Vanmorgen bij Vroege Vogels op de radio een stukje over de groene knolamaniet, amanita phalloides. En in de Trouw van vorige week ook een uitgebreid artikel over deze extreem giftige paddestoel. Het is een in Nederland van oudsher al veel voorkomende soort, en -volgens het Trouw artikel- misschien wel de reden waarom in Nederland niet zo veel paddestoelen in het wild geplukt worden. Waar je van een vliegenzwam eten behoorlijk ziek kunt worden is 50 gram van deze groenige paddestoel genoeg om je naar de eeuwige jachtvelden te verwijzen. Het is een gif met een vertraging, pas 4-6 en soms wel 10 uur na het eten merk je de verschijnselen, en dan is het kwaad meestal al geschied. Lever en nieren houden er mee op.
Zoals gezegd komen ze veel voor, en in ons geval letterlijk op de hoek van de straat. Het kleine grasveldje hoek Meerweg, hoek Westerse drift, waar de hoop met afgevallen bladeren van de gemeentebomen ligt. Bij ons zondagochtenwandelrondje kwamen we ze tegen, en de app Obsidentify gaf meteen aan (met een zekerheid van 99%) dat het de groene knolamaniet was. De paddestoel begint vrij groen/ gelig en verbleekt dan wat. Daardoor schijnt ie wel eens voor eetbare soorten, als champignons, te worden aangezien. Niet giftig bij aanraken, dus geen zorg. Alleen geen hap van nemen.
Het is nog onduidelijk wat het evolutionaire nut van zo’n dodelijk gif voor mensen voor de paddestoel zelf is. Allerlei dieren als konijnen en eekhoorns, maar ook slakken en insecten kunnen de paddestoel prima eten.