Ik heb een paar korte wandelrondjes vanuit huis, als ik even een frisse neus wil halen. Een rondje van ongeveer drie kwartier gaat langs de rand van het dorp. Rechts de weilanden, nu met ganzen, het ooievaarsnest is nog leeg. En aan de linkerhand de huizen, of eigenlijk de achtertuinen. Vlak voordat het pad afbuigt , weer het dorp in, staat een huis met aan de rand van de tuin een serie knotwilgen. In de late winter hebben de wilgentenen een uitgesproken heldere iranjegele kleur. Een paar keer dacht ik al: als ik nu een snoeischaar meeneem, dan knip ik gewoon een paar takjes af. gewoon zo over de heg heen. Twee weken terug zag ik dat een paar van de wilgjes geknot waren. En afgelopen weekend was al het snoeisel verdwenen. Teleurstelling eersts, had ik toch te lang gewacht….
Toen zag ik in de tuin een grote stapel snoeisel liggen en ik nam me voor even aan te bellen en te vragen of ik een paar van die takjes van de stapel kon meenemen. Ik liep verder om de achtertuin heen, en op te hoek lagen er allerlei twijgen over de heg heen en op het wandelpad. Daar konden ze vanuit de achtertuin niet bij. Kwam dat even mooi uit. Ik had mijn oranjegele twijgjes alsnog en de takjes waren opgeruimd.
De twijgen staan nu even in de gieter met water buiten, terwijl ik nadenk over een mooie plek om ze in de grond te steken.