Lange avonden, warm bij de vloerverwarming.
Wat minder buiten.
De tuin glijdt zo zoetjes aan richting winterrust.
De laatste Gardeners World van het seizoen ligt al weer achter ons.
Voor je wekelijkse portie tuinvitaminen is er een oplossing. Lees eens een mooi tuinboek. Of eigenlijk een boek, waar een van de hoofdrollen door een tuin gespeeld wordt, maar waar de andere bewoners van de tuin even belangrijk zijn.
Zo’n boek als The Morville Year, van Katherine Swift. Een serie columns die ze schreef in de periode 2001 tot 2005 voor de zaterdageditie van The Times. Over haar tuin in Morville, Shropshire, UK. Vanaf de lente, gesorteerd per seizoen, beschrijft ze liefdevol wat ze zoal ziet in de tuin. Niet mooier dan het is. Ze neemt de lezer mee in haar tuinavonturen, en laat ook zien wat er niet lukt. Zoals de roos, die ze al drie keer verplaatst heeft, omdat de plek steeds niet goed bleek. Of de aanleg van de langwerpige vijver, waarmee ze de tuinman bijna gek kreeg, omdat ze tot twee keer toe de juist gemetselde muurtjes liet veranderen. Waar ik van geniet is dat ze regelmatig in de historie duikt, van een plant, van een tuinmens, van een plaats, van een land. Voor mij zijn dat vele kersjes op een taart.
Een van Katherine’s zinnen in de inleiding sprak me bijzonder aan. Ook voor mij geldt dat schrijven in ’t Groentje, boeken lezen, in de tuin bezig zijn, kijken, fotograferen, rondsnuffelen op internet, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Reading, writing and gardening remain for me indissoluble, the garden not simply the physical place where I spend most of my days, but a mental space built out of thoughts and emotions, associations and memories – mine and other people’s.
Een ander boek van Katherine is the Morville Hours.