Helaas het is weer die tijd van het jaar… Afgelopen vrijdag was de laatste reguliere Gardeners’ World van het seizoen op BBC2. Er komen nog wel een paar specials tussen nu en eind van het jaar. Deze keer nog een bezoekje aan de tuin van Sue Kent, een superenthousiasme dame, die vanaf geboorte hele korte armen en niet alle vingers heeft, wel een fervent tuinier: ze doet heel veel met haar voeten. En een -eerder in het jaar gefilmde- reportage in de mooie tuinen van Broughton Grange.
Klinkt bekend, dacht ik. Ziet er ook bekend uit. Even terug kijken op ’t Groentje. Ja hoor. Hier ben ik geweest. In juni 2019. Zie link.
Toen wij er in 2019 waren was er hier en daar al een ‘plekje’ te vinden in de fraaie buxus slierten in de tuin. In de aflevering van Gardeners’ World vertelde Andrew, de head gardner, dat helaas alle buxus er uit moet. Last van ‘Box Blight’, een schimmel infectie in de buxus. Hij ziet er erg tegen op om alle 4000 (!) planten te vervangen met een andere soort, een euonymus japonicus, met vergelijkbare groei. Het wordt de grootste tuinklus die hij in de tuin aangepakt heeft. Duurt wel even voordat alles weer zo mooi begroeid is. ‘Gelukkig heeft Andrew de foto’s nog‘. Ook om te kijken waar de nieuwe planten moeten komen.
Afgelopen woensdag weer een wandelrondje langs de Hortus gemaakt. Deze tijd van het jaar komen de herfstkleuren te voorschijn. Mooie kleuren in het arboretum, en natuurlijk in de Chinese tuin ‘Het verborgen rijk van Ming’. Nog niet alle esdoorns hebben hun volle kleur, maar het scheelt niet veel. Fijn vertoeven hier op een mooie dag. Het was rond lunchtijd, maar we hadden er niet aan gedacht een boterhammetje mee te nemen. Voor een volgende keer: op een stoeltje aan de vijver zitten mijmeren.
In klassieke Chinese tuinen kom je vaak een bijna cirkelvormige doorgang in een muur tegen. Deze ‘maanpoort’ als symbool voor de maan brengt geluk aan degenen die er door heen stappen. Bijkomend voordeel is dat je weer een heel nieuw deel van een tuin ziet als je door de poort heen stapt.
Ik vond een Engelse blog over ‘moon gates‘, vaak in grote tuinen bij landhuizen. In een van de tuinen die genoemd wordt, ben ik ook geweest in 2019 met een tuinenreis: Great Comp Garden in Kent. Zelf geen foto gemaakt van de maanpoort zie ik, als ik door onze digitale tuinfoto’s blader. Bijgaande foto van internet geplukt.
Moon gate Great Comp garden – Sevenoaks UK
In Bermuda schijnen maanpoorten veel voor te komen, niet alleen bij grote huizen of tuinen, maar ook bij hotels en andere toeristenplaatsen. Daar worden ze gebruikt bij huwelijken; het bruidspaar stapt er door heen op weg naar hun gelukkig leven verder. De eerste ooit door een kapitein gebouwd rond 1860, die onder de indruk van een maanpoort was na een bezoek aan een Chinese tuin. De maanpoort was populair en werd al snel onderdeel van de locale architectuur in Bermuda. Er zijn er nu minstens veertig op het eiland, een aantal op privé terrein. Pas rond 1920 (her)ontdekte men de Chinese oorsprong van de maan poort.
Maar waar zijn maanpoorten in Nederland?
Deze blog is de start van een verzameling. Ken je meer maanpoorten, stuur dan een bericht en/of foto.
Maanpoort 1: Hortus Haren
Ik begin met de maanpoort dicht bij huis, die in de Chinese tuin in Hortus Haren. Dit is een traditionele. De tuin is in 1995 in de Hortus aangelegd, gebouwd door een groep Chinese vaklieden en met materialen uit China. Geopend door koningin Beatrix: Het verborgen rijk van Ming .
20 oktober 2021 – Hortus Haren
Maanpoort 2: koicentrum – Nijverdal
Ook moderne tuinen kunnen een maanpoort hebben. Hier een ontwerp van een poort voor een koikarpercentrum, in Nijverdal. Om het verband tussen koikarpers en Japanse tuinen te laten zien. De entree is een maanpoort. Kan dus ook in Japanse tuinen.
Maanpoort 3: Dijktuin – Geldermalsen
Al zoekend kwam ik verschillende verwijzingen tegen naar een maanpoort die in een voortuin in Geldermalsen is gebouwd. Het duurde even voordat ik er ook een foto van vond. Bijgaande link is naar de fotopagina van de Dijktuin met heel veel mooie plaatjes, waarvan een paar van de maanpoort. Heerlijk bladeren. Geen rond gat in een muur deze keer. Wel een rond gat in een scheidingswand van betonijzer. Afhankelijk van het seizoen meer of minder begroeid met klimplanten.
Paar weken terug, wandelen op de hei. Kwamen een grote groene rups tegen , duidelijk van een pijlstaart. Te zien aan de zwarte ‘stekel’ op het achterlijk van de rups. Welke soort, dat zochten we op. Een dennenpijlstaart.
Het eerste exemplaar dat we zagen lag op de grond, en toen we hem oppakten leek het alsof er iemand op had gestaan…. Ahhh, stuk van achterlijfje stuk. Of toch niet? Zie deze video van Vroege vogels.
Een stukje verderop kwamen we weer een exemplaar tegen. Leeg even een opvallend dikke dennennaald. Maar nee. Het was rupsje nooitgenoeg.
Hoe kán dat: dagpauwogen in de hof van Breekelenkamp naast ons? – Niet te geloven. Hun wiekenpracht gaat het verstand te boven: vier zonnen op een veld van sterrestof.
Hij had dit jaar brandnetels in het gras, de oude boer, wat achterop met werk, daar er een erfenis met ruzie was: pauwogen fladderen van perk tot perk.
Hij cijfert achter de gordijnen uren terwijl ze nectar uit zijn tuintje puren. Zondags zit hij – zijn zaak is vóór geweest –
stil op de bank voor huis, verkalkt en blauw; dan zitten er pauwogen op zijn mouw, wier tekenen hij bevreemd en bevend leest.
Ida Gerhardt, uit de bundel De zomen van het licht (1983)
Jaren geleden, meer dan 10 denk ik, ging ik met Jitske op bezoek naar de Priona tuinen in Schuinesloot. Oorspronkelijk aangelegd door Henk Gerritsen en partner. En nu beheerd ‘in de geest’ van de oorspronkelijke bewoners. Van twee plantjes namen we zaad mee, en die groeien nu nog steeds bij ons in de tuin. Een witgloeiende versie van het robertskruid. De eerste jaren hield ik de omgeving zorgvuldig vrij van de rozebloeiende exemplaren. Inmiddels aan de westkant van het huis een flinke groep witgloeiende plantjes, die houden zichzelf nu wel in stand.
De andere was een persicaria, felgroen blad met een donkerrode tekening en laat in het seizoen een lange draadachtige aar van donkerrode bloempjes. Het is de persicaria virginiana ‘Filiformis’ . Het woekeren waar we destijds voor gewaarschuwd waren hebben we hier niet gezien. De eerste paar jaar was ik steeds bang dat de plant het niet overleefd had. Om wat later in de lente te zien dat de mooie blaadjes gewoon weer opkwamen. Elk jaar wordt de bos nu iets groter. De kleur van de bloem is net zo donkerrood als van de veelgebruikte persicaria amplexicaulis. De groei en bloeiwijze is veel subtieler en eleganter.
Een koude nacht en ineens komen herfstkleuren te voor schijn. De amberboom had al wel een zweem oranje, maar begint nu echt te gloeien. De lage duizendknoop fallopia japonica compacta is ineens geel, en ook de ginkgo is goed op weg. Het bladgroen verdwijnt uit de bladeren en de onderliggende kleuren worden zichtbaar.
Open margrietachtige bloemen. Mooi om te zien en fijn voor de insecten. De brede bloemen vorm een goede landingsplaats en de beestjes kunnen makkelijk bij de nectar in het open hart komen. Laatbloeiende bloemen als de herfstasters zijn nu nog in trek, en ook de langbloeiende rudbeckia’s. De laatste bloeien zeker op een zonnig plekje echt ongelooflijk lang. Van onze vakantie in Drenthe heb ik wat zaad meegenomen van een diep roodaarde aster op het station van Emmen. Op de perrons hadden ze daar allemaal mooie perken bloeiende planten. Eens kijken of ik die kan opkweken. En wat meer lage herfstasters kunnen ook nog wel een plekje krijgen in onze tuin. Ik merk wel dat ik ze wat meer slakvrij moet houden, minder hoge planten er om heen. Op 1 plek waar vorig jaar de lage asters uitbundig bloeiden is nu een klein plukje in bloei. Op een andere plek zijn ze helemaal verdwenen. De hoge asters, zie foto’s, komen elk jaar betrouwbaar terug. In het begin wel wat slakkenvraat maar daar groeien ze meestal snel doorheen.
Een zwart katje dat waarschijnlijk ergens in een van de appartementen in de flat achter ons woont komt dagelijks een paar rondjes door onze tuin wandelen. We noemen hem Pietje Bel. Vanwege het belletje aan zijn bandje , maar ook vanwege zijn ondeugende streken. Gister na het eten riep Eddy, kom eens kijken! Ik kwam voorzichtig aan en zag eerst Pietje zitten, zeer aandachtig omhoog kijkend naar het dak van onze serre.
Er vliegt nog van alles in de tuin. De atalanta’s zijn weer naar het zuiden getrokken (trekvlinders) net als de zwaluwen. Half september had ik alle uitgebloeide bloedpluimen van de vlinderstruik afgeknipt, nu zijn er weer allemaal nieuwe -wel kleine- pluimpjes. En daar zijn de dagpauwogen blij mee. Dat zijn de vlinders die we dit weekend het meeste zagen in de tuin. Niet alleen op de budleija, maar ook op schoot. Naast de dagpauw oog oog een verdwaald koolwitje en gister meende ik uit een ooghoek een gehakkelde aurelia langs te zien vliegen. Verschillende honingbijen (gister eentje gered die in mijn glaasje witte wijn was gevlogen), wilde bijen en hommeltjes nog. En wespen. Weet je waar die dol op zijn…. klimop bloemen. Tientallen vlogen er daar rond. Zie filmpje.