Toen Jitske laatst hier in de tuin was, viel haar op dat er overal en nergens liguster struikjes staan en opkomen. Als je er over hebt, dan kunnen wij er wel een paar gebruiken, zegt ze. Ik zeg toe ze voor haar te bewaren / uit te scheppen.
Achter in de boomwal hebben we een aantal hoge struiken, als je ze laat uitgroeien zo’n 3-4 meter hoog. En omdat ze niet, zelden gesnoeid worden daar achterin hebben ze altijd volop bloem in het voorjaar (heerlijk geurend) en in het najaar pikzwarte besjes. Netjes verspreid door de vogels, uitgepoept, en een nieuwe liguster struik dient zich aan. In de loop van het jaar trekken we er vaak struikjes uit, en als ze er al wat langer staan: afknippen. Toch zijn er een heel stel die al meerdere jaren de zijn blijven staan en lange uitschieters maken van meer dan 1,50 meter.
Zaterdagmorgen was een mooi moment om even met de schep aan de gang te gaan. Eddy was de laatste pieken van de meidoornhaag aan het fatsoeneren, ik ging ‘op jacht’ naar ligusters. Af en toe een beetje een gevecht met naburige boomwortels of tegels van een naastliggend pad. Al met al toch een stuk of 8 struikjes en een pot vol met mini plantjes (20-30 cm).
Met de fietskar naar Jitske gebracht, altijd grappig om met een kar vol planten door het dorp te fietsen. Jitske was er even niet. “Ze zijn even de hond uitlaten“, bromde de oude poes Poes.