Zwellichamen

De titel van dit blog klinkt een beetje ‘Bommelachtig’, zoals de Zwelbast uit een van de Marten Toonder verhalen. Een zwelbast is familie van de blaasdraken, een soort draak die groter word als ie boos is en weer krimpt als de boosheid over is.

Maar ik heb het nu over zwellichamen, de delen van schimmels in de grond die in dit seizoen massaal de grond uitkomen en vocht nodiug hebben om goed te kunnen groeien. Dit zijn natuurlijk paddenstoelen. De term zwellichamen werd vanmorgen in een item over paddenstoelen in het zondagochtendprogramma Vroege Vogels gebruikt.

Mooie aanleiding om een wandelingetje te maken naar een bos. In ons geval een iets langere versie van een vaak gelopen ommetje, richting Glimmen en door het Quintusbos. Afwisselend felle opklaring (zonnebril) en dan weer even bewolkt. Op het nieuwe dijkje door de polder (juist daar waar even helemaal geen schuilplek was) een bui op ’t hoofd.

En wat betreft de paddestoelen… viel een beetje tegen. Nog niet heel veel gezien. Misschien doordat veel paddestoelen toch een beetje schutkleur hebben, bruinig, grijzig, en tussen het afvallend blad niet erg opvallen. Toch alvast een paar op de foto gezet. De mooiste deze keer de goudhoed, een zeldzame soort.

Het oranjegele trechtertje is mini-mini, de hoedjes maar een paar mm in diameter. De satijnzwam staat in ons eigen grasveld. De andere drie stonden in het quintusbos in Glimmen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *