Helenium Paulien

Ze staan in bloei, op verschillende plekken in de tuin. De stekken die ik eerder dit jaar oppotte: losse rozetten. Nadat ik in het voorjaar een paar dikke pollen van Paulien verder op in de straat kreeg. Eerst een donkerbruin hartje, dan hele korte ‘stompjes’ van aankomende bladeren, geel met rood (foto 1 en 2). Als de bladeren zich ontvouwen zijn ze oranjig-geel gestreept. En dat donkere hart…. eerst een gele ring met meeldraden/stampertjes rond de basis van het donkerbruine hart (foto 3). En later is het hele donkerbruine hartje verandert in een gelig balletje (foto 4 en 5).

Mooi hoor. Welke het precies is? Moeilijk te zeggen. Als je op Helenium + afbeelding zoekt kom je tientallen foto’s tegen, allemaal verschillende namen. Zonder tegenbericht houdt ik het op Helenium Paulien.

Op verschillende sites kwam ik tegen dat je ze na de bloei terug knipt en dat er dan nieuwe bloemen komen…

Links:
Waarom helenium Sneeze weed heet.
Konijn en ree lusten ze niet.

Bermroosjes – kleurenpracht

Aan aantal berm-perken in het dorp Haren zijn een aantal jaren geleden gevuld met kleine rozenstruikjes (wellicht bijenweelde). In ieder geval lage struikjes met open bloemen. En die staan nu massaal te bloeien. Een lust voor het oog het vrolijke rood, roze, oranje, witte lint van rozen. Bv langs de Emmalaan, als je vanaf de A28 het dorp binnen komt rijden. Of langs de Jachtlaan, langs een deel van de als fietsstraat ingerichte straat.

Helle Berlinerin

Tuinprogramma over de hampton Court flower show afgelopen week. Met onder andere Toby Buckland die bij een item over paadjes in de tuin zegt dat tuinpaden altijd ergens naar toe moeten lopen. Er moet een eye catcher aan het eind van een pad staan. Een opvallende plant of een beeld.

Hmm. In de voortuin hebben we een paadje dat doodloopt op …. een liguster haag. Vroeger was hier een uitgang, een poortje in de haag, maar die hebben we al lang geleden weggehaald. Het pad is er nog wel, handig als je de tuinkant van de heg moet snoeien. De straatkant kan gewoon vanaf de stoep gesnoeid worden. Toby zou het niet goed vinden: heen eye catcher aan het end van dit pad. Toch eens over nadenken.

Gister was ik even bij Willie op bezoek in de tuin. Daar was een mooi voorbeeld van een eyecather aan het eind van een pad. Een prachtig bloeiende pol hemerocallis. Het is de ‘Helle Berlinerin’, zegt Willie, en ze laat me een boekje met planten van Koen Jansen zien. Daar heeft ze hem gekocht. Dit jaar bloeit de Berlinerin uitzonderlijk mooi. Veel bloemen en er zijn ook nog heel veel knoppen. Echt een blikvanger.

Schrikdraad tegen slakken

Het is een experiment.
We hebben de indruk dat het werkt.
In ieder geval hebben de kolen en de boontjes er nog nooit zo goed bijgestaan.

Ik sta in de tuin van Jan en Tineke, een eindje verderop in de straat. Ze staan beiden in de tuin, de rozen de ‘dead headen’. En eerder op de dag hadden ze rigoureus geraniums tot de grond afgesnoeid.
Jullie hebben zeker ook naar Gardeners World gekeken gister, lach ik. In dat tuinprogramma op de vrijdagavond BBC 2, eindigt de presentator altijd met ‘Jobs for the weekend’. En deze keer inderdaad: blijf bij doorbloeiende rozen de uitgebloeide exemplaren afknippen. En ook advies om uitgebloeide vroege zomer (late lente) bloeiers bij de grond af te knippen. Niet alleen om meer ruimte te geven aan andere planten , maar ook om minder schaduwplekjes te geven aan de slakken. Dat laatste had ik nog niet eerder bedacht.

Terug naar het begin van dit blog. Het experiment dat Tineke me laat zien gaat ook over slakken. Of eigenlijk: het weghouden van slakken. Rondom de verhoogde bak waar de groenten in groeien heeft Jan twee ringen van schrikdraad vastgeniet en daar stroom opgezet mbt een 9 volt batterijtje. Boven het schrikdraad zie je ook nog het eerdere experiment: een koperen strip. Daar bleken de slakken zich weinig van aan te trekken.

Gouden eieren – vervolg

Vorige week schreef ik over mooie goudglinsterende eitjes aan de onderkant van een meidoornblad. Benieuwd welk rupsje daar uit zou komen. Ik dacht namelijk aan een vlinder. Nee hoor: het blijken wantseneitjes te zijn geweest. In het glazen potje waar ik de eitjes liet uitkomen wandelen nu een achttal kleine groen-met-zwarte wantsen. Ze zijn nu twee dagen oud en zitten nog in het potje met wat meidoornblaadjes en kunnen er uit als ze willen.

5 van de 8, 1 dag oud, 2 mm klein.
Zo’n babywantsje is vanaf het begin al een en al voelspriet en waakzaamheid.

Het is de nimf van de smalle randwants, Gonocerus acuteangulatus, een plantenetende wants. De volwassen wants is bruinig met wat stippels en makkelijke te herkennen aan de hoekige schouders. In het Verenigd Koninkrijk heette deze wants oorspronkelijk the Box bug: de buxus kever. Naar verluid omdat ie oorspronkelijk in Engeland alleen voorkwam in buxusstruiken op Box Hill (Surrey). De soort is algemeen in het Middellandse zee gebied, noordwest europa en delen van centraal asiel. Houdt van zonbeschenen (bedragende) struiken, waaronder meidoorn.

NB. Twee dagen later keek ik in het potje, waar een klein bodempje water in zit om de takjes meidoorn vers te houden. Ik schrok, het leek erop dat alle wantjes verdronken waren. Nog eens kijken…. het bleken de lege huidjes te zijn. Net als veel andere insecten gaan wantsen verschillende stadia van vervelling door. En dan blijft het lege huidje (de te kleine jas) over, inclusief de vervelde antennes!

Gouden eieren

Eddy was een stukje van de meidoornhaag aan het knippen en riep opeens ‘gouden balletjes’.
Na wat geritsel en gestommel (de tuin is nogal volgegroeid) kwam hij met een net afgeknipt takje aanlopen.
Verse blaadjes en aan de onderkant van een van die blaadjes: kleine glimmende gouden balletjes. Of eigenlijk meer stevig opgepoetst koperkleurig. Eitjes van de een of andere vlinder. 8 stuks keurig naast elkaar gedeponeerd.
Maar welke?

Ik ga zoeken, maar of ik het ga vinden….
Ik heb een paar kleine takjes van de meidoorn in een potje met paar mm water gedaan. Daar boven op het blad met de eitjes (eitjes aan de onderkant), en een tissue met een elastiekje erover heen als ademend dekseltje. Potje staat nu op het terras. Misschien zijn de rupsjes die eruit komen beter te herkennen dan de eitjes. En ik weet in ieder geval wat ze lusten.

Raadplaatje 4 juli 2021 – dansende elfjes

Uit een ooghoek zag ik witte bloempjes. 
Op een plek waar ik ze niet eerder zag, 
tevoorschijn piepend onder het blad van een grote vingerhoedskruid vandaan.
Hun eigen blad verborgen.

Eerst dacht ik dat de bloem al deels uitgebloeid was.
Een deel van de bloemblaadjes had laten vallen.
Maar dat zou te toevallig zijn. 
Als van elke bloem de onderste twee bloemblaadjes bleven zitten….

En van dichtbij bekeken zie je het meteen: dit is gewoon de bloeiwijze van dit plantje!
Onder twee lange witte blaadjes, boven drie korte meer roze blaadjes.
Als dansende elfjes.


Als je weet wat het is, of je hebt het plantje ook in je tuin, reageer gerust via de ‘reactie’ link.
Die vind je links naast dit blog.

Nederlandschappen

Natuurlijke of cultuurlandschappen. 
Je kunt ze overal tegenkomen in Nederland. 
Je hoeft alleen maar om je heen te kijken.

Een beetje afhankelijk van waar je woont natuurlijk.
Maar regelmatig op afstanden binnen een half uur van je huis.
Of nog minder.

Een ‘Hedgerow’ in Engeland? Nee, stukje van de achtertuin: 0 minuten lopen.
Wandelingetje Moarweg- Haren, 10 minuten lopen.
Oud Boslandschap? Nee, Hendrik de Vries Plantsoen, 5 minuten lopen.
Is dit de hei? Met heideschapen? Nee, de stadskudde van Groningen in het Hendrik de Vriesplantsoen, 5 minuten lopen.

Familie? Of Niet?

Twee planten nu in bier in de tuin.
Beide met witte bloemen met 5 bloemblaadjes.
Beide met diep ingesneden blad.
Beide 30-40 cm hoog.
Familie van elkaar? Of Niet?

Niet. 
De eerste is de witbloeiende variant van muskuskaasjeskruid. 
Hoofdgroep: primitieve asteriden.
Plantenfamilie: malvaceae of kaasjeskruidfamilie.

De tweede is de witbloeiende vorm van de bloedooievaarsbek, geranium sanguineum ‘album’
Uit Hoofdgroep Geranium-en vioolachtigen  (in de Flora van Nederland).
Plantenfamilie: geraniaceae; de ooievaarsbekfamilie.

Als ze uitgebloeid zijn zie je hele duidelijke verschillen in de vorm van de zaden en zaaddozen.

NB. Wist je dat er ook allerlei bomen tot de hoofdgroep primitieve asteriden behoren?
Onder andere de linde, de paardekastanje en esdoorns!

En in de hoofdgroep geranium- en vioolachtigen vinden we naast families van kruidachtige soorten, zoals de ooievaarsbekken, viooltjes en hertshooifamilies ook struiken en bomen uit de wijnstok-, wilgen – en kardinaalsmutsenfamilies…