauze bij rustpunt Noaberstee, met een kopje thee en appeltaart. Naar het noorden kijkend, weilanden en weidse landschap. Op nog geen 5 minuten (fietsen) het winkelcentrum van Leeuwenborg.
Dit jaar hadden we een ‘bumper crop’ aan druiven, zoals Monty Don van Gardeners’ World zou zeggen. Andere jaren hebben we wel vaak veel druiven, maar meestal vrij zuur. Zo niet dit jaar. Sappig en zoet. En er zijn overal zo veel andere besjes, dat de merels er nog niet heel veel van hebben opgegeten. Elke paar dagen pluk ik een aantal trossen, niet meer dan we in die paar dagen opeten. Ze blijven het best houdbaar als ze aan de struik blijven hangen.
Hoe was jullie oogst?
Vrienden iets verder op in de straat hebben een druif aan de zuidkant, tegen het huis. Daar is de hele oogst mislukt, alles verdroogd.
Eind vorige maand stuurde ik voor de afwisseling weer eens een tuinfoto op naar de website van Groei en Bloei. Net de laatste dag van augustus. En toen stond mijn ingezonden foto opeens als ‘openingsfoto’ voor de maand augustus. Geinig.
Het pluis van een wilgenroosje bij ons in de achtertuin. Op de site van de Flora van Nederland kun je ook een filmpje bekijken. In grote aantallen, langs een bosrand, is een paarsroze zee van wilgenroosjes een impossant en vrolijk makend gezicht. Moet je wel iets eerde in het jaar zijn, juli/begin augustus. Nu is het meeste roze verdwenen.
Wilgenrozenweetje
De bloemen van het wilgenroosje en het ‘harig wilgenroosje‘ lijken zoveel op elkaar dat Linnaeus beiden als één soort behandelde. Toch zijn beide soorten wel goed van elkaar te onderscheiden. Blad en bloeiwijze zijn anders en ze hebben verschillende kleuren stuifmeel. Toen bleek dat onderlinge kruising niet lukt, is het ‘harig wilgenroosje’ als aparte soort naar het geslacht Epilobium verhuisd.
In maart had ik de zaadjes van de peper Cayenne Ring of fire gezaaid. 6 zaailingen heb ik in grote potten gezet en de oogst is prima. De planten eert in de serre, totdat het zo heet werd. Sindsdien staan ze buiten, een deel overdekt een deel in de open lucht. Elke keer een pepertje, als we ze gebruiken willen. Of drie, toen Eddy vorige week kip Piri-Piri maakte.
Van een plant heb ik de laatste peper al geoogst en toen ik vandaag de plant op de composthoop wilde gooien zag ik opeens nieuwe bloemknopjes. Wordt waarschijnlijk nooit meer rijp, maar acht. Deze plant gewoon weer in de serre gezet,
De tuin kleurt geel en
draad na draadje weeft de spin
de herfst aan elkaar.
Zaterdag liepen we de een na laatste etappe van Pronkjewail wandelroute Noord. Van Steendam (eigenlijk Siddeburen), langs het Schildmeer, door het moerassige natuurgebied ’t RoegWold, via Schaaphok en Woudbloem (echt waar) naar Kolham. 230 kilometer hebben we er nu opzitten, waarvan 25 voor deze etappe.
In de verschillende dorpjes zijn stempelposten, en deze keer was er onder andere een rustpunt bij de Wildemansheerd in Schipwolde. Behalve de stempel op de kaart kregen we een zakje met…. toastjes. En die konden we zelf besmeren met de zelfgemaakte aardbeien/rabarber jam in de koelkast. Zelf smeren, want zo’n rustpunt is ‘zelf-service’. De vrouw des huizes was wel aanwezig, en samen met haar zus bezig in de tuin. Mooie gelegenheid om een tuinpraatje te maken. Er lag een foldertje van open tuinen Groei& Bloei in het rustpunt-huisje. Of ze ook mee deden, vroeg ik. Nee, zei zus 1 , vroeger deed onze moeder mee. Nu willen we eerst de tuin wat meer op orde krijgen, voordat we eventueel weer een keer mee doen. Aan de noordkant van de tuin een gemetselde tuinmuur, met raampjes erin. Ziet er altijd leuk uit. Engels. En een mooie plek voor een beeldje.
De andere zus bleek de tuinvrouw te zijn van een medetuinier hier in Haren. We blijken een gezamenlijke tuinkennis te hebben. Ik nodigde haar uit om ook eens bij ons langs te komen.
Op twee plekken in de tuin heb ik wat brandnetels, op de ene plek echt neergezet (ergens uit de berm gestoken), op de andere plek is ie zelf gekomen: tussen de herfstframbozen. Niet helemaal handig, maar a la. Waarom de brandnetels? Voor de vlinders, het is waardplant voor de rupsen van diverse vlinders. Volgens de boekjes dan. Vandaag ben ik ze weer eens goed gaan bekijken of ik rupsen of poppen kon vinden. Nee. Weinig aangeknaagd blad. En ook weinig vlinders.
Voor we op vakantie gingen half augustus had ik alle uitgebloeide buddleija pluimen afgeknipt, en nu paar weken laten, staan ze weer mooi in bloei. Maar weinig insecten bezoek. Hopelijk gaat dat volgend jaar beter.
Vandaag gezien: 1 kleine vuurvlinder, 1 muntvlindertje, 1 atalanta, 1 boomblauwtje, en div koolwitjes (klein en groot).
Na de lange hete en droge zomer waren sommige planten al in de herfststand gegaan. Nu het weer koeler is en regelmatig wat regen valt besluiten sommige planten nog een tweede ronde bloei te geven. Heel opvallend is dat een heleboel teunisbloemrozetten, waarvan ik verwachtte dat ze volgend jaar zouden gaan bloeien, toch opeens de geest kregen en besloten dit jaar hun stengel de hoogte in de laten groeien. De eerst lichting teunisbloemen is bijna uitgebloeid, maar er is een hele serie bijgekomen, die tot aan de vorst vooruit kunnen (zoveel bloemknopjes zitten er nog aan).
De rode sieraardbei is ook weer in bloei geschoten. Op de eerste dag zijn de bloemen helderrood, van een soort rood dat je in de tuin niet vaak tegen komt. Dag 2 of 3, en ze verbleken naar lichtrood en roze. En zoals elke rechtgeaarde aardbei doet, maakt ook deze heel enthousiast uitlopers, waar allemaal nieuwe plantjes uit kunnen komen. Een leuk bodembedekkertje.