Niet zo heel veel vlinders dit jaar. Vorige week zagen we op enig moment zeker 13 witjes tegelijk, vandaag stuk minder. Vrijdag, zaterdag en vandaag was de nationale tuinvlindertelling. Rond half 1 telde ik een kwartiertje.
Kampioen was de dagpauwoog, 9 stukje op de twee budleija’s; verder 3 kleine koolwitjes; 1 groot koolwitje; 1 geaderd witje in de serre, 2 bonte zandoogjes, 1 boomblauwtje en 1 atalanta.
Ook bij de landelijke telling was de dagpauwoog dit jaar de meegetelde. Vorig jaar was het de atalanta.
Min of meer toevallig, maar eigenlijk wel grappig: dit stukje tuin lijkt wel speciaal aangelegd als een ‘hot border’ , een border met warme kleuren bloemen: rood, oranje, geel.
De lysimachia heb ik jaren geleden eens van een plantenruil meegenomen, eerder in de zomer is het blad donkerpaars, steekt mooi af tegen de omringende planten. Hij zou woekeren, was me verteld, dus het eerste jaar hield ik hem goed in de gaten en haalde een deel weg.
Op de Zernike Campus in Groningen staan een aantal grote plantenbakken met fraaie bloeiende planten, kleuren voornamelijk paars en oranjeachtige tinten. Van de week stapte ik even af of de planten van dicht bij te bekijken en toen zag ik bordje op de bakken: dit zijn ‘slimme plantenbakken’.
De plantenbakken spelen in op klimaatverandering en toenemende droogte. De planten krijgen hun water namelijk uit de vijver. Er zitten sensoren in de bakken die ieder half uur een signaal afgeven aan een speciaal druppelsysteem. Als het vochtniveau te laag wordt pompt het systeem water vanuit de vijver naar de verdeelkast.Van daaruit lopen vier leidingen naar de vier plantenbakken met aan het uiteinde van elke leiding een druppelslang. Zo hebben de planten in periode van droogte ook voldoende water. De diepte van de slang is afgestemd op het type beplanting. DE slang geeft voor een bepaalde periode waters af. En wanneer er teveel water is, bijvoorbeeld na een hevige stortbui, wordt dit weer teruggepompt naar de vijver.
Het was weer tijd om de grote pollen miscactus in onze tuin een beetje steun te geven. Met een ‘ceintuur’ om blijven ze rechtop staan en hangen minder over de omringende planten heen. Bij deze grote pol in de achtertuin heb ik een dik touw gebruikt en was ik mooi op tijd. Bij de drie pollen in de zijborder was ik eigenlijk iets te laat. Die begonnen al uit te zakken en zien er nu een beetje als een ‘rollade’ uit. Een stuk electriciteitskabel snoert de halmen bijeen.
Bij ons in de straat hebben veel tuinen een oprit met grind en kiezels. In deze tijd van het jaar zijn er allerlei zaailingen in de wat oudere opritten tussen het grind aan het op komen. Mooi compact, kluitje wortels, prima om op te potten en verder op te kweken.
Naast de geraniums (knalpaard met zwart oog) en een verbascum ook een aantal knautia rozetten opgepot. Die kunnen later in de bloemenweide onder de appelboom.
Dinsdag middag 5 juli kwamen 13 dames van tuinclub Vries op tuinbezoek. De meesten met de fiets. Twee jaar later dan gepland: de oorspronkelijke afspraak was juli 2020, pre-corona afgesproken.
De tweejarige teunisbloem viel erg in de smaak. Dit jaar staan er een heleboel vlakbij het terras, waardoor de heerlijke bloemengeur van de teunnissen goed te ruiken is. Een rozet meenemen in deze tijd van het jaar is wat lastig, met penwortel houdt de teunis niet van verplanten. In het najaar kan dat evt wel, als het niet meer zo droog/warm is of kan worden. Zaadjes zijn er op dit moment nog niet. Niet getreurd. Een van de tuinclubleden uit Vries gaf aan dat ze genoeg teunisbloemrozetten in haar tuin had voor liefhebbers.
Met de nieuwe bank tegen de schuur, de picknickset en stoelen op het terras (en voor de warmteliefhebbers in de serre) was er voldoende zitruimte voor een kopje thee en plakken ‘oma’s cake’. Vervolgens konden de dames weer hun fietstochtje terug aanvaarden. In de zomerperiode bezoeken ze 1 x per maand een tuin, bij voorkeur op fietsafstand. Zie de foto’s van hun bezoekje aan onze en andere tuinen via deze link. Tuinclub | Vries | Vrouwen van Nu.
Dit jaar konden we de laatste avond van het koorseizoen weer afsluiten met de traditionele ’tapas-avond’ bij Hester in de tuin. Elk van de koorleden neemt iets eetbaars mee, en bij elkaar hebben we dan een mooie gevarieerde maaltijd. Na het eten nog even lekker samen zingen. Soms buiten in de tuin, dit jaar binnen. Het was iets frisser vrij veel wind) en vooral: de piano stond binnen. Natuurlijk maakte ik ook nog even een paar foto’s in de vrolijke, vriendelijke, levendige tuin van Hester. Met ook dit koddige varkentje op een klein houten huisje in de tuin.
Varkentje uit schoorsteen, maar wat zit er achter ?
Het stond al een week in mijn agenda, eind juni, stoepplantjes ronde in eigen straat. Toch nog even dit of dat doen in eigen tuin, dan was het weer te heet, of te nat. Dus steeds een dagje naar achter geschoven. Vanmiddag ga ik echt het rondje lopen, beloofde ik mezelf. En inventariseren wat er nu -hoogzomer- in de voeten van de straat en tussen de tegels van de stoepen staat. Hele bossen groen, had ik al eerder gezien, en bij nummer 107 ongeveer ook een boel zaailingen van de verbena bonariensis. De kleine zaailingen die ik daar vorig jaar weghaalde zijn nu enorm uitgegroeid, de grootste bijna twee meter.
Broommmmm.
Wat verstoord keek ik op bij het uittrekken van onkruidjes in de zijborder.
Broommmmm.
Brooommmm, daar komt de stratenveger langs.
Even dacht ik nog, zal ik er vooruit rennen om de verbena’s te ‘redden’ van de stratenveger. De stratenveegmachine tufte voorbij, en kwam nog een paar keer heen en weer. Tja, bijna helemaal schoongeveegde goten. Weinig te tellen voor de stoepplantjesinventarisatie. Maar weer een maandje wachten. En dan niet een maand+1 week.
Helenium , of zonnekruid, is een Noord-Amerikaans plantengeslacht dat hoort tot de familie van de asterachtigen. Er zijn ongeveer 40 soorten: éénjarigen, tweejarigen en vaste planten . Het zijn prachtige late zomer –en herfstbloeiers met grote bloemhoofden met een centrale kegel van schijfbloempjes en grote -soms iets afhangende- straalbloemen. In gele, rode en oranje tinten.
De meeste overblijvende soorten zijn zeer goed winterhard. Een zonnige en vooral open standplaats in een goed doorlaatbare, vochtige grond is gewenst. Erg geliefd door bijen.
Eerder verloor ik enkele soorten helenium in de tuin doordat ze te veel omsloten werden door andere planten. Het volgende voorjaar kwamen ze dan niet meer door de slakkenvraat heen, beschaduwd als de jonge uitlopers waren door de omringende planten. Ik pot in het voorjaar, als de eerste scheuten verschijnen, deze dan ook eerst even op. Om ze in potjes, ver van de slakken, sterker te laten worden. En dan daarna weer in de grond.
De grootste bos die we nu hebben is mooi zichtbaar vanaf de bank binnen. De bos is nu groot genoeg om zichzelf in stand te houden en staat vlak aan de rand van de oprit. In het voorjaar kijk ik wel elke dag even of er nog slakken in de buurt rondkruipen. Die gaan dan verhuizen naar de andere kant van de greppel in de achtertuin.
Vorig weekend heb ik de weelderige waterplantengroei in de vijver uitgedund. Vooral flinke bergen van het aarvederkruid, een zuurstofplant die het vijverwater prachtig helder houdt maar zo snel groet dat er bijna geen vrij wateroppervlak te zien is. Leuk om her en der wat dieper in het heldere water te kunnen kijken. Nu zijn ook de rozetten van de krabbescheer weer wat vrij gekomen. 24 uur laten uitdruipen op het bruggetje zodat de meeste beestjes eruit kunnen kruipen. Dinsdagochtend deed ik de planten in grote plastic zakken en bracht ik ze in de fietskar naar Willie. Voor haar loopeendjes, die weer dolenthousiast waren.