Huis om de hoek – af en aan

Het is hard werken, voor de pimpelouders. De jongen zitten nog in het nestkastje, en worden steeds vocaler. Nu niet alleen als de oudervogels met een rupsjes komen, maar op momenten dat de ouders niet in de buurt zijn. Een van de jongen begint al een herkenbaar riedeltje te zingen. Misschien wel degene die als eerste uit gaan vliegen. Elke ochtend is het even kijken (eigenlijk luisteren) of ze er nog wonen.

Meikeverjaar

Vroeger zag ik ze vrijwel nooit, of vielen ze niet zo op. Maar dit jaar is er echt een explosie van meikevers. We komen ze overal tegen. Ze kunnen heel goed ‘dood liggen’, op hun rug, en je denkt dat ze dood zijn. Totdat je oppakt en ze toch nog bewegen. Overdag niet, maar ’s avonds tegen het donker worden, in de buurt van de buitenlamp, vliegen ze luidruchtig rond. In de heg hevig ritselend. Een avond was het zo erg dat Eddy, die met de telescoop in de achtertuin stond, maar naar binnen kwam. Elke keer dat hij een zaklampje aandeed om even een instelling te bekijken, vlogen de grote kevers weer rond hem. Niet gevaarlijk, maar wel hinderlijk. En behoorlijk groot, centimeter of 3.

Meikevers kunnen flink wat schade aan planten toebrengen. Of eigenlijk de larven van de meikevers, de ‘engerlingen’. Die leven een paar jaar als larven onder de grond en knagen daar aan de wortels van allerlei planten en struiken. Soms merk je pas dat een plant ernstig beschadigt is doordat de plant begint af te sterven, en dan is het kwaad al geschied. Na 3 of 4 jaar komen de meikevers in mei (!), of soms al in april als kever boven de grond omdat in een paar weken tijd te zorgen voor nageslacht. Het warme weer van de afgelopen eken heeft er voor gezicht dat de meikevers vroeg zijn dit jaar. En dit jaar is ook een piekjaar, zoals elke drie-vier jaar. Wel een hele hoge piek.

Niet helemaal duidelijk is of de kevers die in de heg ritselen uit onze eigen tuin komen of dat ze uit weilanden in de omgeving of park komen. Ze volwassen kevers eten bladeren, waarbij de mannetjes op de geur van sommige (beschadigde) bladeren afkomen. Vooral de beuk is favoriet. Toch eens kijken morgen in hoeverre de bladeren zijn aangeknaagd.

Aha! Vandaar dat de beukenhaag zo ritselt. Lees meer hier.



Groenen

ER komt steeds meer kleur in de tuin, geraniums, akelei, graslelie. Maar ook hoekjes van groen met groen met groen. Dit plaatjes is langs het pad naar de vijver. Deel van de dag in de schaduw. Vroeg in het jaar een veld van sneeuwklokjes, nu gedomineerd door onder andere de struisvarens.
Rustgevend groen.

Bouwen en slopen

Een van onze bijenhotels in de tuin hangt op het westen. De namiddag zon staat er op te schijnen, en de wilde bijen vinden dat prima. Het hotel hangt op ooghoogte, vlak bij het terras, en ik ga er graag even bij staan kijken. Gewoon van een centimeter of 30 afstand, naar de nijvere beestjes. In de loop van de afgelopen weken werden steeds meer bamboebuisjes dichtgemetseld.

En inmiddels is de sloop begonnen. Koolmeesjes hebben ook dit jaar weer ontdekt dat er lekker hapjes te halen vallen achter de klei-wandjes ….

Antwoord raadplaatje 10 mei 2025

Wat je op de foto ziet is een deel van de vleugel en het achterlijf van een platbuiklibel. Dit exemplaar zat zeker een half uur driftig vliegend onder de glazen kap van onze serre. Ze wilde omhoog, maar daar zat het glazen plafond. Regelmatig raakte ze verstrikt in spinrag, maar was sterk genoeg er weer uit te komen. Met een bezemsteel hoog in de lucht probeerde ik haar te verleiden op de stok te gaan zitten (soms lukt dat). Na een half uur ‘stortte’ ze vermoeid ter aarde. Op de tegels van het terras. Toen kon ze opstijgen en ging op de roos twee meter verder op zitten. Uitrusten en vooral poetsen. Alle restjes spinrag moesten verwijderd worden van ogen en vleugels. Makkelijk om foto’s te maken.

Platbuik vrouwtje heeft goud geel achterlijf. De man heeft een hemelsblauwe bovenkant van het achterlijf.

Mond vol

Praten met je mond vol is lastig, dat geldt ook voor pimpelmezen. Zaterdag was Eddy foto’s aan het maken van de pimpels in het kastje tegen de werkkamer. Zie hier voor enkele van de vele foto’s. Volgende week meer.
De kuikens piepen al behoorlijk als de ouders komen voederen. Benieuwd wanneer ze uitvliegen.

’s Middags hoorden we een flink gekrakeel. Beide oudervogels waren continu aan het roepen, met snavel vol. Vliegend naar de opening van het nestkastje, en weer weg. En nog een keer. Minutenlang ging dat door. Steeds aankomen vliegen , en weer weg. We dacht eerst dat ze dat deden om de jongen naar buiten te lokken. Op zijn pimpels ‘Kom dan! Jullie zijn groot genoeg. Buiten zijn de lekkere hapjes!


Niets van dat al.
Na een minuut of 5 kwam Wolfje, poes van twee huizen verder op, uit het gras vandaan dat onder het nestkastje groeit …

Het was meer van ‘Pas op, gevaarlijk beest!
Het waren paniek-pimpels.

Citroengeel

Meconopsis cambrica is de oude naam voor de schijnpapaver, nu is het papaver cambricum. Het is een citroengeel bloeiende bloem, soms oranje. Duidelijk familie van de klaproos, maar er zijn ook verschillen. De schijnpapaver is meerjarig, de klaproos 1 jarig. Ze maken beiden een doosvrucht met kleinen ronde zaadjes, de vorm van de vrucht is wel anders, kijk maar eens goed.

In de Flora van Nederland las ik dat er ook verschil zit in hoe de bloemblaadjes in de kelkbladen zitten. Bij de schijnpapaver zitten ze opgerold, bij de klaproos opgefrommeld. Beiden bloeien maar kort. De bloemen zitten op lange slanke stengels, die flink doorbuigen onder het gewicht van een koningin hommel, fervente schijnpapaverbezoekers.

Rond Pasen hadden we alleen gele bloemen in de tuin, nu ook een aantal oranje.
Toeval? Of gaan de oranje een week later open.
Hoe zit dat bij jullie?

Akeleien tijd

Daar zijn ze weer, de sierlijke bloemen van de akeleien. Sommige blijven laag (zeker als ik ze dit voorjaar verplant heb), anderen zijn meer dan een meter hoog. Kleur varieert, dankzij de hommels die van bloem naar bloem vliegen worden kleuren gemengd.

Dit jaar heb ik nog geen dubbele of driedubbele bloemen gezien, maar nog niet alle bloemen zijn open.

Terras bezoek

Weer zo’n zomerse zondag. Veel buiten.
De parasol staat al klaar, maar hebben we vandaag nog niet gebruikt bij ons op het terras.
Wel petje op. Boekje erbij. Soms klein rondje door de tuin. Kikkers tellen, bij het eekhoornhuisje kijken, naar de vogels luisteren.

Vorige week de populierpijlstaart op bezoek. Vanmiddag bij de lunch, een andere nachtvlinder in slaap op het terras (hoe komt ie daar?): de witte tijger, met haar ‘hermelijnen manteltje’. En toen we met bord eten naar buiten kwamen vanavond, was Bruin de Kikker even op bezoek. Aan de schaduw kun je zien dat het later op de dag is.