Woensdag ochtend stond ik in de keuken appeltjes in dunnen schijfjes te snijden. Om eens te roberen hoe het gaat om gedroogde appeltjes te maken. DE appels van onze Groninger Rode Kroon zijn zo droog, dat ze niet lekker zijn uit de hand. En er zijn er nu wel heel veel. I x hete bliksem gemaakt, een handvol appeltjes in de werkkamer: want-ze-ruiken-zo-lekker. En nu dus gedroogde appeltjes: ringetjes, op sateprikkers (en Chinese eetstokjes, in de over. Op 50 graden en ruim drie uur in de oven, dan goed laten afkoelen en in luchtdichte bus wel een jaar te bewaren.
Waarschijnlijk toch niet lang genoeg (geduls is een schone zaak), en ik vertrouwde het niet helemaal, dus ik heb de bus met semi-gedroogde appels in de koelkast gezet. En doe nu elke ochtend een flinke portie in mijn kefir met muesli als ontbijt. Niks 1 jaar bewaren, flink dooreten zodat ze binnen een week of twee op zijn.
Het volgende project kan zijn : rozebottelgelei van de botteltjes van de egelantier. Een paar takken waren opzij over het tuinpad gewaaid en heb ik verwijderd. Takken in de kliko, en de botteltjes in een grote emmer. Of toch maar eerst stoofpeertjes maken? Vanmiddag waren we een stukje fietsen/ wandelen en toen we thuis kwamen stond er een stoffen tasje vol met stoofpeertjes op de terrasrafel. Die combinatie: stoffen tasje en stoofpeertjes, dat kan maar 1 persoon zijn: Hilde!