“Goedemiddag dames, hoe gaat het met julli? De hittegolf is over, de twee kleine bosuiltjes zijn weggevlogen en de bijen terug in de korf. Tijd voor een kopje thee in de tuin? Bij regen onder het afdakje.”
Dat was appje vorige week van Hilde, en afgelopen maandag waren we bij haar in de tuin. Inderdaad ondewr het afdakje en met jas aan. Stuk frisser dan eerst. Vorige week een appje van Hilde, aan Margreet en mij.
In het appje heel kort aangestipt, nu kregeh w e het hele verhaal van de bijen. Dat er gezoem was in de tuin. Dat ze Marcle, de jonge imker die een paar huizen verderop bijen had inseinden. Dat Marcel even kwam kijken en wat vertwijfeld naar de hoge plek keken wara de bijen in de boom zat. Dat ie zei, even een paar uur aanzien, soms vliegen ze snel weer verder. ’s Avonds hingen ze er nog, en Marcel kwam met een vriend terug, goed in de imker kleren. Ladder, wat takken snoeien, een geimproviseerd vangnet: een laken over een open staande kliko: hoog in de boom aan de tak schudden (Hilde binnen!) bijenkluit viel omlaag in het vangnet/mand. Half uurtje wachten totdat alle bijen bij de koningin in de mand gingen zitten. En Marcel heeft er een nieuw volkje bij. Waar ze vandaan kwamen weet ie niet, ze waren niet bij hem vertrokken. Zachtaardig volkje, vond ie.