In de Laarmantuin in de Hortus Haren zijn allerlei verschillende biotopen aangelegd. Onderandere een rotsachtig, kalksteenachtig deel met veel lage planten. In de zomer wat hogere begroeining door kruidachtige wilde planten, nu die stengels zijn opgeruimd is er mooi zicht op de mossen en korstmossen. Deze grijzige kussentjes had ik nog niet eerder -bewust- gezien. Zal er gezien de uitgebreidheid van de plek toch al heel lang zijn. Volgens het bordje is het cladonia furcata, het “gevorkt heidestaartje”. Mooie naam, had ik me ook zomaar een vlinder bij kunnen voorstellen.
Rond april kan ik hier weer gaan kijken, dan bloeit hier het Wildemanskruid.
Eerste kerstdag met de hele familie bij Frank en Alice gegeten. Overnacht in Utrecht en de volgende ochtend een wandelingetje door de vredige, vrijwel stille, binnenstad. Op weg naar ons ontbijttentje van vorig jaar kerst, Broodnodig op de Mariaplaats, kwamen we langs deze ‘oude’ kloostertuin, het pandhof Sinte Marie.
Even naar binnen gegaan, de tuin in. Niet door de kloostergang zelf, die bleek zeer veelvuldig in gebruik te zijn als onder andere wildplasplaats. De foto’s heb ik zo gemaakt dat je niets ziet van het afval.
De laatste dag dat de Hortus Haren open is dit kalender jaar, nog even een rondje. Aan de rand van de Laarmantuin, veel vroeger dan ik ze eerder gezien heb.
De herfstkleuren van de esdoornbladeren zijn verdwenen. En nu, rond de kortste dag, winter? Helderrode takken van de kornoelje die mooi afsteken tegen de witte muur om de Chinese tuin. Geen bloemen, geen blad, wel kleur.
Voor de beestjes laat ik de afgestorven bloemstengels staan. Tot na de winter. Voor de beestjes, maar ook voor onszelf. Als het niet vriest, staan de uitgebloeide sedum schermen er mooi roestbruin bij. En als er vorst over heen gaat, zijn ze als bestrooid met poedersuiker, of wit met een puntmutsje van sneeuw. Lekker laten staan tot het voorjaar.
De blaadjes zijn zo goed als allemaal van de bomen. Opgeveegd en op een grote bult gelegd om er bladaarde van te maken. Het is de kortste dag van het jaar, 22 december. Beetje miezer soms, zeker niet koud. 2 dagen er voor, half 9 ’s morgens, prachtige ochtendhemel vanuit het slaapkamer raam.
Nog drie dagen ervoor, 10 graden en lenteachtig bijna. Mooi weer om de tuin in te gaan. Druif snoeien, losse potten opruimen. De opgepotte plantjes in potten bij elkaar.
Deze rode persicaria is half ingestort na de eerste vorst een week of twee geleden. Maar nog niet helemaal. Blijft nu dus nog even staan. Als er iets langer vorst overheen gaat stort ie helemaal in, en ligt als een zielig (soms slijmerig) hoopje op de grond. Op enig moment veeg ik die slappe stengels bij elkaar en gaan ze op de compost hoop. Maar nu nog even niet.
Foto van vandaag, 15 december, in onze tuin, een bloeiende lelie!Roze met wit
Dat verwacht je niet in december, een bloeiende lelie in de tuin. Zij staat bij ons in de zijborder, naar de oprit. Tussen overwegend donkergroen en een beetje strogeel van de halmen van een siergras.
Zij staat er pas kort, vanmiddag 16:01 uur om precies te zijn. WE waren een stukje wandelen, vanuit huis, langs het kanaal naar Groningen, en met een bocht via de Esserweg en oosterweg terug. Overal zie je nu hopen met bladeren liggen, de meeste van gemeentebomen. Binnenkort worden die door de gemeente opgehaald. Het is expliciet NIET de bedoeling om er (ander) tuinafval dan blaadjes op te gooien. Maar iemand aan de Esserweg dacht, dat de bos bloemen, die een beetje begon uit te vallen, er best bij kon. In die bos zat deze lelie, een beetje verfrummeld, maar voor in de tuin best het aanzien waard. Thuisgekomen de bloemstengel in de border geprikt. Tadaa! Een bloeiende lelie in december.
Soms krijg je een plantje, waarbij de gulle gever zegt, past op, zaait uit. Of: kan woekeren. Een enkele keer denk je, oh was ik er maar niet aan begonnen. En andere keren glimlach ik, als ik de enthousiastelijng overal en bergens zie opduiken.
In dit geval was Eef de gulle geefster, en is het plantje de zomerfijnstraal. . De zomerfijnstraal, een soort madeliefje op een lange stengel, maakt -zoals het composieten betaamt- zaadjes met pluisjes. Handig om een eindje meegenomen te kunnen worden door de wind. Vorig jaar stond er 1 exemplaar in het klinkerpad richting de fietsenschuur. Bloeien en bloeien, de hele zomer door, tot in december. Dit jaar in een stuk van 1 x 1 meter een hele partij fijnstralen, verschillende keren dit jaar al in een blogje opgenomen. Half december, ze bloeien nog steeds. Een beetje ielletjes, wat minder bloempjes dan midden in de zomer. En zonder beestjes, de insecten zijn allemaal verdwenen deze tijd van het jaar. En volgend jaar? Als ik alle minirozetjes die zich nu over alle voegen in het klinkerpad hebben hebben verspreid zou laten staan, dan kunnen we de achtertuin en de fietsen schuur niet meer bereiken. Of we moeten andersom om het huis lopen…. Maar even kijken of ik ze actief met een voegenkrabbertje ga verwijderen of gewoon laat staan en erover heen blijf lopen. Dan krijgen ze geen kans om een hoge bloemstengel te maken. Toch?