Toen ik een jaar of tien was kreeg ik voor mijn verjaardag een grappig plantje, grappig vanwege de naam: levend steentje. Helemaal geen steen natuurlijk, maar een vetplantje. Niet heel moeilijk te verzorgen, maar het plantje heeft destijds de verzorging van een tienjarige niet overleefd. Er zijn overigens een paar planten die nog steeds -na verjonging door delen of stekken, tientallen jaren nadat ze in mijn kinder-slaapkamer stonden- nu nog steeds in huis en vensterbank staan.
Het levende steentje dus niet. Maar ik ben het nooit vergeten, vanwege de naam. In het wild groeien levende steentjes vooral in Zuid-Afrika en in Namibië. Ze zijn vaak gecamoufleerd tussen de stenen met hun grijsgroene kleur en vallen pas op als ze in bloei schieten. Het woord lithops komt van het oud Griekse woord Lithos dat steen betekent.
Het exemplaar op de foto heb ik gezien in de Hortus. Naast een heleboel andere vetplanten staat de lithops in de zomer buiten, nu inmiddels weer binnen. Het is een pleiospilos bolusii uit de familie Aizoaceae. Genoemd naar Harry Bolus, een zuid Afrikaans botanist, geboren in Engeland.
Beetje googlen en ik kwam op een website waar je levende steentjes in allerlei verschillende kleuren kunt kopen, bijna alsof ze geverfd zijn . Als je de babyplantjes zo ziet met piepklein worteltje (foto links hieronder) dan snap ik wel dat je het plantje misschien eerder kan laten verzuipen, dan dat ie te droog staat.