Groene gedachten en herinneringen

Dit boek kreeg ik van Holly en ben ik nu aan het lezen. Een gewichtig boek, niet om even in de trein mee te nemen. Marina Schinz is in Zwitserland geboren, woonde een groot deel van haar leven in de Verenigde Staten, en nu in Italie. Ze schreef verschillende tuinboeken, maar is vooral bekend als fotografe van planten, tuinen en landschappen. In dit lijvige boek komen jeugdherinneringen en terugblikken naar voren van haar leven met planten. Op hoogglanspapier komen haar vele foto’s mooi uit. Een combinatie van een kijk- en leesboek. Nog lang niet uit, maar een mooie afleiding vol kleur, als het weer zo grijs blijft als afgelopen week.

Levende steentjes

Toen ik een jaar of tien was kreeg ik voor mijn verjaardag een grappig plantje, grappig vanwege de naam: levend steentje. Helemaal geen steen natuurlijk, maar een vetplantje. Niet heel moeilijk te verzorgen, maar het plantje heeft destijds de verzorging van een tienjarige niet overleefd. Er zijn overigens een paar planten die nog steeds -na verjonging door delen of stekken, tientallen jaren nadat ze in mijn kinder-slaapkamer stonden- nu nog steeds in huis en vensterbank staan.

Het levende steentje dus niet. Maar ik ben het nooit vergeten, vanwege de naam. In het wild groeien levende steentjes vooral in Zuid-Afrika en in Namibië. Ze zijn vaak gecamoufleerd tussen de stenen met hun grijsgroene kleur en vallen pas op als ze in bloei schieten. Het woord lithops komt van het oud Griekse woord Lithos dat steen betekent.

Het exemplaar op de foto heb ik gezien in de Hortus. Naast een heleboel andere vetplanten staat de lithops in de zomer buiten, nu inmiddels weer binnen. Het is een pleiospilos bolusii uit de familie Aizoaceae. Genoemd naar Harry Bolus, een zuid Afrikaans botanist, geboren in Engeland.

Beetje googlen en ik kwam op een website waar je levende steentjes in allerlei verschillende kleuren kunt kopen, bijna alsof ze geverfd zijn . Als je de babyplantjes zo ziet met piepklein worteltje (foto links hieronder) dan snap ik wel dat je het plantje misschien eerder kan laten verzuipen, dan dat ie te droog staat.

Schilderij

kunsthandel martins - Kunsthandel Martins

De romantiek is een genre in de westerse schilderkunst waar vaak gekozen werd het weergeven van imposante landschappen en vergezichten. De betovering van het verre, het onbekende, het verbeelde, als een vorm van escapisme, het ontvluchten van de dagelijkse werkelijkheid. De romantische periode lag tussen 1800 en 1850.

Bij de onderste foto moest ik hieraan denken: Een ‘romantisch’ schilderij, met een weggetje dat in onbekende verte verdwijnt.

Geen schilderij.
Foto van de Laarmantuin in Hortus botanicus Haren van 25 oktober 2024.
Is het geen plaatje?

Waterteunisbloem

Deze plant kwamen we vorige week tegen in een meertje in Groningen, in dichte matten rond het knuppelpad en de eilandjes binnenin. Soms kom je iemand tegen in een andere omgeving dan je hem of haar verwacht, en dan is herkenning lastig. Dat had ik in eerste instantie met deze plant.

Waar lijkt ie nou op?
De kleur van de bloem is onmiskenbaar.
Een teunisbloem.
Maar dan een drijvende.
Ik wist niet dat het bestond.


De plant is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid Amerika, was in Belgie voor het eerst gezien in 1983 en in Nederland voor het eerst in 1993. Dus al zeker 30 jaar in ons land en me nooit eerder opgevallen….

De waterteunisbloem staat inmiddels te boek als een invasieve exoot. In de -voor de plant- juiste omstandigheden kan ze snel groeien en hele oppervlakten innemen en zo andere planten verstikken.

Ludwigia grandiflora (soms ook jussiaes repens of ludwdigia uruguayensis) is genoemd naar Christian Gottlieb Ludwig, een Duitse botanist. Ludwig leefde van 1709 – 1773 en is nog bekend vanwege zijn uitgebreide correspondentie met Linnaeus, vooral over het plantenclassificatie systeem van Linnaeus. Het was Linnaeus die ter ere van Ludwig dit plantengeslacht zijn naam gaf: Ludwigia.

undefined

Knuppelpad

Tweede vriendenweekenddag. Reisdoel van vandaag: ’t Roegwold, een natuurgebied van Staatsbosbeheer ten oosten van stad Groningen. Een gebied met oude natuur én steeds meer nieuwe natuur. Landbouwgronden tussen de al bestaande natuurgebieden worden hier heringericht.

We begonnen onze wandeling rond het middaguur bij het dorpje met de pittoreske naam Woudbloem, 5 kilometer van Slochteren. Ongeveer halverwege kwamen bij bij het knuppelpad, gelukkig eenrichtingsverkeer. Vandaag was het prachtig zonnig en windstil, recept voor prachtige plaatjes en weergaloze reflecties in het water. Rond dit water groeit (en nog een beetje bloeit) de waterteunisbloem. Ahh wat leuk, dacht ik. Het blijkt een invasieve exoot. Hmmm.

We sloten de wandeling af met een bezoekje aan het restaurant bij de Fraeylemaborg in Slochteren. Nog net een parkeerplekje om 4 uur s middags, en een overvol terras. WE waren niet de enigen die genoten van de prachtige zonnige zondag.

Herbarium Frisicum

Al een tijdje van plan om eens te gaan kijken bij het Herbarium Frisicum in Wolvega. Wat ingewikkeld om er te komen met openbaar vervoer vanuit Groningen. Mooi bezoekdoel tijdens een weekend met Vrienden.
Het weekend van 2 en 3 november bleek het namelijk ‘Open Herbarium weekend’ te zijn, met op de zaterdag een lezing . Tip: Volgend jaar is er voor de 25ste keer Open Herbarium weekend. De lezing werd gegeven door Bert Maes, een boeiend verhaal over bomen en struiken (vooral in Friesland). Bert vertelde over houtgewassen, bomen en struiken. Hij heeft onderzoek gedaan naar mogelijke wilde / oorspronkelijke populaties en concludeert dat er minder dan 3% van alle bomen en struiken in Nederland nog een wilde achtergrond heeft. Bert was een fan van lindebomen, de oorspronkelijke wilde soorten de zomerlinde en de winterlinde zijn vrijwel niet meer te vinden in NL (In Limburg nog ergens een Lindebos). Wel zijn er in de 16-17 eeuw op grote schaal kruisingen ontstaan, door Nederlandse kwekers op de markt gebracht. Het merendeel van die inmiddels paar 100 jaar oude lindes staan in het buitenland.

De collectie heeft een plek in een oud schoolgebouw in Wolvega en het was er heerlijk ronddwalen. Kasten vol met dozen en bakken. Overal grote vellen papier, met deels nieuw verzamelde planten, maar ook vellen uit oude -gedoneerde- herbaria. Planten, maar sinds een tijdje ook een mossen en wieren collectie, gedroogd en opgeplakt.
Karst Meijer is oprichter en de drijvende kracht achter het Herbarium, samen met Erik van den Ham. Een groep vrijwilligers helpt op de woensdagavonden met het opplakken en determineren van de planten. Regelmatig ontvangt het Herbarium materiaal, vaak van privepersonen, maar ook bv een collectie van de Radboud universiteit. Aan de hand van soorten die iedereen kent, zoals de paardenbloem en de braam, laat Meijer bezoekers zien wat de invloed van de mens op de leefomgeving is. Wist je dat een bramendeskundige een batoloog heet. Karst Meijer is daar een van. Op de laatste foto geeft hij een toelichting aan enkele bezoekers.


Ook leuk, en om aan te raken, de collectie met allemaal stukken hout van verschillende planten. En bijna abstracte kunst: de fraai gevormde en gekleurde wieren collectie.

Karst en Erik proberen fondsen te vinden om (een deel van) de collectie te digitaliseren en zo via digitale weg te ontsluiten. Tot het zo ver is: ga gewoon een keer naar Wolvega (vooraf afspraak maken) en dwaal rond door deze ‘snoepjeswinkel’ van natuurlijke materialen. Mirjam, van huis uit bioloog, maar al heel lang in andere takken van sport werkzaam zei ‘ ik voel me voor het eerst sinds jaren weer een beetje bioloog in deze omgeving‘.
Vlak voor we weg gingen nog even naar de bovenverdieping. Daar staat nog veel meer materiaal in bakken te wachten, in oude kranten ingepakt met teksten als ‘Australie 1978’. 10tallen jaren geleden verzameld, maar nog niet toegankelijk gemaakt. Wachten op tijd.

Tuinvaas – nog even

Heel even blijft ie nog staan, de tuinvaas, aan de rand van het terras. In de herfst wordt ie steeds gevuld met bloemen, takken, snoeisel uit de tuin. Nu met mooie botteltjes, een verdwaalde persicaria en kleine kaardebol zaaddozen. Omdat we steeds minder (stil) zitten op het terras, er komt ook niet veel zon meer, is de kans groot dat ik de vaas vergeet. Risico omdat de vaas niet ‘winterhard’ is. Dus een knoop in mijn zakdoek om niet te vergeten de vaas binnenkort leeg te gooien en droog binnen te zetten.

Maar nog heel even mag ie mooi staan te wezen.

Nestkastjes

Het gaat langzamerhand kouder worden en soms al (licht) vriezen ’s avonds. Mooi om weer wat vetblokken en pinda’s voor de vogels in de tuin in te slaan. En de hoogste tijd om ook de (rest van) de nestkasten in de tuin schoon te maken. Met de keukentrap de tuin in. Bij de allereerste kast, eentje van houtbeton, even een schrikmoment. Het is een kastje waar de hele voorkant makkelijk uit kan. In een nestkastje kan natuurlijk een verlaten nest, mislukt legsel of mummie van een kuikentje liggen. Waar ik niet op gerekend had was dat er een nog kakelvers er uit zien koolmeesje in zou liggen, pootjes in de lucht. Verder woonden er verschillende naaktslakken en een kudde pissebedden in het kastje. In de andere kasten ook geen broedsel geweest. De enige kast met succesvolle bewoning dit jaar is het elk jaar bewoonde kastje (pimpelmezen) aan de achterkant van de verre schuur. Ik heb nu een van ‘ongebruikte’ nestkastjes naar die zelfde muur verplaatsen.

De drie nestkasten van houtbeton hangen nu voor het derde jaar in de tuin, of misschien wel vierde. En ze zijn nog als broedplek gebruikt. Ligt het aan de kastjes of aan de plek.

Heeft iemand hier ervaring mee?

Linde

Betekenis 1: meisjesnaam

Betekenis 2: boom

Betekenis 3: riviertje nabij Wolvega

We maakten een namiddagwandeling langs de Linde in de derde betekenis. We begonnen pas rond 3 uur ’s middags, en omdat het al wintertijd is, was de zon al flink aan het dalen. Lastig zo’n lage zon, als je er recht tegen inloopt, maar prachtig voor de foto’s. Mooi stukje Fryske Gea.