Nul graden vanmorgen, stralende zon, en koude wind. Deze week voor het eerst de winterjas van stal gehaald en dat was lekker bij onze wandeling halverwege de middag. Nog steeds volop zon, paar graden boven nul. Na de wandeling nog even een rondje door de tuin. Tjonge, jonge, langzamerhand veel siergrassen in de tuin. Deels wintergroen en deels afstervend boven de grond. Zoals de molinia die nu helemaal oranje geel is, tegen het bruine aan. De halmen beginnen om te vallen en het deel dat over het grasveld viel heb ik er afgetrokken. Bij sommige grassen zitten de afgestorven halmen vast, die moet je echt afknippen als je ze kwijt wil. De halmen en grasbladeren van de molinia lijken meer op bladeren aan bomen en struiken. Ze verkleuren in de herfst en vallen dan af. Als ik nog even een week of twee wacht dan kan ik zo, zonder snoeischaar al het bovengrondse spul, halm en blad van de molinia verwijderen. Armen vol, dat wel. Want de pol is inmiddels reusachtig geworden. Maar straks is er dus even niets meer van te zien. Bijna alles zit ondergronds. Als ik er aan denk maak ik een foto voor jullie. Een grote cirkel kale grond met in het midden een lichte verhoging met bobbeltjes, waar volgend jaar weer nieuwe halemn tot 2 meter hoog uit omhoogschieten.
Bijna elk jaar in het voorjaar vergis ik me weer en zet ik allerlei plantjes in dei cirkel. Heel leuk, maar dan ben ik weer vergeten dat de pol molinia zoveel blad krijgt dat alles wat onder de pol staat jammerlijk verpietert: te droog en te donker. Misschien dan een keer hele vroege planten of bloembollen er onder zetten?
Her en der staan zaailingen, die nu nog smal zijn, ongeveer 10 halmen. Zo is deze reuzenpol ook begonnen. Dit is het moment om bij de zaailingen stokjes te zetten, zodat ik in het voorjaar weet waar de kleine exemplaren staan, die ik dan kan uitsteken en oppotten voor liefhebbers.