Oppotten en 72 cm

Droog en deels zonnig, maar erg schraal buiten met de koude wind. Vandaag opgelost door ’s morgens , in de bijkeuken, allemaal kamerplanten te vermeerderen, stekken op te potten. Zak van 20 liter potgrond schoon op. Maar dan heb je ook wat. Lastiger is voldoende vensterbanken vinden.

  • Chlorophytum comosum (een paar van de stekken van de planten die overal in de woon- en studeerkamer onze boekenkasten bevolken)
  • Saxifraga stolonifera (ik had er een boel buiten staan, kletsnat in pot, en las ergens dat ze ook als kamerplant gebruikt konden worden.)
  • Aloe Aristata (alle zijrozetjes uit 1 pot apart opgepot).

’s Middags de thermo-onderbroek met lange pijpen en en forse wandeling gemaakt. Door de Onlanden, waar we onder andere een vogelaar troffen die enthousiast was over de ruigpootbuizerd die hij gezien had, en de visser die net een gevangen snoek aan het opmeten was. Bij dit koude weer kunnen ze wel een kwartier boven water blijven. Zolang de kieuwen maar vochtig blijven. Met een lange tang haalde hij de haak uit de bek van de vis, legde haar (buik vol met kuit) op een lang meetlint voor vissen en maakte een foto. 72 cm schoon aan de haak. ’s Morgens had ik er een van 128 cm, zei ie.

Bijenbollen

Ze waren zoekgeraakt, de zakjes met bolletjes voor bijen, in de Hortus. En recent weer teruggevonden. Daarom zijn ze niet voor de winter, maar nu pas in een grote bak gezet door tuinbaas Walter. Afgesproken dat hij ze plant en dat ik er een bijbehorend bordje voor maak. Zodat langslopende bezoekers, maar vooral kinderen, de komende maanden, een blik kunnen werpen op de bloempjes en de bijtjes. En waarom vroege bloeiers als bollen en stinzenplanten zo belangrijk zijn voor (wilde) bijen

Nederlandse naamLatijnse naamKleur
Gele sieruiAllium MolyGeel
Roze sierui (trommelstokje)Allium spaerocephalonRoze
Blauw druifjeMuscaria armeniacumBlauw
Witte  sieruiAllium neapolitamumWit
Oosterse sterhyacintScilla sibericaBlauw
NarcisNarcissus Tête à TêteGeel
Krokus  mixCrocusGeel//paars/wit
TulpjeTulipa tardaGeel met witte rand

Reiger op de pi

Gister ochtend ging ik de bijkeuken in om koffie te zetten. Vanuit de bijkeuken kan ik door de serre heen de achtertuin in kijken. Iets was gek. Nog even kijken. En wat zie ik? De blauwe reiger zat op de houten pi. Een meter rechts van de pi ligt onze grote vijver. Deze pi, drie houten balken in de vorm van de Griekse letter pi hebben we een paar jaar geleden daar neergezet om de roos die daar groeide wat omhoog te houden. Deze roos, Pauls Himalayan Musk, bleek echter zo’n wilde klimmer dat ook de pi niet genoeg was om hem tegen te houden. Met enorme uitlopers van meer dan 4 meter per jaar, poetste we elk jaar weer de vijver ontzetten, die helemaal door de roos werd overgenomen tegen het einde van een groeiseizoen. Roos bij de grond afgezaagd, en de pi bleef over. Een mooie plek voor de reiger, naar nu blijkt. Meestal ging ie eerst op het garagedak van de buren zitten, voordat ie naar het bruggetje over de vijver vloog. Als ik de reiger zie, wapper ik even met mijn armen.
Toe nou, laat die kikkers gewoon lekker zitten.
KSSJJJJT

Nog niet eerder gezien

Vorig weekend lag er even ijs op de grotere plas bij ons standaard ommetje langs de Moarweg. Dan komen de wintergasten, in dit geval de smienten in de vaart langs het wandelpad zitten. Onmiskenbaar is hun fluitgeluid . Van verre te horen. Maar deze keer hoorden we echt een ander geluid. Leek uit het riet te komen achter deze smienten. We bleven een tijdje kijken, en ineens zagen we een onbekende vogel. Slank. lange oranje snavel. Vrijwel uitbeeld, lopend tussen het riet. Beetje grijs van onder. Wit kontje. En een opvallend roep.
Het blijkt de alarmroep te zijn van de waterral! Die hadden we nog nooit gezien of bewust gehoord. Op de onderste twee foto’s zie je vlak langs de rietrand de waterval langslopen. Meestal zoeken waterrallen lopend een goed heenkomen als ze opgeschrikt zijn. Andere vogels vliegen er vaak vandoor.

Olijke pimpel

Dan komt het mooi uit dat ze in heel veel tuinen te vinden zijn.
In deze tijd van het jaar goed te zien.
Zeker als je een beetje bijvoert in de buurt van je huis, zodat je vanaf de bank kunt meegenieten.
Vanmorgen snel weer een vetbol opgehangen.

Hoe zat het ook meer met de overeenkomsten en verschillen tussen de pimpelmees en de koolmees. Via deze link zie en hoor je de verschillen. En dan morgen buiten luisteren.

Woon je in een omgeving waar het niet lukt, hier nog een link naar een pimpelmees-filmpje met allerlei weetjes. Om vrolijk van te worden.

Oranje

Zo leuk. De grootste vruchten aan ons sinaasappelboompje beginnen oranje te kleuren. DE grootste zijn een cm of 2 in diameter. Dan is er nog een lading donkergroene vruchten tussen de 1 en 1,5 centimeter. Een een derde lichting van hele kleinen vruchtjes, 2-3 mm. Grappige van die kleinste is dat ik daar als ‘bevruchter’ ben opgetreden. De bloemen vormden zich pas toen de plant al op de logeerkamer stond voor de winter. Dus niet makkelijk te bereiken door laagvliegende insecten.

Nog even wachten en dan ga ik de plant weer bijvoeren. Mest geven. Sommige bladeren zien er wat gelig uit, tekort aan het een of ander. IK wil echter niet te vroeg beginnen met mesten. Als er vers jong blad (en bloempjes) komen, dan is de kans op luizen binnen ook groter. Vorig jaar stond de plant in de bijkeuken (iets warmer en iets donkerder ) en toen waren de nodige luizen. Waarschijnlijk overgestapt van een andere plant in de bijkeuken, maar toch.

Plakkerig

Wel zit er op verschillende bladeren een plakkerig goedje. Meestal is dat uitscheiding van luizen. Maar die luizen zie ik dus niet. Voor de zekerheid toch maar een paar kranten onder de plant gelegd, zodat de vloerbedekking in de logeerkamer niet ‘onder het plak’ komt.

Rijp op ruwe bladeren

Combinatie van heldere nacht (afkoeling), beetje mist, paar graden onder nul. En er verschijnen weer allerlei rijmkristalletjes. Vooral bladeren met haartjes of punten doen het goed. Of een suikerachtig randje langs de bladrand.

Een kleine college rijpfoto’s van vanmorgen. Op plekken die de hele dag in de schaduw lagen, bleef het wittig. Ook het ijslaagje op de vijvers in het schaduwdeel zijn er nog, aan het eind van de dag. Inmiddels is het weer donker. En helder: mooie maansikkel met knalheldere planeten Venus, Jupiter en oranje Mars. en helder. Dus morgen misschien nog wat meer ‘rijpen’.

Achter in de tuin nog veel schaduw, maar langzaam komt de zon weer hoger, boven het huis uit. Dan vallen de zonnestralen ook weer op de schaduwdelen van de tuin. Totdat later in de lente de bomen en struiken weer volop in t blad zitten. Dan is de periode van de zomerschaduw.

Rupsenjacht

Al een tijdje staan stekken van de graslelie, chlorophytum, gereed om opgepot te worden. En ineens zie ik dat een onverlaat zich te goed gedaan heeft aan de blaadjes. Allemaal gaten en happen eruit. En rondom het potje allemaal kleinen ‘keuteltjes’, bruingroene korreltjes een beetje brede rijstkorrel groot. Onmiskenbaar wie hier bezig is geweest. Een rups die in de relatieve warmte van de bijkeuken wakker is geworden en tevreden aan de bladeren knaagt.

Ik bekijk de plant is van alle kanten, en kan in eerste instantie geen rups vinden. De dag erna, ligt het beestje gewoon opgekruld op de schotel van eennaburige plant. Op de foto gezet, opgepakt en buiten neergezet tussen wat droge blaadjes.

Antwoord Raadplaatje 25 januari

Als je half kijkt dan denk je een klein restantje sneeuw. Maar de foto is genomen bij ruim 7 graden, geen sneeuw in zicht. De witte substantie is zacht en warm, een soort gelei.

Dit is Sterrenschot, ook wel heksensnot: wit en doorzichtig en je komt het vooral in het voorjaar tegen. Maar wat is het? Het is het restant van een vrouwtje-kikker (of pad), die door een reiger of vos is opgegeten!
In de late winter of vroeg voorjaar is de kikker al bezig om intern voorbereidingen te treffen voor de voortplanting: eitjes klaarmaken, maar ook al de grondstoffen voor het kikkerdril. Mooi compact opgeslagen, pas als de eitjes gelegd zijn in het water zwellen de omhulsels van de eitjes enorm op.
Datzelfde gebeurt als de onfortuinlijke kikker opgegeten wordt. De gelei waar de eitjes in de buik van de kikker zit begint enorm op te zwellen, na het eten. En dat bekomt de rover, reiger of vos, niet goed. De gelei wordt uitgebraakt, en zien wij terug als dit wittige slijm.

En dan de naam: sterrenschot mogelijk omdat men vroeger dacht dat het een stukje van een vallende ster was. Heksensnot omdat men vroeger dacht dat een heks haar neus gesnoten had (zonder zakdoek).

Ik ga er vanuit dat het van de blauwe reiger is, die we vlak in de buurt door de plassen in de Laarmantuin in de Hortus zagen lopen. Maar het kan ook een vos, marterachtige (steenmarter, bunzing), of kraai zijn geweest.