Linksonder: meestal kijken we vanaf het terras de achtertuin in, richting ‘noorden’ bomenrij als achtergrond. Nu staan er tijdelijk een paar stoelen die richting zuiden, langs het huis, naar de de pergola gericht staan. Grappig om eens een keer een ander gezichtspunt te kiezen.
Rechsboven: kleine beestjes ‘mineren’ in de bladeren van de verbascum.
Ze staan er weer mooi bij, de hortensia’s, bij ons in de tuin, maar ook op heel veel andere plaatsen. Ook mooi als het er niet een (1) is, maar een heel stel verschillende bij elkaar. Zoals bijvoorbeeld in de hortensiatuin van Hortus Haren. Vanmiddag even heen gewandeld om te kijken of de blauwe hortensia’s nu ook uit zijn. Anderhalve week geleden waren we er ook, toen nog net niet helemaal in bloei. Nu wel. Mooi!
Hydrangea macrophylla ‘Ayesha’
Hydrangea macrophylla ‘Eisvogel’
Hydrangea macrophylla ‘Tokyo’s delight’
Een selectie van drie. handig dat er naambordjes bijstaan.
Alle drie zijn het macrophylla’s, de meest voorkomende soort, die bestaat uit twee groepen. De hortensia-groep en de lacecap-groep. De boerenhortensia, met de bolvormige bloemschermen, hoort bij de hortensia’s, met meestal steriele bloempjes met 3-5 kelkblaadjes. De lacecap groep heeft schermbloemen, met een plat of koepelvormig scherm van kleine fertiele bloempjes met daaromheen een aantal steriele randbloemen. Bij beide soorten kan de kleur van roze naar blauwig veranderen, afhankelijk van de grondsoort. Hydrangea macrophylla struiken zijn bijna altijd tussen de een en twee meter hoog, een enkele keer is er een variëteit die lager blijft.
Deze hele maand juli kon je meedoen met de (nationale) vlindertelling, van 3-25 juli. Hoeveel vlinders van welke soort zie je in je tuin. Je kon zo vaak mee doen als je wilde. Handig dat het hele maand was, eerder was het wel eens een weekend en met een beetje pech en slecht weer zag je dan nauwelijks wat. Want dat is natuurlijk het leukste, als je verschillende soorten ziet die je kunt doorgeven. Met de telling van de hele maand, was de vraag om ook door te geven als je geen vlinders telde, of heel weinig, in de tuin vond. Tja, dat was regelmatig zo, zeker aan het begin van de maand, maar die heb ik uiteindelijk niet doorgegeven….
Heel veel vlinders hebben we niet geteld, wel een aantal soorten, maar niet veel exemplaren van dezelfde soort. Heel anders was dat afgelopen vrijdag, toen we een wandeling maakten rond Roderwolde, het Leekstermeergebied. Veel rietlanden, ruige graslanden, afgewisseld met weilanden en boomrijen. Op veel plekken stond de moerasspirea (net als in onze tuin) uitbundig te bloeien. En langs diverse sloten ook een gele rand van het jacobskruiskruid. Her en der met de geelzwarte rupsen van de jacobsvlinder. En bij een paar afzonderlijke exemplaren -die enige tientallen meters uit elkaar stonden- een beetje op de oeverhelling van de brede sloot (in de beschutting) zagen we oranje zandoogjes. Op een plant vijf stuks en toen zagen we deze….
Als je op bezoek gaat bij een vader die een zoon heeft die varens kweekt, dan ben je niet verbaast dat er veel verschillende varens in de tuin staan. Op precies de plekken waar ze het goed doen.
Deze week was ik weer een keertje op bezoek bij Wim, inmiddels op leeftijd (93!) en niet meer zo goed ter been. Hij was eerder op de dag met de scootmobiel naar de winkel geweest voor muffins bij de thee. Genoeglijk bezoek, op het (overdekte) terras, met uitzicht over de tuin. En natuurlijk nog even een rondje door de tuin.
We zaten op het terras en hoorden een gek geluid. Het leek wel op eenden die in de verte kwaakten. Toch klonk het dichterbij. In de vijver dan?
Eddy ging op onderzoek uit, en kwam tot de conclusie dat het geluid van heel dichtbij kwam. Vanuit de insectenhotels die op twee meter van het terras hangen. Toen we van dichtbij gingen kijken, zagen we dat de afgelopen periode de nodige gangetjes waren dichtgemetseld. Het geluid kwam uit het zeshoekige kastje, in het andere kastje waren veel gangetjes ‘groen’ dichtgemetseld. De eerste foto’s en het geluidfragment zijn van 20 juli . Wel geluid, geen beweging te zien.
Zouden de metselbijtjes kwaken vlak voor ze uitkomen? In een bijenkast met honingbijen is dat namelijk wel zo. Als er een nieuwe koningin op het punt staat om uit te komen wordt er gekwaakt (en getuut trouwens).
20 juli, gekwaak uit rechter hotel, de zeshoek. In linkerhotel zijn de meeste gangetjes van het blok onder gevuld.
Een paar dagen later (23 juli) hoorden we het kwaken weer. Toen ik nogmaals ging kijken zag ik dat de meeste groen-gemetselde gangetjes weer open waren. Of de metselbijtjes zijn uitgekomen? Dat zullen we nooit weten. Kan ook zijn dat de koolmeesjes de gangetjes opengepeuterd hebben. En ook de wesp met de lange legboor die over het kastje liep beloofde niet veel goeds.
23 jun, gekwaak uit beide kastjes. Links bovenaan loopt een zwart wespen met lange legboor. Rechts zijn alle gangetjes open..
In de hoek van de serre staan ze weer prachtig te bloeien. De klimmende lelie wordt ze ook wel genoemd, deze gloriosa superba. Geen familie van de lelie, maar de bloem lijkt er op het eerste gezicht wel wat op. Ze komt van oorsprong voor in India en delen van zuidelijk Afrika. Absoluut niet winterhard. Groeit uit wat vreemde langwerpige knollen die ik elk jaar weer opnieuw oppot. Buiten in pot gaat ook, als je ze maar op tijd weer binnen haalt, oktober of zo. Ze blijven dan wel wat kleiner.
Bij het zoeken van wat aanvullende informatie op internet kwam ik deze foto tegen. Een gloriosa ‘plantage’ in India, denk ik. Waar de plant gekweekt wordt voor het zaad, blijkbaar heeft het ook goede ‘kruiden; eigenschappen. Wel minimaal 100 kg zaad bestellen!
Het gat had ik al eerder gezien, in naaktslakken. Aan de zijkant van het lijf zie je -soms- een gat. Niet altijd, want het valt alleen op als het gat open staat. Recent hoorde ik in een tuinprogramma op de BBC iemand enthousiast over slakken vertellen. Dat ze over het algemeen toch echt heel nuttig waren. Ook in je tuin. En dat het ook een bijzonder beest was: ze zijn asymmetrisch: het gat in de zijkant zit maar aan 1 kant en niet aan beide kanten.
Kijk, dat was me dus niet eerder opgevallen. Leuk weetje. Het gat heet een ‘pneumostome’ en de slak gebruikt deze opening om door te ademen. O ja, en ook om te poepen trouwens. Genoeg slakken in de tuin, dus ga vooral eens kijken of je ze ziet, met hun ademopening open.
Zelfde slak, van rechts en van links bekeken.
En let ook maar eens op aan welke kant het zit. Heb je altijd rechtsademende slakken, zoals deze op de foto, of zouden er ook linksademende zijn?
De slak op de foto was begin van de avond op weg naar de basilicumplant in pot, die ik elke avond op de tuintafel of een terrasstoel zet. Net als de dahlia’s in pot en de afrikaantjes…
Nu op hun mooist : de sierlijke wolken van de bloeiwijzen van de pollen descampsia in onze tuin. Descampsia cepitosa voluit, of ruwe smele. Een inheems gras dat compacte donker groene pollen maakt. In juni komen de lange ijle aren uit de pol omhoog. En als elke aar zijn zijn bloeiwijze openvouwt…. dan is het een grote wolk, die boven de groene pollen lijkt te zweven. Nu is de wolk nog groenig, bruinig. Over een paar weken strogeel. De aartjes blijven lang mooi.
De wolk van bloeiende ruwe smele op de linkerhelft van de foto.
Meestal blijven de aren mooi overeind staan, maar een van de pollen heeft dit jaar (door het natte voorjaar?) extreem lange aren gemaakt, die met de regen vorige week zijn gaan liggen. Bij deze pol ligt de ‘wolk’ nu bijna op de grond. Die ga ik binnenkort een beetje terug knippen.
Gister palmen, Yucca’s op stam, een boomvaren, dikke olijfbomen, grootbloemige magnolia’s en nog meer exotische planten en bomen gezien.
Op vakantie? Nee. In tropische kas van de Hortus? Nee Waar dan wel?
In de tuin van een enthousiasteling in het naburige dorp. Ronald heet ie. Hij had een tijdje terug meegewerkt aan nieuw terrasje in tuin van tuinvriendin Jitske. En tijdens de koffie vertelde hij aan haar honderduit over de vele exotische planten en bomen die hij verzamelde, maar ook verkocht. Ik kom wel een keer kijken, zei Jitske, met mijn tuinvriendin Tineke.
Dat hebben we zaterdag middag gedaan. Ronald was niet thuis. Zijn moeder wel. Zij liet ons zien wat er zoals in de tuin stond. Begonnen als een enkel palmpje, onverkoopbare exemplaren van de kwekerij waar Ronald werkte. Hij nam ze mee naar huis en bracht ze weer aan de groei. Inmiddels is de hele tuin overgenomen. Je waant je in de tropen als je hier ind e schaduw van de palmen loopt.
Ronald heeft ook een facebookpagina, waar je meer informatie vind over de verschillende soorten: Bomen & zo in Onnen. De fotogenieke blauwgroene yucca, begint als een lage plant, maar krijgt een steeds hogere stam. Staat gewoon in de volle grond. Wel op plekken die wat beschut zijn door huis en schuur er om heen. Het is de yucca rostrata uit het noord oosten van Mexico en het westen van Texas. Tip van Ronald: de Yucca is winterhard tot – 20, geef hem een paraplu in de winter. Benieuwd hoe de tuin er dan in de winter uitziet 🙂