Gisteravond rond uur of negen zat ik op het terras te lezen. Uit een ooghoek zag ik iets bewegen op het terras. Een rups, geel met zwart. Van een soort die ik niet eerder had gezien. Fotootje in de app Obsidentify -en tadaa! – het is de rups van het vlasbekuiltje. Een nachtvlinder met de gele vlasbekjes als waardplant. De gele vlasbekjes hebben we niet in de tuin, maar wel de vlasleeuwebekjes/ walstroleeuwebekjes. Die lust de rups ook wel. Ik zette de rups op zo’n leeuwbekje vlak langs het terras. En ze begon meteen aan een zaaddoosje te knabbelen. Toen ik even verder keek bleken er nog twee rupsen te zijn.
Mooi kleurig pakje hebben ze aan, die rupsen. Rupsen zijn er van juni tot september. Dan gaan ze verpoppen en overwinteren als pop. De vlinders vliegen in twee generaties van mei tot eind augustus. De vlinders vliegen overdag en ’s nachts, op vlasbekken, maar ook op spoorbloemen. Wij hebben in de voortuin een grote bos witte spoorbloemen. Benieuwd of ik daar nog een laatste vlinder zie vliegen. Bruin met bruin met grijs en opvallende witte halve maantjes op de vleugels. Niet zo kleurig als de rups.