Blauwogengras

Sisyrinchium striatum is de wetenschappelijke naam. De Nederlandse naam is bieslelie of blauwogengras. Ik heb deze zachtgeel bloeiende veel gezien op tuinreizen in Engeland. Bij de laatste reis nam ik een stekje mee, maar die overleefde de eerste winter niet. Te nat?

Vorig jaar in een tuin hier in de buurt, stonden de planten wat verhoogd, een tuin waar allerlei (sub) tropische planten groeiden. De bieslelie zaaide zich daar prima uit. Nieuwe kans: stekje mee en nu in de tuin langs een tuinpad gezet (beetje warmte, en ook wat verhoogd en met fijn grid door de grond. Het blad is blauwachtig groen, langwerpig, beetje als irissen. Is ook van de familie iris-achtigen.
Jitske, hij doet het!
Vorige week zag ik een paar bloeistengels ontstaan, een beetje als een ’telescopische’ aanwijsstok in elkaar geschoven. En vandaag de eerste bloem. Waar de naam blauwogengras vandaan komt? Dat heb ik nog niet kunnen achterhalen.

Op de ene plek op internet staat dat ie goed winterhard is, op een andere dat je de plant bij strenge winters moet afdekken. Dat ie vochthoudende grond wil hebben, of juist s winters niet nat. Dat ie zich soms erg uitzaait…
Bij een beschrijving op internet zie ik net staan dat de plant wintergroen is (klopt), van normale of vochtige bodem houdt (dus niet te droog), in zon – of halfschaduw kan staan en in neutrale of kalkrijke grond wil staan.
Oei! Daar een beetje op letten: kalkrijk…. wij hebben zure veengrond.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *