Plaatjes 30 april

  1. De eenbes, die ik vorig jaar van Eef kreeg staat bijna in bloei. Ik heb hem in een pot laten staan en beetje veilig (voor slakken) neergezet op een verhoging. Zou ik hem dit jaar in de volle grond durven zetten ….
  2. Parende wantsen, lekker in het zonnetje
  3. Heerlijk tukje doen, onder de heg in de zon. Buurpoes Flock.
  4. Deze tulpen in tegenlicht lijken wel glas in lood: ze hebben echt maar een kleur roze, maar als het licht erdoorheen schijnt zijn de plekken waar twee blaadjes overlappen donkerder roze. Zeer fraai.

PJW- west

We zijn weer begonnen, met de vierde Pronkjewailtocht (PJW) door de provincie Groningen. Eerder deden we de noordroute (250 km), de zuidroute (350 km), de oostroute (200 km) en nu dus de westroute (ook 200 km). In etappes, die je zelf kunt indelen naar lengte, in ons geval wel even opletten waar je begint en eindigt. Lang niet alle plaatsen zijn (makkelijk) met OV te bereiken, zeker niet op zondag. Op Koningsdag wandelden we van Slaperstil naar centrum Groningen, via Dorkwerd. Vandaag, heel relaxed door het Westerkwartier, weer vanaf Slaperstil, maar nu de andere kant op: via Den Horn naar Zuidhorn. Tijdens de wandeling was het nog wat bewolkt, prima wandelweer. Tegen lunchtijd kwamen we aan in Zuidhorn: in middels stralend blauwe hemel. Veel bloemen in de weilanden en bermen: van verre te zien, de paardenbloemen, het bremraapzaad en iets subtieler: pinksterbloemen.

Plantenruil voorjaar 2023: wat een dag!

De voorjaarsplantenruil van de IVN werkgroep Wilde-planten-tuinen was deze keer (weer) bij Machteld en Nico in de tuin. Een grote, bos-parkachtige tuin aan de Oostkant van Haren. Met een gracht er om heen en een oude boerderij met verschillende bijgebouwen. Er kon weer flink geruild worden.
De ‘organisatie’ van de ruil was als vanouds in handen van Ernst, deze keer ondersteund door IVN-stagiair Marian.

Mijn plan om meer te brengen dan te halen is gelukt. Mede doordat Renee alle plantjes die overbleven (zeker die in potjes) mee nam, om in de ‘bijenbibliotheek’ te zetten: zo’n minibieb achtige kast in de wijk, maar dan met bij-vriendelijke plantjes, die daar door buurtbewoners worden ingezet, en opgehaald. Tijdens onze wandelrondjes heb ik daar al regelmatig een plantje uit meegenomen.

Mee terug genomen:
3 x wede, 1 gele kamille, 1 akelei (past altijd, ook al hebben we er al tientallen), donkerbladig maarts viooltje, paar paarse morgensterren (kijken of dat lukt: penwortel), en vooruit, nog een vaste judaspenning een paarse dovenetel (eenjarig), een glidkruid – volgens roos van de Hessenhof – met de naam scutellaria maekawae. Heel gevaarlijk: stukje aardpeer: misschien in een grote (ingegraven pot) planten. Leuke hoge gele zonnebloemachtige bloei maar de knolletjes in de grond ….
Een (1) plantje heb ik nog in een potje staan. Is iets onduidelijks, dat een van de aanwezigen meenam en ‘eeuwig moes’ noemde. Maar het lijkt er niet op. Eens kijken wat er uit komt groeien.

Daslook voluit

En nu volop in bloei: de daslook in onze tuin. In de gefilterde schaduw van de grote rosa multiflora een tapijt van groen met witte sterren. De roos begint langzamerhand steeds groener te worden en zal over een paar weken zorgen voor complete schaduw. Maar nu nog even niet. Een perfecte plek voor de daslook. Iets té perfect misschien. Langs de roos liep ook een pad, dat is nu geannexeerd door de daslook. Net als vorig jaar neem ik me voor de daslook daar weg te halen … maar eerst nog even laten bloeien. Dat dacht ik vorig jaar ook. Later in de zomer was het blad al weg en verdween het pruimplan weer uit mijn gedachten. Of misschien kwam het wel door de roos, die in middels ook het hele pad overgroeide…

Tulips

Waar de ‘grote’ of gewone tulp na een paar jaar verdwijnt en steeds minder goed bloeit (aaltjes), zijn de kleine botanische, of verwilderingstulpjes, ideaal voor tuinen (tuiniers) ware de bollen in de grond mogen blijven staan. Elegant en rond half april, op een zonnige dag, altijd weer aanleiding voor een glimlach. Zo schattig staan ze daar. Bij ons een aantal in de voortuin, maar ook al jaren in een grote aardewerken schaal.

In de grote bollenmand komen allerlei bollen door elkaar op, waaronder ook ‘gewone’ tulpen. Nu ja, gewoon… een van de tulpen is vlammend rood, geel.

Plantjesmarkt Hortus

Vanmorgen rond half 9 in de weer om de plantjes klaar te zetten voor de plantjesmarkt in de Hortus Haren. Het is een jaarlijkse markt, waarbij allelei kwekers uit het noorden hun waar verkopen. En ook nog een enkele privé persoon of vereniging. Zo was er een standje van Willie, van de IVN afdeling Wilde Plantentuinen, van de tuinclub Groei en Bloei en ook van de Vrienden van de Hortus.

Mijn plantjes werden ‘gedoneerd’ voor de de kraam van de Wilde planten kring, die er nog een paar centen aan overhield. Vooral de voorjaarszonnebloem, doronicum, een stinsenplant deed het goed. Een paar weken gelden al opgepot, en nu werden de kopers gelik door de bloemstengel die de hoogte in begint te schieten. Mooie bloemknop zichtbaar.
Zelf stond ik een deel van de dag bij de kraam van de Vrienden van de Hortus, om leden te weerven voor de vriendenvereniging, maar ook om aandacht de vragen voor De Grote Hortus Dag op 10 juni. Een hoop mensen gesproken, en kennis gemaakt met een aantal vrijwilligers van de Hortus.

Vanaf de berg in de rotstuin

Dit jaar helemaal geen plantjes gekocht! Niet dat er geen mooie en interessante planten waren … gewoon omdat onze tuin hartstikke vol is.

No mow may

Als ondersteuning van de biodiversiteit kun je in eigen tuin ook mee doen. Door mee te doen met de actie ‘Maai mei niet‘ of in het Engels ‘No mow may’. Wat betekent dat? Het gras niet maaien in de maand mei. 4 weken niet maaien zorgt ervoor dat de bloemen in het gras kans krijgen in bloei te komen, nectar en stuifmeel te leveren aan de bijen een andere beestjes, en zaad te zetten. Je kunt ook een deel van het gras niet maaien, bv alleen een paadje in het gras naar de plek waar de droogmolen in het grasveld staat. Minder maaien is ook al handig.

WE hebben drie stukken grasveld, samen 40 m2. Het ‘grote’ grasveld maaien we meestal wel, maar nu dus niet in de maand mei. Het achtste veld, rond de appelboom, is al jarenlang een wilde bloemen wei (in wording). Die maaien we twee keer per jaar (juni en september). Daar staan de wilde bloemen al uitgebreid te bloeien. Het derde veldje, naast de coniferen, is eigenlijk geen grasveldje, maar een mosseltje. Daar maaien we nauwelijks, omdat het gras niet erg hard groeit.

Als je met de actie mee doet, krijg je gedurende de tijd, een paar mails met informatie en vragen. En wordt je gevraagd de ‘nectar’ score van je grasveld te bepalen.

Vorig jaar mijn best gedaan om ratelaarzaad, goed te verspreiden over een redelijk kaal gekrast stuk van onze ‘bloemenwei’. Met resultaat! Een heleboel kleine ratelaarplantjes, een centimeter of 3 hoog, staan nu ‘mannetje- aan- mannetje’ in dat stukje gras. Dat wordt een gezellig geratel achter in de tuin, als de zaaddozen na de bloei later in de zomer helemaal gaan indrogen. En dan natuurlijk weer nieuwe zaaiactie, het zijn eenjarige planten.
De ratelaar parasiteert op de wortels van grassen, waardoor het gras langzaam aan een beetje verzwakt. Belangrijk als je in een bloemenwei andere planten een kans wilt geven. Ben erg blij met de vele ratelaartjes.

Geurgeraniums overwinteren

Afgelopen winter heb ik de niet-winterharde geurgeraniums op verschillende plekken laten overwinteren. Een aaltal citroen en pepermuntgeraniums (eigenlijk pelargoniums) boven op een koude, maar lichte kamer. Heel af en toe water gegeven en pas afgelopen week weer naar beneden gehaald. Stevig, gezond er uitziend, en volop in bloei.

Hun soortgenoten die in de warmere werkkamer hebben overwinterd bloeien (nog) niet. De citroengeraniums zien er ook wat bleker en slungeliger uit. Volgend jaar absoluut weer in de koude slaapkamer!.

En dan waren er nog een aantal andere pelargoniums, die ik in de bij keuken liet overwinteren, Daar ging het wat minder voorspoedig mee,. Enkele kregen (of hadden?) luizen, dus dat werd een plakboel.
Volgens sommige websites kun je deze voor de winter kort terug snoeien en vrijwel droog laten. Als ze geen blaadjes of jonge scheuten hebben vinden de luizen ze misschien ook niet lekker.

Inmiddels staan de meeste pelargoniums weer in de serre, sommige al op overdekte terras. TOPt half mei nog een beetje opletten voor evt nachtvorst.