Dagpauwoog

Het verstoorde wereldbeeld

Hoe kán dat: dagpauwogen in de hof
van Breekelenkamp naast ons? – Niet te geloven.

Hun wiekenpracht gaat het verstand te boven:
vier zonnen op een veld van sterrestof.

Hij had dit jaar brandnetels in het gras,
de oude boer, wat achterop met werk,
daar er een erfenis met ruzie was:
pauwogen fladderen van perk tot perk.

Hij cijfert achter de gordijnen uren
terwijl ze nectar uit zijn tuintje puren.
Zondags zit hij – zijn zaak is vóór geweest –

stil op de bank voor huis, verkalkt en blauw;
dan zitten er pauwogen op zijn mouw,
wier tekenen hij bevreemd en bevend leest.

Ida Gerhardt,
uit de bundel De zomen van het licht (1983)

Dunne ijle bloemen

Jaren geleden, meer dan 10 denk ik, ging ik met Jitske op bezoek naar de Priona tuinen in Schuinesloot. Oorspronkelijk aangelegd door Henk Gerritsen en partner. En nu beheerd ‘in de geest’ van de oorspronkelijke bewoners. Van twee plantjes namen we zaad mee, en die groeien nu nog steeds bij ons in de tuin. Een witgloeiende versie van het robertskruid. De eerste jaren hield ik de omgeving zorgvuldig vrij van de rozebloeiende exemplaren. Inmiddels aan de westkant van het huis een flinke groep witgloeiende plantjes, die houden zichzelf nu wel in stand.

De andere was een persicaria, felgroen blad met een donkerrode tekening en laat in het seizoen een lange draadachtige aar van donkerrode bloempjes. Het is de persicaria virginiana ‘Filiformis’ . Het woekeren waar we destijds voor gewaarschuwd waren hebben we hier niet gezien. De eerste paar jaar was ik steeds bang dat de plant het niet overleefd had. Om wat later in de lente te zien dat de mooie blaadjes gewoon weer opkwamen. Elk jaar wordt de bos nu iets groter. De kleur van de bloem is net zo donkerrood als van de veelgebruikte persicaria amplexicaulis. De groei en bloeiwijze is veel subtieler en eleganter.

Voortuin herfst

Een koude nacht en ineens komen herfstkleuren te voor schijn. De amberboom had al wel een zweem oranje, maar begint nu echt te gloeien. De lage duizendknoop fallopia japonica compacta is ineens geel, en ook de ginkgo is goed op weg. Het bladgroen verdwijnt uit de bladeren en de onderliggende kleuren worden zichtbaar.

Gele en paarse margrieten

Open margrietachtige bloemen. Mooi om te zien en fijn voor de insecten. De brede bloemen vorm een goede landingsplaats en de beestjes kunnen makkelijk bij de nectar in het open hart komen. Laatbloeiende bloemen als de herfstasters zijn nu nog in trek, en ook de langbloeiende rudbeckia’s. De laatste bloeien zeker op een zonnig plekje echt ongelooflijk lang. Van onze vakantie in Drenthe heb ik wat zaad meegenomen van een diep roodaarde aster op het station van Emmen. Op de perrons hadden ze daar allemaal mooie perken bloeiende planten. Eens kijken of ik die kan opkweken. En wat meer lage herfstasters kunnen ook nog wel een plekje krijgen in onze tuin. Ik merk wel dat ik ze wat meer slakvrij moet houden, minder hoge planten er om heen. Op 1 plek waar vorig jaar de lage asters uitbundig bloeiden is nu een klein plukje in bloei. Op een andere plek zijn ze helemaal verdwenen. De hoge asters, zie foto’s, komen elk jaar betrouwbaar terug. In het begin wel wat slakkenvraat maar daar groeien ze meestal snel doorheen.

Pietje kijkt omhoog

Een zwart katje dat waarschijnlijk ergens in een van de appartementen in de flat achter ons woont komt dagelijks een paar rondjes door onze tuin wandelen. We noemen hem Pietje Bel. Vanwege het belletje aan zijn bandje , maar ook vanwege zijn ondeugende streken. Gister na het eten riep Eddy, kom eens kijken! Ik kwam voorzichtig aan en zag eerst Pietje zitten, zeer aandachtig omhoog kijkend naar het dak van onze serre.

Waar kijk hij naar? Nou dit.

Vliegende beestjes

Er vliegt nog van alles in de tuin. De atalanta’s zijn weer naar het zuiden getrokken (trekvlinders) net als de zwaluwen. Half september had ik alle uitgebloeide bloedpluimen van de vlinderstruik afgeknipt, nu zijn er weer allemaal nieuwe -wel kleine- pluimpjes. En daar zijn de dagpauwogen blij mee. Dat zijn de vlinders die we dit weekend het meeste zagen in de tuin. Niet alleen op de budleija, maar ook op schoot. Naast de dagpauw oog oog een verdwaald koolwitje en gister meende ik uit een ooghoek een gehakkelde aurelia langs te zien vliegen. Verschillende honingbijen (gister eentje gered die in mijn glaasje witte wijn was gevlogen), wilde bijen en hommeltjes nog. En wespen. Weet je waar die dol op zijn…. klimop bloemen. Tientallen vlogen er daar rond. Zie filmpje.

Binnenbloemen

Ik koop zelf eigenlijk nooit bloemen, er staat bijna altijd wat te bloeien in de tuin. Dus de bloemen binnen zijn meestal gekregen. Voor een feestelijke gelegenheid. Of voor het houden van een presentatie. Zoals deze mooie bos die ik afgelopen week kreeg. Was wel een beetje lastig om met de grote bos op de fiets met tegenwind naar huis te komen

Zondagochtendwandeling

Vanmorgen bij het wakker worden een fraaie roze met lichtblauwe hemel. Had eigenlijk gedacht dat het zwaar mistig zou zijn, door de koude nacht, net als zaterdagochtend. Maar nee: helemaal helder. Mooi om meteen op pad te gaan (voor de ochtendkoffie) voor een wandeling in de buurt. Langs de Moarweg naar het zuiden en rondom visvijver bij Sassenhein weer terug.

We kwamen verschillende wandelaars tegen, meestal met hond. Verder een enkele jogger, een paar vissers en een courgette! Op een hekje bij een van de visplekken. Die kom je ook niet elke dag tegen.

Landschappen

Twee weken geleden naar het Drentsch- Friese Wold geweest, een mooi natuurgebied bij Appelscha. Bij het buitencentrum van Staatsbosbeheer was het enorm druk (weekend, zonnig), maar even verderop zag je niet veel mensen meer. Deels doordat hier de paden voor mensen, paarden, fietsen en mountainbikes mooi gescheiden zijn. En ook doordat er duin achtige heuvels zijn, restanten ijstijden en stuifzanden, waardoor mensen elkaar niet zien.erg mooi met nog steeds wat paarse tinten hei. Op sommige heuvels afgewisseld met een paar mooie nieuwe stukken hei, fraai donkergroen, nog niet bloeiend (laatste foto). Dat is het resultaat van steeds weer een stukje afplaggen, net als vroeger. Ook al weer paddestoelen te zien, en niet zulke kleintjes ook. Op de eerste twee foto’s een groot exemplaar met een kleintje er boven op.

En een week geleden nog een noordgroningse wandeling. Landelijk buitengebied, koeien op een rijtje, houten molens van EAZ wind, en in elk van de dorpjes hele oude kerkjes. Uit de 12e en 13 eeuw oorspronkelijk. Veel van die kerkjes zijn bewaard gebleven (ook dan aan Stichting Groninger Kerken), vaak op een wierde, een heuvel om boven het water uit te blijven steken in geval van overstromingen. In Friesland heet dat een terp.

Onthaasten.