Zaterdag prachtig weer, wat een verschil met de natte zondag. Zaterdag ochtend om 11 uur ‘even voor de lunch’ naar buiten om de vijf beukjes te planten. Die had ik van Jitske gekregen. Eerst met de de schep plekken zoeken in de oude beukenhaag, waar de beukjes het beste konden komen. Vanaf de kant van de buren, daar loopt de haag vlak langs de garage, en is wat smaller gesnoeid. Makkelijker om met de spa bij de grond te komen. Nu is een beukenhaag ongeveer op zijn doorzichtigst: het oude blad begint, zeker met de flinke wind afgelopen week, steeds meer af te valllen, het nieuw blad moet nog komen. Daardoor viel ook op hoeveel andere struikjes zich inmiddels tussen de haag van beuken hadden genesteld. Uitgezaaide ligusters en cotoneasters, wat verdwaalde hulstjes, en via uitlopers aan de wortels, allerlei kornoeljes. Voordat ik de beuken in de gegraven gaten plaatste begon ik wat van het niet-beuk-zijnde-spul te verwijderen.
Klonk! De schep stootte op steen. En er kwam een baksteen te voorschijn,
Klonk! Klonk! Nog een en nog een.
Inmiddels half 1 lunchtijd, straks verder.
De opgraving leverde zo’n 30-40 bakstenen op.
Ik heb een emmer vol met kleine struikjes met kale wortels in een emmer water staan.
De kleine beukjes staan tussen hun grote familieleden.
De oude picknicktafel is verhuisd naar een plekje verder naar achter in de tuin, dat lukte nog net, voordat ie helemaal uit elkaar valt. Niet om op te zitten, maar om een plantje op te zetten en om langzaam door de tuin en al haar beestjes en plantjes en schimmels en mossen veroverd te worden.
Lekker buiten.
zwarte handen.
kwetterende vogels.
Uiteindelijk tot vier uur heerlijk buiten bezig geweest.