Wimpermos en herbarium

Eerste deel van het zondagochtendprogramma Vroege Vogels op de radio luister ik altijd vanuit bed. Dat betekent dat ik ook soms een stukje mis, toch weer even weggedommeld op de rustgevende klassieke muziek tussen de items. Vanmorgen twee stukjes die ik erg leuk vond: een item over het oranje wimpermos en een andere over het herbarium frisicum.

Oranje Wimpermos

De naam alleen al was genoeg om mijn oren te spitsen: oranje wimpermos. Het blijkt een zeer zeldzaam korstmos te zijn dat al heel lang uitgestorven werd geacht te zijn in Nederland. Maar vanaf 2020 is het inmiddels op een paar plekken aangetroffen. Het Vroege Vogels item ging over een van deze 6 plekken, aan de hand van een interview met korstmossen-kenner Harold Timans. Leuke van radio is dat je je aan de hand van de omschrijvingen allerlei voorstellingen kunt maken van zo’n mosje. Het oranje wimpermos houdt van warmte, plek in de zon (op hout), én het houdt van stikstof. Dit mosje is ontdekt in een vrij nieuw ontwikkeld natuurgebied op het uiteinde van de leuning van een bruggetje. Waarom op het uiteinde? Omdat daar vaker even een vogel komt zitten, en door vogelpoep ter plekke wordt het stikstof niveau wat hoger.

De soort heet in het Engels Golden Eye, met een paar fraaie foto’s hier.

Warm en stikstof. Dat betekent dat de komende jaren best een uitbreiding van het gebied van oranje wimpermos kan optreden. Beginnend in de kustgebieden, waar het meestal net wat warmer is. Aan de kaart kun je zien dat het meer naar het oosten van NL nog wel even kan duren.

Herbarium Frisicum

Het andere item ging over het Herbarium Frisicum in Wolvega. Een collectie van herbaria, in Friesland. Karst Meijer werd geinterviewd en vertelde geanimeerd en met veel leuke woordspelingen over het nut van gedroogde planten, en het belang om deze te bewaren voor de toekomst. Luister vooral de podcast vand e Vroege vogels aflevering nog eens na. Dan hoor je wat de grootste vijand van een herbarium is, waarom de diepvries zo belangrijk is, en dat het onderbrengen van een een of meerdere herbaria die je geerfd hebt heel nuttig is. Daarbij geldt wel: mooi is niet per se nuttig. Volgens Karst: “Kijk, soms krijg je mooi boek, met fraaie planten , de soortnaam erbij, én de datum van vinden. Want als de vindplaats er niet bij staat …. tja, dan heb je er eigenlijk niets aan. Niets voor onderzoek, of vergelijking wat vroeger ergens groeide en nu wellicht niet meer.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *