Afgelopen vrijdag kwam Rene de serre schoonmaken van buiten. Zaterdag liep Eddy rond in zijn regenpak. Hij had de hogedrukspuit van Reint geleend en maakte de overkapping van het terras van binnen schoon. Vochtig werkje. En daarna het terras schoongespoten. Kijk eens naar het verschil tussen de eerste en laatste foto. Terras is nu klaar om in gebruik te nemen voor het zomerseizoen. Ook de kussentjes hebben we al tevoorschijn gehaald.
Binnenkant van de serre staat nu nog op de to-do-lijst. Hoge trap nodig.
De deur naar de gang meteen sluiten. Hoeft niet meer. De kaasschaaf in de koelkast leggen in plaats van op het aanrecht. Hoeft niet meer. Een onderzetter boven op het glas water zetten. Hoeft niet meer. Kattebak verschonen. Hoeft niet meer.
Gedachteloos aaien. Kan niet meer. Op schoot of naast me op de bank. Kan niet meer. Goedemorgen mauw. Kan niet meer. Mee de tuin in lopen. Kan niet meer.
Poes Sprot, na bijna 18 jaar bij ons. Is niet meer.
Vanaf mijn vaste plekje op de bank heb ik mooi zicht op de tuinvogels. Als ik schuin naar rechts kijk, richting de kamperfoelieboom in de voortuin, zie ik een grote cilindervormige ‘pindacake’ hangen. Van 1 liter, doen de vogeltjes lekker lang mee. Ik heb de cake opgehangen in de dichte takkenwarboel van de kamperfoelie. Volop zitplekken voor de kleinere vogeltjes, en lastiger voor de kauwtjes. Af en toe proberen die laatse ook een brok mee te pikken, ik wapper ze zoveel mogelijk weg. Dit jaar een enorme hoeveelheid koolmezen en pimpelmezen. Bijna elk moment zie ik er wel 1 of meer. Staartmezen komen een paar keer per dag langs, in drukke groepjes. Ook dit jaar weer een stel zwartkoppen, man met zwarte petje, vrouw met kastanjebruin petje. Terwijl ik dit schrijf: drie mannetjes! Af en toe een vink of een mus. Gister de kleine bonte specht ook gezien. Die zagen we vaak in de achtertuin, maar nu een keer in de voortuin.
Vetbollen recht voor me
In de nieuwe amberboom hangt een spiraalkorfje met vetbollen. De pimpelmezen komen hier regelmatig langs, af en toe een koolmees. De roodborsten hebben er wel ogen naar maar kunnen niet zo goed manoeuvreren in de lucht en hangend aan het korfje. Die zitten dus vooral onder de boom, als er een oaar kruimels van de vetbollen op de grond vallen.
Zadensilo links richting achtertuin
Vlak voor de beukenhaag staat een silo gevuld met gepelde zonnepitjes en andere zaden. Favoriete voederplek voor de musjes, die het heerlijk vinden om vanuit de beschutting van de beukenhaag, om de beurt wat zaden te pikken uit de silo. Veel vinken ook hier, zowel op de silo, het plateautje rond de silo en op de grond. Rgelmatig koolmezen en pimpels, de roodborsten ook. Merels natuurlijk. En steeds met zijn tweeen -een paar turkse tortels, een oaan elke kant van de silo, voor het evenwicht. Af en toe hebben we hier bezoek van boomklevers, ook wel bijzonder. Die zien we niet zo vaak vanuit de woonkamer, de zitten meestal verder in de begroeiing van de achtertuin.
Vorige week nog een paar zakjes bollen gekocht. De rode triumf tulpen heb ik gister al in een grote pot geplant, die staan nu buiten, naast veel eerder geplantte bollen. In de serre liggen nu nog twee zakjes allium bollen.
Purple Sensation, mei 2009
Even opzoeken wanneer ik die het beste kan planten. Nu of in het voorjaar? Bij tuinseizoen.com lees ik dat oktober tot december geschikt is, als de grond al wat afgekoeld is. Dat kan nog net. Ik ga ze in de verhoogde border planten, daar is het droog en zonnig. Alliums houden niet van natte voeten. Ze houden wel van kalk, da’s wat lastig in onze zure veengrond. Als ik er aan denk strooi ik een paar schelpjes er om heen. Heel misschien heb ik nog wat beendermeel in de schuur staan.
Hoe diep planten? Dat hangt van de bol af: bollen van 3-5 cm doorsnee gaan 7-10 cm diep. Grotere bollen wel 15 cm diep. Ik heb 1 witte allium Mount Everest die ruim 1 meter hoog kan worden en 3 paarse, de purple sensation, die een centimeter of 60 hoog worden. Heb ik jaren geleden al eens in de tuin gehad, maar zijn verdwenen.
De blaadjes zijn zo goed als allemaal van de bomen. Opgeveegd en op een grote bult gelegd om er bladaarde van te maken. Het is de kortste dag van het jaar, 22 december. Beetje miezer soms, zeker niet koud. 2 dagen er voor, half 9 ’s morgens, prachtige ochtendhemel vanuit het slaapkamer raam.
Morgenrood
Nog drie dagen ervoor, 10 graden en lenteachtig bijna. Mooi weer om de tuin in te gaan. Druif snoeien, losse potten opruimen. De opgepotte plantjes in potten bij elkaar.
Plantjesparkeerplaatsen (klik op foto’s voor vergroting)
Klus voor zondag, de kamerplanten ontdoen van dode blaadjes, die in de loop van het zomerseizoen zijn ontstaan. Bijvoorbeeld de dieffenbachia seguine plant links in de hoek. De stengels worden steeds een stukje langer, met nieuwe bladeren aan de top, en de bladeren lager aan de stengel, in het beschaduwde binnenste van de plant sterven dan af. Deze plant is al ruim 30 jaar oud, en komt nog uit Brunssum, bij mijn schoonouders vandaan. Wel regelmatig gedeeld en stekken genomen. In de eetkamer hebben we nog twee forse exemplaren.
Bovenop de rechterboekenkast staat nog zo’n plant uit tropische bossen. Philodendron scandens, met donkergroen, hartvormig blad. Mooi glanzend, en doet het ook al tientallen jaren bij ons. Wordt steeds langer, en groeit onder en achter de boekenkasten langs. Maakt ook langzaam luchtwortels waarmee ze ook tegen de muur, of als het zo uitkomt, de boeken, kan groeien. Af en toe ‘pel’ ik de takken weer van het behang af, als je van dichtbij kijkt zie je de streepjes waar de luchtwortels zich vastgehecht hadden. Houdt alleen niet van volle zon, en een keer bijna de plant verloren omdat ik te veel water gad. Overigens lastig om de plant van nieuwe aarde te voorzien, dat moet ik 1 x per jaar, boven op de kast doen. Doordat de plant overal doorheen is gegroeid kan ik haar niet meer verplaatsen.
En de graslelie, ook een verre nakomeling van een stek vroeger uit het ouderlijk huis. Regelmatig pot ik een nieuwe uitloper op. Bietel, noemden we de plant vroeger thuis. De bonte versie zie je rechtsboven op de foto, en -je moet het weten- er zit ook nog een stek van de donkergroene, effen, graslelie achter in dezelfde pot. Die wil meer schaduw. Dus een paar exemplaren daarvan staan op een plek waar nooit direct zonlicht komt.
Het is weer die tijd van het jaar, dat het buiten grijs en somber en guur wordt. De eerste lichte nachtvorst is geweest, en nog zijn er voldoende bessen in de tuin voor de vogels. De insecten laten zich bijna niet meer zien. Het vogelbijvoerseizoen begint zo langzamerhand. Dus weer de jaarlijkse bestelling bij Vivara geplaatst. Deze week kwamen de dozen binnen.
Dozen? Meervoud? Is dat niet een beetje overdreven, vraag je je misschien af. In de bovenste doos zat vooral vogelvoer, 10 kilo zaad, 5 kilo pinda’s en vetblokken assorti. De grote doos zat vol met kleinere dozen die elk een plant bevatte. Bij Vivara kun namelijk je ook planten en heesters kopen die goed voor de tuinbeestjes, vogels, insecten of anderszins zijn, zoals asters (5), vleesbes (1) en rozen (6). Ik heb ze al wel uit de doos gehaald, ze staan nu nog in de koude serre. Op zoek naar mooie plek in de tuin.
Begin juni kocht ik een potje paarsbladige basilicum. Als je zo’n potje voor gebruik als keukenkruid koopt zitten er vaak tientallen zaailingen in 1 potje. Het eerste dat ik bij thuiskomst deed was de zaailingen uit elkaar halen. Een vijftal individueel opgepot en de rest in kleine kluitjes in een brede ondiepe bak geplant. De losse zaailingen zijn mooie kleine struikjes geworden, twee heb ik er nog, de andere zijn met enthousiaste bezoekers meegegeven.
Paarse basilicumPaarsroze met witte meeldraadjesBloemtrosje komt eraan
De grote bak puilt uit van de basilicum. Nu de zon minder fel schijnt is het knalpaarse blad een beetje aan het verkleuren naar groenpaars. De bloeitoppen heb ik tot een paar weken geleden consequent verwijderd, dan blijft het blad wat malser. Maar nu mag de plant zijn eigen gang gaan. Op de tafel in de serre is het nu een feest van knalpaarse kleine bloemetjes.
Paar weken lavendel geplukt. En laten drogen. Gister de bloemjes van de kurkdroge stengels gerist. Met tuinhandschoenen aan, die nu helemaal naar lavendel geuren. Af en te was de geur bij het ‘rissen’zo sterk dat het bijna op mijn keel sloeg. Nu heb ik een flinke bak vol met fijngeurende bloemblaadjes (en nog een verdwaald takje). De stengeltjes heb ik op een tuinpaadje gestrooid, elke keer als ik daar over heenloop ook nog wat geur. Dinsdag ochtend ga ik naar Hilde, endje verderop in de straat. Samen gaan we lavendel geurzakjes maken. Resultaat volgende week.