De dagpauwogen zijn nu in de meerderheid in de tuin.
Vlinderen van de ene bloem naar de ander.
Allemaal lekker.
Sommige toch net lekkerder dan andere.
Soms gaat het mis.
Ingepakt door een kruisspin.
Alles in en om onze tuin
De dagpauwogen zijn nu in de meerderheid in de tuin.
Vlinderen van de ene bloem naar de ander.
Allemaal lekker.
Sommige toch net lekkerder dan andere.
Soms gaat het mis.
Ingepakt door een kruisspin.
De kleine vijver in onze tuin is bijna onvindbaar. Aan alle kanten ingebouwd door o.a. een grote varen, overhangende irissen en ander spul. Vrijwel nooit valt er direct zonlicht op en de bak zit helemaal vol met hoornblad, een zuurstofplant. Toch is het daar uitstekend toeven voor de kikkers. 1 groene en minstens 6 bruine wonen er. Af en toe doen ze een kwaakje naar ons toe.
Gister heb ik een paar planten rondom de kleine vijver ingekort zodat ik weer een klein paadje naar de vijver heb gecreëerd. Kan ik daar ook eens van dichtbij kijken. Vanmorgen zat een kikker op de rand (1), de tweede hing bij de rand van de vijverbak en stof op het punt er uit te klimmen, de rest hing lekker te dobberen tussen het hoornblad.
Poes Pietje van een paar tuinen verder op komt vaak uit de vijver drinken, nu ik wat ruimte gemaakt hebt zie ik een ‘platgetreden’ poezenpad richting de vijver. Vanavond zat Pietje te hengelen in de waterplanten met een voorpootje. Waarschijnlijk geïntrigeerd door de kikkers.
Erik (de eekhoorn) zat rustig i9n de hazelaar aan nootjes te knabbelen. Stapte toen over om uit de appelboom een appel te halen om eens lekker aan te knagen. Toen weer terug naar de hazelaar.
Potverdikkie. Is ie nou nog niet weg? Ineens een geroep, bijna kleine blaadjes, en Erik in volle achtervolging achter een andere eekhoorn. Waarschijnlijk een jong vanuit zijn eigen nest die hij een tijdje geleden al de deur gewezen heeft. Groot genoeg om eigen territorium te zoeken. En dan natuurlijk NIET in de hazelaar van zijn Pa.
Een lange juffer, metallic blauwgroen. Die landt de afgelopen paar dagen steeds op de uitgebloeide stengel van een vingerhoedskruid. Lekker hoog, mooie uitkijkplek voor de libelle. En mooi voor ons om van dichtbij te bekijken. Een houtpantserjuffer waarschijnlijk.
Maar of het nu de houtpantserjuffer, de gewone, de tengere of de zwervende pantserjuffer is … Daar moet ik toch een betere foto voor zien te maken. Deze week weer eens op de vaste plek gaan kijken.
Bij een wandeling over het strand, na een verse regenbui, of bij eb. Of een zandig pad in het bos, nog net vochtig. Of in de winter in verse sneeuw. Allemaal mooie plekken om diersporen te zien. Ze ook herkennen, dat is nog wat anders. Daar moet ik nog wat op oefenen.
Deze zijn van afgelopen week, resp in Drenthe tijdens een wandeling en vanmorgen in de Hortus (foto 3).
Strekpoot is een aandoening aan de achterpoten van koeien, maar het is ook de naam van een hooiwagen. De wetenschappelijke naam is Dicranopalpus ramosus. De naam strekpoot komt van het zijwaarts gestrekt houden van de poten in rusthouding, de wetenschappelijke naam slaat op de tweetakkige tasters.
De soort is pas in 1909 in Marokko ontdekt en heeft zich inmiddels over een groot deel van Europa verspreid. De eerste exemplaren zijn in Nederland gemeld in 1992: in Weesp , Utrecht, Hilversum en Amsterdam. Intussen komt de soort overal in Nederland voor, ook in Haren op ons terras. Niet te missen als je hem eenmaal gezien hebt, door de opvallende stand van de poten.
De mannetjes worden tot 4 mm, de vrouwtjes tot 6 mm groot (poten niet inbegrepen).
Ze vliegen weer rond! De verse ‘vanessa atalanta’, een van onze grootste dagvlinders. In Engeland heten ze ‘Red Admiral‘ . Ik dacht altijd dat het genoemd was naar een rode admiraal: admiraalstrepen op een uniform. Maar het blijkt dat vroeger de naar anders was, red admirable, zie de oxford dictionary, de ‘bewonderingswaardige rode’. Met als fijne detail: de lichtblauwe vlekjes onderaan de vleugels de de gestreepte antennes. Atalanta’s zijn rustige vlinders, die vaak lang blijven zitten en je rustig dichtbij laten komen om ze goed te bekijken. Hier op de hortensia’s, gegroeid uit stekken uit Bunnik.