Pok, pok, pok. Het houten dekseltje van het eekhoornkastje klapperde. Vast Erik weer, dachten we. Nee, deze keer was het niet Erik, maarErika. Rode staart, en stukje kleiner. Het voederkastje is vanaf het terras gezien, aan de achterkant van een van de stammen van de hazelaar. Voordeel is dat ik heel langzaam de achtertuin in kan lopen richting de hazelaar. Ik zie de eekhoorn eerst niet, en omgekeerd geldt hetzelfde. Gistermiddag langzaam naar achter lopen en heeeel langzaam om het hoekje van de stam kijken. Rode staart! Het is niet Erik, maar Erika.
Nog een beetje verder: achtereind van een eekhoorn te zien; kop en voorpoten hangen in het voederkastje om een pinda te scoren. De eerste paar pinda’s eet ze met rug naar me toe, staart over haar rug gekruld, dan draait ze zich om. Lichte paniek. Daar sta ik, op ongeveer 2 meter afstand, heel stil. Kwetterende fluitgeluidjes. Ze vindt het niet pluis, en kijkt me alert aan. Schuift een paar meter omhoog de hazelaar in. Maar komt een paar minuten later nog weer terug. Nu heb ik mijn telefoon bij me, voor foto’s en een filmpje-met-geluid.
Volgende keer de grote camera met mooie lens.